PF 31 t/m 35


Pigeonfever 31

door Henk Simonsz

Voorbereidingen en opstarten kweekperiode (1)

Het komende nieuwe seizoen is nog jong, fris en fruitig. Gebeurtenissen, prestaties en triomfen van het afgelopen jaar zijn al weer historie en we staan allemaal weer op nul, met nieuwe kansen en mogelijkheden. Ook in de duivensport ben je immers net zo goed als je laatste seizoen. En als mega optimisten die we zijn, moet ons beste seizoen nog komen! Een duivenmelker is bijna altijd een jaar ouder als een “gewoon” mens omdat hij veel in het voren denkt en handelt. Dat maakt van ons een apart slag volk, dat ook nog eens moet kunnen incasseren. De meeste duivenmelkers kunnen gemiddeld dan ook goed overweg met tegenslagen.

Bij alles wat we doen heb je ook een dosis geluk nodig, dat staat buiten kijf. Maar je kunt er zelf ook veel aan doen om tegenslagen te voorkomen. Dat begint met de de kweek in het nieuwe seizoen. Je kunt in de zogenaamde stille periode voldaan achterover in je luie stoel gaan zitten en de boel de boel laten. Dat is een keus die je maakt. Ik denk dat je je geen stil seizoen kunt veroorloven omdat elke periode van het jaar even belangrijk is in het totaal plaatje.

De basis is natuurlijk het belangrijkste en dat is uiteraard een kweekduif met een fantastisch genenpakket. Daarmee begint alles. Maar als melker moet je natuurlijk daarnaast wel de voorwaarden scheppen dat de kwaliteit die in potentie aanwezig is, de gelegenheid krijgt er ook maximaal uit te komen. Deze duivin heeft werd al moeder van verschillende goede duiven waaronder Python maar ook Black Buster die in de zware semifinale van de Belgian Masters 2015 de 3e speelde. Haar moeder speelde ook al een 1e NPO op een 600 km vlucht en was ook de snelste van 25.487 duiven. Dus het genenpakket klopt wel. Aan mij de taak om er aan kweekwaarde uit te halen wat er in zit.

Als de vluchten afgelopen zijn, begint de rui, de selectie, de grote schoonmaak, de entingen, aanschaf en wellicht ook verkoop van duiven, mestcontroles, aanpassingen of uitbreiding van de bestaande accomodatie etc. En voor je het weet breekt de kweekperiode weer aan. Laat je in de aanloop naar de kweekperiode de duiven aan hun lot over en krijgen ze kort voor het koppelen pas weer de aandacht die ze verdienen, laat je toch een gat vallen. En neem je behoorlijke risico's. Ik vergelijk het vaak met te laat opstaan en dan gehaast een ontbijt naar binnen werken, alles vlug vlug vlug, om niet te laat te komen op je werk of afspraak. Zo'n valse start van de dag werkt de hele dag door en vaak niet in positieve zin.


Principe

Hetzelfde principe handhaaf ik bij de start en voorbereidingen van mijn kweekperiode. Omdat ik duiven kweek die aan eenhoksraces mee moeten doen is dat eigenlijk dé periode dat ik het meeste mijn stempel kan drukken op de prestaties die de duiven later in het seizoen moeten leveren. Ze zitten dan met een leger duiven uit heel de wereld op één groot hok met allemaal dezelfde verzorging en huisvesting. Dus op het gebied van spelen, begeleiden of werken met een bepaald systeem heb ik niet of nauwelijks invloed. Ik moet proberen een duif te kweken die niet alleen een van nature sterk afweersysteem heeft met een daaraan gekoppelde hoge natuurlijke gezondheid, maar natuurlijk ook de sportieve eigenschappen heeft om mee te kunnen doen voor de ereprijzen
 
Als voedingssuplement heb ik afgelopen seizoen op bepaalde momenten gebruik gemaakt van Japans voer dat ook gegeven wordt aan koikarpers. Hoogwaardiger is er volgens mij niet te vinden. Volgende keer meer daarover...

Nou zijn de meeste zaken natuurlijk genetisch bepaald. Het gezegde dat je uit 2 ezels moeilijk een renpaard kan kweken is ook hier van toepassing, maar toch kan je als melker in mijn beleving, wel het maximale uit een duif proberen te halen tijdens de kweek. Het is immers een feit dat er grote verschillen kunnen zitten in de kwaliteit van de kweek gemeten over verschillende jaren met dezelfde duiven en op het oog hetzelfde systeem. Op bijna alle hokken zie je wel dat ze een jaar hebben met procentueel veel goede duiven en dan weer een aantal jaren met een kweek resultaat waarvan er na een of 2 jaar niet of nauwelijks nog iets van op de hokken zit.


Veel uitgezocht

Ik heb veel energie gestoken om er achter te komen waar dat nu aan kan liggen. Heb nagekeken of er een bepaalde regelmaat in zat, bepaalde weersomstandigheden, hete of natte zomers. Ik heb het ook aan veel melkers gevraagd waar je dat fenomeen in een bepaald seizoen soms heel extreem tegenkwam. Dat ze soms in een jaar 4, 5 of zelfs 6 goede duiven wisten te kweken en de daarop volgende jaren niks bijzonders. Ik heb nog nooit concrete dingen kunnen ontdekken waaruit een duidelijke aanwijsbare oorzaak naar voren kwam die dat succes onderbouwden. Het lijkt iets ongrijpbaars en een beetje vergelijkbaar met de supervorm die sommige hokken in een bepaald jaar lijkt te treffen en waarbij er geen maat staat op de prestaties. Ook dat kan een jaar later weer totaal anders zijn.

Probeer maar eens op commando de supervorm op te roepen. Onmogelijk. Je kunt er aardig op sturen als je een bewezen systeem en vooral superhokken hebt, maar dan nog is het altijd weer afwachten. De mensen met een superhok hebben het wat dat betreft het makkelijkst. Dan hoef je er minder voor te doen lijkt het om in een bepaalde periode de topvorm op je hok te krijgen. En met een superhok bedoel ik niet de meest luxueuze hokken die je kunt bedenken. Dat kan ook een supersimpel hokje zijn met 4 dunne wandjes en 2 ethernietplaten. Maar daar gaan we binnenkort nog het e.e.a. over schrijven is de bedoeling.

Kortom ongrijpbare dingen in de duivensport die er mede voor gezorgd hebben dat de duivensport nog steeds bestaat. Als je alles kon beredeneren dan zou het snel afgelopen zijn.

Bas Verkerk heb ik het ook gevraagd. Hij is een van de toppers in de duivensport die ik tot nu toe de meest intelligente en verklarende opvattingen heb horen geven over allerlei zaken in de duivensport. Bij hem geen hoogdravende verhalen maar aan de praktijk getoetste en bewezen ervaringen. Volgens Bas heeft een superkweek alles te maken met de superconditie van de kweekduiven op dat moment. Hoe beter de conditie hoe groter de kans op een fantastische kweek en tot dusver heb ik geen beter of overtuigender antwoord gehoord van wie dan ook. Hooguit eenzelfde of nagenoeg hetzelfde antwoord.


Superconditie
Met dat idee in het achterhoofd kan je aan de slag! Maar ja hoe krijg je die super conditie en ingrediënten die nodig zijn om het maximale uit je kwekers te halen. Allereerst natuurlijk door te beginnen met topkwaliteit duiven die uit zichzelf makkelijk gezond blijven. Dat scheelt al enorm en voorkomt al dat je bv moet beginnen met een of andere kuur om een bepaalde besmetting te onderdrukken. Moet je al voor de kweek met antibiotica aan de gang betekent al dat je begint met de darmflora aan te tasten waardoor de algehele weerstand en conditie al gelijk een knauw krijgt.

Ook speelt de stress of beter gezegd het ontbreken daarvan een belangrijke rol denk ik. Duiven moeten zich thuis voelen en zichzelf kunnen zijn. Geen opgejaagde, gestresste duiven die zich niet thuisvoelen op een bepaald hok of in een bepaalde afdeling.
 
De kweekperiode vind ik prachtig. Genieten van de koppels die je samenzet en de positieve spanning die dat oproept wat de uiteindelijke kwaliteit van de jongen zal zijn die er uit komen.
Ook kan ik enorm genieten van de klasse die sommige duiven uitstralen zoals de kop van deze duivin mooi laat zien.

Afgelopen najaar heb ik bv in het buitenland 2 duiven aangeschaft waarvan niet zeker was wanneer ze hier heen getransporteerd zouden worden. Ze zijn er nu, half januari, nog steeds niet. Met zulke duiven ga ik dit seizoen echt geen duiven meer kweken voor de races. Ten eerste moeten ze bij mij minstens een maand in quarantaine en ten tweede moet zo´n duif eerst acclamatiseren en zich thuis voelen. Zo niet dan kan je het kweken van kwaliteits jongen wel vergeten.

Ik hoorde dat ook eens van iemand die een gedeelte van zijn hok gebruikte om topduiven tijdelijk te huisvesten die naar het buitenland moesten worden verscheept. Daar zaten vaak echte cracks bij en de doffers mocht hij in afwachting van het doorsturen, gerust tegen een duivin van hemzelf koppelen en de eieren onder een voedsterkopel overleggen. Hij vertelde me dat hij eigenlijk op deze manier zelden of nooit iets bruikbaars had gekweekt uit die gestreste duiven.


Kwaliteit

Kwaliteit van de sperma van de doffer is letterlijk van levensbelang, maar vergeet de kwaliteit van het ei ook niet. Niet alleen de kleur en dikte van de schaal, de grootte van het ei, maar vooral ook de inhoud is van groot belang. De waarde van de samenstelling van de eicel, de dooier, het eiwit etc wordt uiteraard in eerste aanleg ook weer bepaald door de kwaliteit van de genen. Maar aan de kwaliteit van de bouwstenen die de duif krijgt aangereikt, voor zowel het maximaliseren van de kwaliteit van het sperma maar ook van het ei, kan je vooral met de juiste voeding daar erg goed op sturen.

In eerdere afleveringen van Pigeon fever noemde ik al als voorbeeld het sprilunapoeder, wat een gunstig effect heeft op het sperma van de doffers, maar er zijn meer voedingssupplementen die een aantoonbaar positief effect hebben op de kwaliteit van het sperma van de doffer maar óók op de kwaliteit van het ei én tijdens de opgroei van de jongen. Als je daar uithaalt wat er in zit en gebruik maakt van de mogelijkheden die bepaalde supplementen je bieden, ben je al een eind op de goede weg om de basis te leggen voor een fantastische kweek. Ongeveer 10 dagen voor het leggen én de eerste periode tijdens de opgroei van de jongen zijn bv cruciale momenten om die supplementen te verstrekken. Simpel maar effectief! (wordt vervolgd) www.pigeonfever.nl




Pigeonfever 32


Voorbereidingen en opstarten kweekperiode door Henk Simonsz (2)


Om succesvol in de duivensport te zijn is een belangrijk gegeven dat je je duiven moet geven waar ze behoefte aan hebben. Een duif kan nog steeds niet praten en vergeet je in een bepaalde periode een op dat moment belangrijk voedingsmiddel te verschaffen, kan dat van directe invloed zijn op de rui, prestaties en/of de kweek van de duiven. Ze zullen niet direct ziek worden en bij gespeende jongen kan je aan de buitenkant ook niet altijd zien als ze ergens bij het opgroeien een gebrek aan hebben gehad.


Essentieel

Dat geldt natuurlijk ook voor duiven waarvan grote prestaties worden geëist tijdens de vluchten. Week na week moeten ze er staan en dan hoeft er maar ergens een kleine dip in de aanvoer van bepaalde supplementen te zitten en het kaarsje gaat gewoon uit. Ze gaan niet dood en worden vaak zelfs niet ziek maar de vorm gaat er wel vanaf. Veel melkers weigeren in te zien dat goede voeding in combinatie met een goed florerende darmflora essentieel is voor topprestaties tijdens vlucht en kweek. En het mooie is dat het allemaal niet ingewikkeld hoeft te zijn of dat je je een complex systeem moet laten aanpraten. Dat is inderdaad flauwekul, maar het belang van goede voeding wordt mijns inziens vaak danig onderschat.

De vraag rijst dan ook gelijk wat dan wel of niet goede voeding is? Het antwoord daarop is volgens mij ook niet zo moeilijk als het lijkt. Goede voeding bestaat uit elementen die voorzien in de behoefte van de duif op een bepaald moment of in een bepaalde periode. Zo zal de behoefte van een uitgeruide duif in winterrust heel anders zijn als van een duif die aan de vooravond staat van een maanden lange kweekperiode. Of een duif die aan de start staat van een zwaar en uitputtend vliegseizoen.

Het Gerry plus voer bevalt me uitstekend. De duiven eten het graag en ik gebruik deze mengeling het hele jaar door om het zwaardere kweekvoer op bepaalde momenten te “verdunnen”

Voor mezelf heb ik een heel simpel systeem die in mijn situatie het meeste wel afdekt. Allereerst een goed basisvoer wat bij mij het hele jaar door hetzelfde is. Ik gebruik slechts 2 mengelingen als basis en dat is de Junior/kweekmengeling van Paloma en Gerry plus van Versela Laga. De Gerry plus gebruik ik als “verdunner” zeg maar. In de winter geef ik bv meer Gerry plus en tijdens de opfok van de jongen krijgen ze meer van de Paloma mengeling. Beide soorten hebben een zeer hoge kiemkracht wat ik zelf regelmatig controleer en dat is al een betrouwbare aanwijzing dat het met de kwaliteit wel goed zit.

Een combinatie van deze 2 mengelingen vormt bij mij het hele jaar door de basis van wat mijn duiven krijgen. Deze basismengeling vul ik aan met zaken waarvan ik denk dat de duif daar extra behoefte aan heeft op een bepaald moment. Zo staat er altijd een zak met snoepzaad en een zak met hennep zaad van Teurlings paraat. Van allebei krijgen ze het hele jaar door een handje door het voer gemengd dat ik voor allemaal tegelijk klaar maak. Afhankelijk van de periode van het jaar variërend van 2 x per week tot iedere dag.


Grit-achtige substanties

Van het verstrekken van grit-achtige substanties maak ik wel veel werk. Het hele jaar door, krijgen ze iedere dag op 2 kilo voer ongeveer 2 flinke scheppen verse kwaliteitsgrit. Die laat ik zelf samen stellen naar mijn eigen wensen bij mijn locale duivenvoerleverancier uit Dokkum. Hij zorgt voor mooi grit, goede roodsteen, gemalen kiezel, houtskool en nog een handvol ingredienten waaruit de duiven iedere dag hun verse portie halen. Verder krijgen ze variërend van 1 tot 2 x maal per week Allerlei van van Tilburg, waarvan ze ook graag eten, vooral tijdens het azen als er jongen in het nest liggen. Ook staat er altijd een droge en schone pot met piksteen van Versela laga in het hok. Die potten houd ik iedere dag even op de kop zodat het kruim eraf valt. Wordt het potje vochtig wordt hij gelijk vervangen door een nieuwe. Dat is het eigenlijk wel wat ik over een heel jaar als basisverzorging doe.


In het drinkwater geef ik de jongen bij de overgang van pap naar hard voer graag een paar dagen Belgasol/electrolyten van de Weerd. Dat bevalt me uitstekend en ik heb nooit geen terugval wat de kwaliteit van de mest van de jongen betreft. De mest blijft goed en droog. In de rustige periode, bv als ze zitten te broeden, maak ik graag van de gelegenheid gebruik om de darmflora te versterken met Entrodex, probiotica van Jaap Koehoorn. Een uitstekend product, net als zijn Recovery, een geknipt eiwit dat direct in het bloed wordt opgenomen. Heel wat sportvrienden van mij zijn daar enthousiast over omdat de duiven daarmee na de vluchten razendsnel herstellen en je bijna een dag winst hebt bij het herstel en training.



De producten die ik gebruik noem ik gewoon bij naam. Moet ook kunnen vind ik, want veel sportvrienden kunnen dat waarderen, met name omdat ik geen enkele binding heb met welke voer of supplementenleverancier dan ook. Ik vraag en krijg nergens korting, koop wat ik goed vind, laat liggen wat ik slecht vind en kan er daardoor ook over zeggen wat ik wil. Daarnaast verkoop ik zelf helemaal geen producten die iets met de duivensport te maken hebben. Ik ben geheel onafhankelijk op dat gebied en wil dat ook zo blijven.


Supplementen

Dat geldt ook voor de supplementen die ik in de voorbereidingen naar en tijdens de kweek geef zoals het Spirulinapoeder wat me zeer goed bevalt. Ik kwam dat poeder op het spoor dankzij Falco Ebben die het hoorde van Francois Bernar die Kunstmatige Inseminatie bij duiven verzorgd en daarnaast veel onderzoek doet naar het effect van voeding op de kwaliteit van het sperma. Daarbij bleek dat Koikarpervoer ook opvallende resultaten gaf. Vorig kweekseizoen heb ik mijn kwekers 10 dagen voordat ik ging koppelen Spirulinapoeder over het voer verstrekt en wat me nog nooit eerder was overkomen dat van de 20 koppels die ik had gezet, alle eieren van de eerste ronde bevrucht waren. Ook het verdere verloop van de kweek gedurende het hele seizoen was echt super en ik heb niet een jonge duif tijdens het opgroeien hoeven op te ruimen die achter bleef of niet goed opkwam. Afgelopen week schouwde ik de eieren van de 1e ronde van dit jaar en van de 40 eieren was er slechts 1 niet bevrucht.

Een koppeltje van mijn kwekers die alles goed in de gaten houden zonder gestresst te zijn. Ik vind het erg belangrijk dat een duif zich goed voelt op het hok en in de afdeling waar ze zitten.

Het Koikarpervoer had ik er ook bijbesteld en dat heb ik verstrekt tijdens de opgroei van de jonge duiven en me er ondertussen via een aantal Koispecialisten verder in verdiept. Koikarpers worden wereldwijd steeds populairder. Het betreft gekweekte schubkarpers, waarbij gestreefd wordt naar bepaalde kleurcombinaties. Met name in Japan heeft de Koikarperkweek een zeer hoge status bereikt en de nazaten worden, net als bij duiven, wereldwijd verspreid. Het houden van koikarpers wordt steeds populairder en ook in Nederland heb je gespecialiseerde shops waar je (jonge) Koikarpers en materiaal kunt kopen om die vissen in een vijver te houden.

Zijn we in de duivenwereld vaak verrast door de enorme bedragen die betaald worden voor bepaalde duiven, in de Koikarperwereld doen ze er niet of nauwelijks voor onder. Ook daar worden vissen verkocht voor de kweek voor bedragen tussen de 150 en 250 duizend euro. De beste kweekvissen zitten in Japan en als je daar een vijvertje met Koi's hebt gaan ze daar natuurlijk ook uitermate voorzichtig mee om. Vissen zijn best kwetsbaar en er zijn wereldwijd heel wat gespecialiseerde Koikarper-artsen die de medische begeleiding doen.

Er zijn wat dat betreft veel overeenkomsten met de kweekduiven in de duivensport. Voor die kweekvissen is het voer natuurlijk enorm belangrijk. Niet alleen omdat ze bij het kuitschieten soms tot een miljoen eitjes afzetten, maar ook vanwege hun commerciële waarde. In het kielzog van dit hele gebeuren werd er door de Japanners ook speciaal voer ontwikkeld voor deze vissen en als Japanners zich daar op storten weet je bij voorbaat al haast zeker dat ze de perfectie zullen bereiken.


Intensief

Ik werk al 20 jaar intensief samen met Japanners en mag ze graag vanwege hun respectvolle omgang met andere mensen, maar vooral vanwege hun streven naar perfectie en de tomeloze inzet die ze daarbij ten toon spreiden. Zelf ben ik een enorme fan van Japanse producten. De echte Koispecialisten die ik heb gesproken waren het unaniem met elkaar eens, dat je aan de vissen duidelijk kunt zien of ze met een gewoon gemiddeld voer worden verzorgd of dat ze het hoogwaardige Japanse voer krijgen. Grote verschillen in kwaliteit van de vissen, de opgroei, kleur, gezondheid etc.

Een van de allerberoemdste voeders is het merk Hikari en ik heb nu de Saki Hikari Balance mengeling gebruikt. Het zijn korrels van 5 mm groot. Ze ruiken naar vismeel, de duiven eten het graag en ik heb inmiddels de samenstelling op een rijtje en stond echt te kijken hoeveel overeenkomsten er zaten in aanvullend duivenvoer plus in het achterhoofd het gegeven van Francois Bernar, dat het een aantoonbaar positief effect heeft op de kwaliteit van het sperma van de kweekdoffers. Ongelofelijk compleet en zuiver bereid. Echt het hoogs thaalbare. Volgende keer zal ik de complete vertaalde samenstelling vermelden en ik weet zeker dat je zult opkijken van wat Japanners onder hoogwaardig voedsel verstaan die zij aan hun waardevolste dieren geven. (Wordt vervolgd)






Pigeonfever 33


Voorbereidingen en opstarten kweekperiode door Henk Simonsz (3)

Dosering
De Hikari Koikarper korrels verstrek ik vanaf het moment dat de duiven gekoppeld zijn. Tien dagen voor die tijd hebben ze eerst het biologisch gekweekte, zuivere Spirulinapoeder over het voer gehad. Dosering: Spirulinapoeder 1 afgestreken eetlepel per 1-2 kilo voer, koikorrels 3 afgestreken eetlepels per 2 kg voer De reden dat daarna wordt overgegaan op de koikorrels is dat daarin vooral hoogwaardige ingrediënten voorkomen die nodig zijn als bouwstoffen voor het ontwikkelen van het ei. De samenstelling van het ei is zo complex en de aanmaak in het lichaam van de duivin zo bepalend voor de kwaliteit van het jong, dat het op dat moment zeker niet aan de benodigde bouwstoffen mag ontbreken.


Datzelfde geldt ook vanaf het moment dat het jong uit het ei is gekropen en door de ouders wordt gevoerd. Een van de belangrijke bouwstenen op dat moment is o.a. het Omega 3 vet, dat een positief effect heeft op de ontwikkeling van het embryo in het ei, maar ook tijdens de opgroei van het jong en dan vooral op de ontwikkeling van de hersenen. Dat feit is al langer bekend. Er zijn natuurlijk ook heel veel proeven gedaan op dat gebied en een daarvan betrof 2 groepen jonge hondjes, die tijdens de opgroei respectievelijk wel en geen omega 3 vetten kregen toegediend. De honden die het wel kregen bleken aantoonbaar intelligenter als de groep puppies die het niet kregen.

Afgelopen weekend kwamen de meeste eieren uit van de eerste ronde. Het wordt nu weer serieus genieten. Dit kleine duivinnetje van 2014 genaamd Titan werd afgelopen seizoen o.a. moeder van Harmony en nestmaatje Dorian. Haar zus vloog een 1e en 2e NPO als jaarling.
 
Bij duiven zijn 2 momenten cruciaal voor het toedienen van supplementen waarin Omega 3 vetten zitten en dat is bij de vorming van het ei en bij het opgroeien van de jongen. Buiten dat zitten er zoveel hoogwaardige supplementen in dat Koikarpervoer dat je voor een duif qua bijproducten naar mijn mening weinig betere ondersteunende supplementen kunt vinden als wat in deze Japanse korrels zit.


Hieronder de samenstelling van de korrels die ik gebruik en dat zijn die uit de Saki Hikari Balance samenstelling. Een leuke opsteker voor mij was dat ik bij de zoektocht naar de beste supplementen ook de Koisupply Spirulina korrels tegen kwam. Zonder dat ik het wist bleek er ook Koikarpervoer bestaat waarin een hoog percentage zuiver Spirulina poeder is verwerkt en als ondersteuning wordt aanbevolen bij het andere Koivoer. Toch leuk om dat tegen te komen!

Samenstelling (vertaald) van de Saki Hikari Balance korrels:

Vismeel, gedroogd bakkerij product, tarwemeel, sojameel, gedroogd brouwersgist, tarwekiemen, visolie, maïsvlokken, gedroogd zeewier, rijst zemelen, mononatriumglutamaat, knoflook, DL-methionine, probiotica, astaxanthine, choline chloride, vitamine E supplement, L-ascoryl-2-polyfosfaat (gestabiliseerde vitamine C) inositol, calciumpantothenaat, riboflavine, vitamine A olie, thiamine mononitraat, pyridoxine hydrochloride, niacine, menadione natriumbisulfaat complex (bron van vitamine K) foliumzuur, vitamine D3 supplement, biotine, dinatriumfosfaat, ijzersulfaat, magnesiumsulfaat, zinksulfaat, mangaansulfaat, kobaltsulfaat, Calciumjodaat.

 
Net zoals bij duivenvoer heb je ook Koikarpervoer in alle soorten, maten en prijsklassen. De korrels op de foto zijn bv in Nederland gefabriceerd.  Het kwaliteitsverschil kan enorm zijn. Pak daarom voor je duiven bij voorkeur de korrels die in Japan gefabriceerd zijn.
 
Ook de gespecialiseerde dierenarts Peter Boskamp schrijft over de invloed en het belang van mineralen, sporenelementen en vooral ook van Omega 3 vetten bij bepaalde groeiprocessen. Hij beschrijft dat ook in zijn zojuist verschenen boek “Duiven gezond houden” Het is een vlot leesbaar, in begrijpelijke taal geschreven boek, prachtig uitgevoerd en meer gericht op het gezond houden van een kolonie als op het beter maken van zieke duiven.


Ik heb zelf enkele boeken op mijn naam staan over het vissen op roofvis en weet wat erbij komt kijken om een goed boek te schrijven. Voor mij is zijn boek dan ook een echte aanrader, bevat enkele innovatieve stukken en het beste boek dat ik ooit over de gezondheidszorg in de duivensport heb gelezen. Een prima naslagwerk bovendien. Ik waardeer ook zijn voortdurende onderzoek naar bv de bacteriën die mede verantwoordelijk lijken voor het verspelen van jonge duiven en ook het feit dat hij als arts makkelijk benaderbaar is. Ik hoop oprecht dat hij bij zijn gedreven speurtocht daarin zal slagen. Zou beslist een zegen voor de duivensport zijn.


Verder is ook interessant hetgeen hij schrijft over het kwaliteitsverschil van duivenvoer van de laatste jaren tov vroeger. Het ziet er nagenoeg hetzelfde en door wat behandelingen misschien nog wel beter uit als vroeger, maar het is schrikbarend om te lezen hoeveel minder mineralen en aanverwante elementen nog in de granen aanwezig zijn. Een van de redenen daarvan is o.a. dat de bacteriën en schimmels die er verantwoordelijk voor zijn dat de mineralen zodanig worden voorbewerkt dat de plant ze ook daadwerkelijk kan opnemen, worden gedood door het gebruik van bestrijdingsmiddelen.

Het nieuwe boek van dierenarts Peter Boskamp

Boskamp haalt van deze dramatische verschillen daarover in zijn boek een aantal voorbeelden aan. Eiwitten koolhydraten en vetten lukt allemaal prima, maar als je kijkt naar bv ijzer, caroteen, foliumzuur, calcium etc zijn er de laatste 40 – 50 jaar enorme hoge percentages van achteruitgang van die stoffen in bv mais gemeten. Je praat dan over verminderingen in percentages van 50 tot maar liefst 97 % ! Het is tegenwoordig dan ook echt geen verrassing als blijkt dat er mbt die stoffen makkelijk tekorten kunnen ontstaan. En dat merk je echt niet als de duif in de winter lekker in zijn schapje zit te soezen, maar openbaart zich wel als er topprestaties moeten worden geleverd.


En wat voor mij ook erg interessant was om te weten dat het belang van een goede darmflora nogmaals wordt onderstreept, niet alleen omdat blijkt dat door het gebruik van antibiotica, niet alleen de slechte maar ook de goede bacteriën worden vernietigd. Maar vooral ook omdat blijkt dat die goede bacteriën ook noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat de duif bv de verstrekte mineralen kan opnemen. Zijn die bacteriën er niet, dan heb je een probleem en worden de mineralen zo weer met de mest weer uitgescheiden. Wellicht iets om over na te denken, vooral voor de melkers die antibiotica verstrekken alsof het snoepjes zijn.


Reden voor mij destijds om de jaarlijkse paratyphus enting niet meer vooraf te laten gaan door een antibiotica kuur. Ik ent nu zonder kuur met levende entstof. Het grote voordeel daarbij is dat de darmflora gespaard blijft en waar nodig ondersteun ik die ook nog eens graag met op duiven afgestemde probiotica. En zouden er paratyphus bacteriën op je hok voorkomen dan heeft een duif in mijn beleving meer aan een sterke darmflora met grote diversiteit als aan een stevige antibioticakuur. Kijk, krijg je een echte paratyphus uitbraak dan zal je wel aan de antibiotica moeten, dat snap ik ook wel. Maar bij al die zogenaamde zuiverende antibioticakuurtjes die zo makkelijk worden gegeven, zet ik toch wel grote vraagtekens. En zeker op de langere termijn boer je steeds verder achteruit.


Bij proeven met besmette duiven in de kliniek van Boskamp bleken verschillende populaire paratyphuskuren in de praktijk ook bijna geen of nauwelijks effect te hebben, zelfs niet als ze een maand lang werden gegeven. Ik heb de indruk dat veel melkers zichzelf gewoon voor de gek houden daarmee, maar dat is mijn persoonlijke mening en nergens op gebaseerd. Wat dat betreft ondersteun ik wel volledig het gezegde: Het beste geneesmiddels is en blijft selectie


Het beste geneesmiddel is en blijft selectie!

Ik denk zelf dat de beste en meest effectieve manier om een enkele besmette duif te behandelen is door hem of haar op te ruimen. Enting tegen paratyphus kan overigens helpen om de uitscheiding bij duiven die het virus bij zich dragen en geen ziekteverschijnselen hebben, te voorkomen. Dit wordt overigens ook beweerd door enkele bekende dierenartsen al dan niet in combinatie met een kuur. En verder kan een enting sowieso nooit kwaad als het om opbouwen van weerstand gaat lijkt mij.


Co Verbree beschrijft in zijn no nonsense artikelen regelmatig ervaringen uit de praktijk waar je veel van kunt leren. Die zegt bv dat je bij overdreven medicijngebruik 1 stap vooruit kunt zetten maar op termijn weer 2 stappen terug zal moeten doen en daar kan ik me helemaal in vinden.


Als ik zie wat de verschillende dierenartsen over ziektes vertellen zit daar echter weinig overeenkomst in. Wat de een als goed aanprijst wuift zijn collega net zo makkelijk weer weg. Probleem is dat ze allemaal hun mening baseren op eigen waarneming en ervaringen omdat voor de pharmaceutische industrie de kosten van specifiek onderzoek mbt postduiven niet opweegt tegen eventuele baten. We zullen het daar dan ook mee moeten doen en hooguit kunnen mee liften op ontwikkelingen die voortkomen uit onderzoek naar preventie en ziektebestrijding bij dieren, die commercieel wel interessant zijn. Maar zelf een beetje logisch nadenken kan natuurlijk ook nooit geen kwaad.... (wordt vervolgd) www.pigeonfever.nl





Pigeonfever 34


Voorbereidingen en opstarten kweekperiode door Henk Simonsz (4)


Het vorige deel over de aanloop en voortgang van de kweekperiode heb ik afgesloten met het gedeelte over voedings-supplementen in combinatie met het belang van een goede darmflora als afweer tegen schadelijke bacteriën. Met die twee-eenheid kan je heel veel problemen voorblijven. En preventie werkt nu eenmaal beter als achter de feiten aan hollen. Dan ben je namelijk altijd tweede. 

Maar er zijn meer zaken op het hok die van belang zijn om een kweekperiode goed te laten verlopen en waar ik persoonlijk ook belang aan hecht Je krijgt echt geen goede kweek als je alleen maar één onderdeel sterk uitvergroot en daar veel aandacht aan besteed. Het gaat uiteindelijk om het totaal plaatje. Als je zo weinig mogelijk aan het toeval overlaat en probeert te sturen op zaken waar je als melker grip op kunt hebben wordt de cirkel uiteindelijk vanzelf rond en kan je het resultaat van je kweek maximaliseren. Vaak zit het hem in kleine dingen die als je alles bij elkaar optelt toch een bepalende invloed kunnen hebben op het uiteindelijke resultaat van de kweek.  


Enten

Ik zal hieronder in dit laatste deel van de voorbereidingen voor een succesvole kweek wat dingen op een rijtje zetten die bij mij de nodige aandacht krijgen. Vier weken voordat ik begin met het kweken worden alle duiven ingeënt tegen paratyphus. Het schijnt volgens de mensen die er verstand van horen te hebben zo te zijn dat, de afweerstoffen die de duif naar aanleiding van de enting aanmaakt, ook worden doorgegeven aan het jong wat uit de daaropvolgende koppeling wordt geboren. Dat is natuurlijk mooi meegenomen en daarmee maken de jongen natuurlijk een perfecte start.


Twee weken voor het koppelen begin ik met het bijlichten van de kwekers om ze uit de wintermodus te halen, waardoor ze actiever en levendiger worden. Ook de samenstelling van het voer wordt gevarieerder en de doffers worden alvast op de hokken geplaatst. Ik zorg ervoor dat de oudere doffers alvast in hun broedvakken kunnen en de broedvakken bestemd voor de nieuwkomers blijven dicht totdat ze daadwerkelijk worden gekoppeld. Dit voorkomt dat de ervaren oudere doffers alvast 2 broedvakken inpikken omdat de nieuwkomers nog te weinig zelfvertrouwen hebben in hun nieuwe leef omgeving. Het is allemaal nieuw voor ze en ze zijn op dat moment nog een makkelijke prooi voor een dominante doffer die er van nature graag een broedvak bij wil pakken.


Dominant

Die dominante doffers houd ik wel goed in de gaten en vooral bij de nieuwkomers probeer ik in te schatten hoe dominant ze zijn en in welke vorm. Je hebt van die doffers die knokken om het knokken. Dit zijn de agressieve types die het leuk vinden om zoveel mogelijk broedvakken te veroveren en met iedereen het gevecht aangaan. Ik zie liever de andere types die knokken om een duidelijke reden en zich verder rustig houden en geen overlast op het hok veroorzaken.


Ik heb dit jaar van beide types één doffer zitten. De doffer die knokt voor de lol zeg maar, zou ik er het liefst direct uitschoppen, maar hij heeft me teveel kwaliteiten om dat ook daadwerkelijk te doen. Hij heeft nu een smal afdelinkje in het hok voor zichzelf gekregen en zit daar alleen met zijn eigen duivin. Ik kan nu wel van hem kweken maar zonder de irritaties en narigheid die zulke potentiële moordenaars kunnen veroorzaken. Daarbij kunnen ze zo dominant zijn dat de andere duiven super gestresst worden en soms niet eens kunnen eten omdat hij ook niemand bij de voerbak tolereert. Kortom kort houden dat soort mannetjes.

Met dit soort zitjes heeft een duivin die door een overspannen doffer tijdens het drijven genadeloos wordt opgejaagd, tenminste even kans om bij te komen.

Ik heb er dit jaar ook één die telkens aan het knokken was met de bewoner van het broedhok aan zijn linkerzijde. Ik snapte er niet veel van waarom hij dat telkens deed en was eerst bang dat het ook zo'n killer op het hok zou worden. Dat bleek niet het geval. Deze doffer, een volle broer van de fenomenale Friendship van Rik Hermans, viel me vanaf dag 1 al op. Op het moment dat ik hem voor het eerst bij de doffers in de ren deed, bleef hij ongeveer 30 seconden op de vloer zitten. Zat rustig omhoog te kijken naar de doffers in de bovenste vakjes, zocht er een zitplaats uit dat hem wel aanstond, vloog vervolgens naar boven, mepte de andere doffer eruit en was de weken erna iedere avond weer in hetzelfde vakje terug te vinden. Die scoort dus veel punten bij mij…

Nu was hij telkens aan het knokken met zijn linkerbuurman maar dat was ook de enige waar hij ruzie mee maakte. Ik merkte dat hij zijn buurman gewoon niet kon luchten of zien en helemaal los ging als die alleen maar naar hem keek. Voor die buurman had ik nog wel een alternatieve plekje over en heb hem daar naar overgehuisd. Daarna geen enkele knokpartij meer met die broer Friendship. Zijn kop had hij wel behoorlijk beschadigd maar zijn agressie was slechts op 1 duif gericht en daar zal hij wel een reden voor gehad hebben denk ik dan. 


Nieuwkomers

Pas op het moment dat de duivinnen erbij komen geef ik de nieuwkomers hun broedvak en zet ze daarin tesamen met hun duivin. De eerste paar dagen laat ik ze om en om los en na 2 of hooguit 3 dagen is het koppel al aardig gewend aan hun broedvak. Mocht er nu een oudere doffer een poging wagen dan krijgt hij zowel de doffer als duivin op zijn nek. Meestal is het geknok dan snel over. Vanaf dat moment verstrek ik de duiven ook tabaksstelen die ik op de grond leg of indien mogelijk in de ren op een zodanige plek dat ze er een eindje mee moeten vliegen om ze naar hun broedvak te brengen. Door dat gesleep met die tabaksstelen leren ze op een gegeven ogenblik feilloos hun bak te vinden en heb je als bijkomend voordeel dat de bakvastheid ook groter wordt. Misvliegen is er dan bijna niet meer bij.

Bij duiven die enorme nesten maken haal ik meermalen een deel van de stelen weer weg zodat ze nog een tijdje door kunnen gaan met het slepen. Het zou mij niet verbazen dat dit soort rituelen ook een positief effect heeft op de hormoonhuishouding van de duiven, immers je stimuleert natuurlijk wel de natuurlijke kweekdriften. Het hoort er allemaal bij en ook in het wild zie je dat in de aanloop naar het kweken de duiven heel veel enerigie steken in het verzamelen van takjes en strootjes om een nest te maken.

Overstuur

Ondanks dat heb je altijd nog de kans dat duiven een verkeerd broedvak invliegen doordat ze ergens van schrikken of bv een andere duif in de lucht raken waardoor ze van hun lijn afwijken. Het hoeft maar weinig te zijn en het gaat al fout. Zijn die broedvakken allemaal hetzelfde van binnen, heb je wel een probleem en vooral de karakterdoffers gaan dan het gevecht aan omdat ze denken dat ze in hun eigen broedvak zijn gevlogen. Doordat de broedschalen op de bodem van het broedvak staan is het letterlijk maar een kleine stap om al vechtend in de broedschaal terecht te komen waarbij vooral kale jonkies en eieren enorm kwetsbaar zijn en zo'n gevecht vaak niet overleven. Eeuwig zonde en o zo nutteloos en frusterend. Iets wat veel melkers ieder jaar weer opnieuw overkomt. Je kunt er wel wat aan doen om het risico veel kleiner te maken.


Deze zogenaamde motivatiebakken, die geleverd worden door Houthandel Kuipers in Steenwijk, bieden een stukje extra veiligheid om bij vechtpartijen te voorkomen dat de kale jonkies of de eieren tijdens hetgevecht sneuvelen. Ze zijn er in verschillende hoogtes.


 

Zelf heb ik altijd 3 voedsterkoppels die bewezen hebben dat ze erg goed zijn in het grootbrengen van jongen en ook hun broedvak adequaat verdedigen. Zulke koppels moet je zuinig op zijn en ik huisvest ze het liefst in de bovenste 3 broedvakken zodat de kans op misvliegen al veel kleiner wordt. Van mijn beste koppels leg ik de eieren onder deze voedsters zodat het risciso al veel minder is van koppels die bv de middelste broedvakken bewonen.

Wat ook goed kan werken is het gebruik van de zogenaamde motivatiebakken die o.a. te koop zijn bij Houthandel Kuipers in Steenwijk. Ze zijn verkrijgbaar in 2 hoogtes van respectievelijk 10 en 19 cm. Je zet de schaal in de box en de eieren en jongen bevinden zich op een veel mindere kwetsbare hoogte in het broedvak. Gaan er 2 aan het knokken dan is de kans dat de eieren of jongen vertrapt worden aanmerkelijk kleiner. Voor de prijs van slechts 6 euro kan je zelf het hout nauwelijks kopen. Voor die prijs heb je een effectief middel om ellende te voorkomen. Ze zijn eigenlijk gemaakt voor een andere toepassing maar werken o zo goed voor dit doel.
 
Twee complete sets van motivatiebak met schotel. Een aanrader bij vechtlustige doffers
 
Verder werk ik graag met matjes in de schotel die ik aan de onderzijde vast maak met een dubbele strook duc tape. Het matje blijft mooi op zijn plek en verschuift niet. Als de doffers klaar zijn met het slepen van de tabaksstelen haal ik het grootste gedeelte van de stelen weer weg. Je voorkomt daarmee dat de eieren te hoog komen te liggen met het risico dat ze uit het nest rollen bij druk van buitenaf. Ook kijk ik van tevoren naar het karakter van de verschillende duiven en zorg ervoor dat er niet teveel dezelfde karakters bij elkaar komen te zitten. Persoonlijk vind ik het erg belangrijk dat er in iedere afdeling een soort van harmonie heerst, een relaxte sfeer zeg maar. Dat werkt in alles door en als de duiven bv een bad krijgen en ze liggen verspreid door het hele hok op één vleugeltje te drogen voel ik me, net als de duiven, ook top.
Ontsnappen
 
Een ander punt van aandacht vind ik dat er een mogelijkheid moet zijn voor een duivin om even een tijdje te kunnen ontstnappen aan de druk van een doffer die helemaal blind wordt als hij aan het drijven is. Je hebt erbij die helemaal gek lijken te worden en de duivin geen milimeter ruimte gunnen. De duivin kan nauwelijks eten of drinken. Ik probeer ze daarbij te helpen door op verschillende plaatsen in het hok zitjes op te hangen waar ze alleen op kunnen zitten zonder dat de doffer erbij kan. Dat komt de duivinnen echt ten goede net als het bijvoeren in het broedvak tijdens het drijven.
 

Als ik de nieuwe koppels voor het eerst bij elkaar opsluit zie je vaak al gelijk of er een zogenaamde hakker bijzit. Zo'n doffer die in één nacht de kop van een duivin twee keer zo groot kan laten worden en haar tot bloedens toe kan verwonden. Zo'n koppel zet ik pas aan het het begin van de nacht bij elkaar en laat het broedvak open zodat de duivin uit het broedvak kan vliegen als het te gek wordt. De rest van de koppels houdt ik die nacht dan opgesloten. Omdat ik allemaal kleine afdelingen heb met weinig koppels gaat dat prima. Heel vaak zitten ze na 1 of 2 nachten toch samen in het broedhok. De doffer past zich snel aan omdat de duivin weg kan vliegen.
 
Ook probeer ik in het hok een paar plekjes te realiseren waar een koppel zich uit het zicht van de meute kan terugtrekken en op zo'n plek de liefde kan bedrijven zonder dat er gelijk 3 doffers bovenop vliegen. Dat is vragen om verkeerde bevruchtingen en kan een mogelijke oorzaak zijn dat er uit een bepaald koppel maar één keer een echt goede komt..... Ik probeer dat soort plekjes te creëren door een aantal latten op zodanige plaatsen te monteren dat ze daar mooi uit het zicht kunnen zitten.Vooral in de ren werkt dat goed en heb ik 2 latten helemaal schuin naar links en naar rechts liggen, waar ze mooi rustig met elkaar kunnen scharrelen.
 
Alles wat ik hier benoem lijkt voor sommigen wellicht overdreven en vinden het allemaal niet nodig. En de elementen die ik afzonderlijk beschrijf zijn op zichzelf niet wereldschokkend dat klopt helemaal, maar als totaalplaatje kunnen ze toch wel verschil maken denk ik en sowieso het risico dat waardevolle eieren of jongen overstuur gaan, verkleinen.
 
Ik voel me er in ieder geval gemotiveerd bij om het zo te doen. En mocht dat om wat voor reden dan ook eens wat minder zijn, hoef ik alleen maar even door de deelnemerslijst van bv de Belgian Masters te scrollen.... Dat kan natuurlijk 2 kanten op werken. Of de moed zakt je gelijk in de schoenen of je raakt op en top gemotiveerd. Niet zo moeilijk voor te stellen wat het bij mij doet. (wordt vervolgd) www.pigeonfever.nl



Pigeonfever 35


Voorbereidingen en opstarten kweekperiode door Henk Simonsz (5) Slot


Bij het laatste deel van de serie over voorbereidingen op de kweek en kweekperiode wil ik nog even terugblikken op de stand van zaken betreffende de opbouw van mijn kweekhok. En natuurlijk de resultaten die er tot dusver met de nakomelingen van mijn 20 koppels kwekers zijn behaald tijdens eenhoksraces en op bevriende hokken die voor mij jonge duiven op de reguliere vluchten hebben uitgetest.


Alternatieven

In de eerste 4 delen heb ik veel aandacht besteed aan bepaalde voedingssupplementen. Hoogwaardige en gevarieerde voeding is natuurlijk een van de pijlers voor maximaal presteren bij topsporters, maar ook bij duiven. Sommigen denken dat we binnen de duivensport heel ver zijn op dat gebied, maar wat veel melkers doen aan zogenaamde medische begeleiding en het verstrekken van ondersteunende producten lijkt vaak meer op natte vingerwerk dan werken volgens een bepaalde strategie of doordacht plan. Zeker vergeleken bij andere (top)sporten.


Binnen de duivensport kan je nog steeds met een ondersteunende opleiding van 6 jaar perenplukken en 4 danslessen in combinatie met een spannend, vaak totaal niet onderbouwd verhaal, hele volksstammen zo gek krijgen dat ze product X of Y gaan kopen en gebruiken Daardoor zullen je oude duiven immers harder gaan vliegen en of is het verspelen van jonge duiven vanaf dat moment helemaal verleden tijd. Wetenschappelijk onderzoek gebeurt niet of nauwelijk of op heel kleine schaal. Gelukkig wordt er binnen commerciële bedrijven wel veel onderzoek verricht en daarbij is het een zegen, ook voor de duivensport, dat bv het gebruik van antiobiotica sterk aan banden wordt gelegd. Commerciële bedrijven kijken logischerwijs eerst altijd naar het kostenplaatje en de ruimte die er binnen de wet is.

Grit, roodsteen, gemalen kiezel, mineralen etc. etc. krijgen ze bij mij iedere dag vers.

Knijp je een van deze mogelijkheden af dan gaan ze vanzelf wel op zoek naar alternatieven. Ik verwacht daar veel van in de komende tijd en heb ook al zeer interessante verhalen gehoord van onderzoeken, waarbij met natuurlijke producten in de kippen- en varkensindustrie goede resultaten worden geboekt. Het kan dus wel en het geeft hoop voor de toekomst.

Stand van zaken

Op het moment dat ik met de Pigeon Fever artikelen voor de Duif begon te schrijven heb ik gezegd mij kwetsbaar op te zullen stellen en ook regelmatig de resultaten te zullen vermelden die mijn duiven hebben behaald. Het is wel leuk om je plannen, visie en opbouw, middels artikelen weer te geven, maar daarbij hoort dan ook een regelmatige update van de stand van zaken.


Ik merk ook dat er aardig wat melkers in geinteresseerd zijn en dat geeft het voor mij een extra prikkel. De meeste melkers snappen ook hoe moeilijk het is om vanaf helemaal nul te beginen met het opbouwen van een goed kweekhok. Kijk maar eens op je eigen hok met hoeveel bijgehaalde duiven je bent geslaagd en waar je zou staan als je je oude bewezen lijntje zou moeten inleveren...In dat perspectief moet je mijn opbouw ook zien vanaf het moment dat ik in 2011 besloot weer duiven te gaan houden.


Eind 2011 en in 2012 werden de eerste duiven aangeschaft en daarbij zaten heel wat miskopen die bij mijn manier van duiven houden (geen medicijnen en wat ziek werd opruimen) achter elkaar door de mand vielen. Af en toe zag het er heel somber uit, maar uiteindelijk kwamen er toch duiven bovendrijven die het systeem wel aankonden en ook nog eens kop konden vliegen. In 2013 en 2014 werd telkens aan de hand van de resultaten, karaktereigenschappen etc. ongeveer de helft van het kweekhok uitgeselecteerd en vervangen door óf duiven van de lijnen die bewezen het wel aan te kunnen óf door nieuwe aanschaffingen om die daar tegen te kruisen.


Zes stuks

Van nieuwe lijnen die ik bijhaalde waren dat meestal groepjes van minimaal 6 duiven zodat ik in 1 jaar 6 verschillende koppelingen kon samenzetten met bestaande lijnen. Aan het eind van dat jaar had ik dan al een reeël beeld of zo'n nieuwe inbreng een meerwaarde kon zijn of juist niet. Bij tegenvallende resultaten ging zo'n lijntje er dan na 1 jaar in zijn geheel weer uit.


Ik zie weinig nut in het oeverloos proberen van nieuwe aanschaffingen. Een ander verhaal is het uiteraard wanneer je maar 1 duif van een ander hok aanschaft. Dan ben je haast wel verplicht minimaal 2 of 3 jaar verschillende koppelingen uit te proberen. Ik wil het allemaal wel strak in de hand houden, niet teveel tijd te verprutsen met duiven die dat niet verdienen en vooral niet teveel duiven houden.


Twintig koppels is en blijft de max. met daarbij een 3 tal voedsterkoppels. Als ik in mijn Japanse fruitschaal de ringen tel van de aanschaffingen die het niet konden bolwerken of niet aan de eisen voldeden, zit ik momenteel aan ongeveer 220 duiven. Dat aantal zal niet zo snel meer stijgen omdat er inmiddels een bepaalde rust in de stamvorming is ontstaan en de basis waar ik mee verder wil duidelijke contouren begint te krijgen. Wat er nu nog bijkomt zijn duiven die raakvlakken hebben met die basisduiven en duiven die op andere hokken succesvol gekruist zijn met de basislijnen waar ik ook succes me heb.

Als alles goed gaat gaan zitten deze duifjes over ruim 3 weken al op de hokken van de Belgian Masters in Nevele.....


Dat systeem bevalt mij erg goed, ook in de nakweek, want op die manier maak je tevens gebruik van de speurtocht van andere hokken naar uitstekend kruisingsmateriaal. Als een tophok iets aanschaft uit hetzelfde lijntje dat het bij mij ook goed doet, zal die zijn duif kruisen met het allerbeste van zijn eigen hok.. Als dat dan pakt zijn dat voor mij de ideale “bijhaalduiven”. Met die strategie heb ik fijne duiven bijgehaald en weer teruggezet tegen mijn beste duiven.


Namen

Vertaald in namen en rassen komt het er op neer dat de harde kern van mij huidige kweekhok bestaat uit 8 duiven van hetzelfde soort, allemaal afstammelingen van stamduif Jaarling Dondersteen van Hermans-Van den Branden. Deze lijn komt bij mij nadrukkelijk naar voren in prestaties en gezondheid en daaromheen zal ik mijn hok dan ook verder uitbouwen. Als kruisingsmateriaal heb ik o.a. duiven van Ad Schaerlaeckens (lijn Ace Four) , van Loon en Tip Top 5 van gebr Leideman, die stuk voor stuk gekoppeld hebben gezeten tegen rechtstreekse kinderen uit het stamkoppel Leonardo x Tinkelbel van Arie Dijkstra.

Van eerder genoemde Dondersteenlijn heb ik o.a. 5 duiven uit de Schele van de Jaarling, waarvan 4 in koppeling met Kamikaze. Zij is zus van de fameuze Minerva, 1e nat. asduif jong Cureghem Centre van Rik Hermans en komt uit duiven van Kees Bosua en Bas Verkerk. De Schele van de Jaarling komt rechtstreeks uit stamduif Jaarling Dondersteen x dochter Bubbles van Bas Verkerk, die haar op zijn beurt weer bij Ad Schaerlaeckens haalde. Verder heb ook een volle broer van Kamikaze/Minerva welke die Dondersteenlijn mooi compleet maakt.

Uit alle kinderen van de Schele van de Jaarling die ik heb, zijn inmiddels al goede duiven gekomen, waaronder zelfs 1e prijzen in de Union Antwerpen. Dan heb ik nog een heel fijne doffer uit een zus van het Kanon van Danny van Dijck die erg goed kweekt. De vader van het Kanon komt weer uit de Schone van de Jaarling Dondersteen. Als laatste van deze basisduiven heb ik dit najaar een volle broer van Friendship van Rik Hermans bijgehaald.


Friendship won o.a. 1e nat. Chateauroux in 2015 en was tevens de snelste van 44.314 duiven. Het nestmaatje van Friendship won als jaarling in 2015 een 12e nat. Chateauroux tegen 14.496 duiven De vader van Friendship komt uit de Harry van Jan Hooymans en stond toen gekoppeld tegen het laatste kind uit Jaarling Dondersteen x Janssenduivin en kreeg de toepasselijke naam Last One.


De uitslag waar ik zelf het meeste plezier aan beleefde was de zware semi-finale van de Belgian Masters 2015. In het eerste half uur wisten slechts 15 duiven de hokken in Nevele te bereiken. De 1e plaats was voor Jan Hooymans terwijl duiven van mij de 2e en 3e stek pakte respectievelijk door een kind uit Zoon Schele en een kind uit Penneke 92, welke uit zuster Kanon komt. Beide duiven uit de lijn Jaarling Dondersteen.


Toen ik later de stamboom zag van de duif van Jan Hooymans moest ik toch wel even glimlachen. De vader van de eersteprijswinnaar van Jan was gekweekt uit een dochter van zijn fenomeen Harry, die toen gekoppeld stond tegen Last One, jawel dezelfde laatste dochter uit Jaarling Dondersteen x Janssenduivin, waar ook de vader van Friensdhip uitkomt. Wel straf toen bleek dat in de nummers 1, 2 en 3 op de uitslag bij allen ook het bloed van de Jaarling Dondersteen door de aderen stroomde... 



Dit is Pinky die op OLR in Denemarken 2015 de 7e prijs in de superzware finale pakte tegen 1088 duiven, waar er de eerste dag maar 113 duiven door kwamen. Hij zat in het kopgroepje dat de 2e t/m 7e prijs pakte met slechts 14 seconden onderling verschil. Ik heb hem weer teruggekocht en hij heeft nu jongen van ca. 10 dagen. (aanvulling 2016; Dat jong van Pinky stuurde ik naar de AS Golden Race in Griekenland en die vloog in de zware bloedhete finale de 58e plaats. Een volle broer van Pinky genaamd Long Rider, speelde in 2016 tijdens de superzware finale van de Belgian Masters, waar er maar slechts 32 duiven doorkwamen, de 10e plaats. Hij werd dezelfde dag geveild en een Chinese koper betaalde er maar liefst 4500 euro voor. Ik heb hem nog even bekeken voor de verkoop en het was ook een prachtig gebouwde doffer. 

Voor het kweekjaar 2016 zijn er van een tophok met recente prestaties nog een zestal duiven uit de allerbeste koppels bijgehaald die komend seizoen zullen worden uitgetest. Daarnaast ook weer enkele van de lijnen die het al goed deden op mijn hok. Volgend jaar om deze tijd zal ik verslag doen of de nieuwkomers echt iets hebben bijgedragen om mijn stammetje beter te maken.


Tenslotte

Tenslotte blijf ik optimistisch over de duivensport an sich. Er zijn genoeg misstanden, dat is ook wel duidelijk, maar vergeet echter niet dat dingen die niet goed gaan tegenwoordig enorm worden uitvergroot door de moderne nieuwsgaring zoals bv internet. Daardoor kan je ook een vertekend beeld van de werkelijkheid krijgen en dat is is in het normale leven niet anders. We horen en zien zoveel nieuws (bijna altijd negatief) dat het menselijke brein dat nauwelijks meer kan verwerken en bevatten.


Nog steeds beleven in Belgie, Nederland en Duitsland tienduizenden veel plezier aan de duivensport De duivensport zal kleiner worden dat is duidelijk, maar dat is met bijna alle hobbies het geval. Er zijn zoveel alternatieven dat de spoeling ook steeds dunner wordt. Daar moeten we wel op anticiperen maar ook niet van in paniek raken vind ik. We zullen als organisatie zeker slanker worden, dat staat buiten kijf, maar het biedt ook kansen om de zaken veel professioneler aan te pakken.


Er zijn landen genoeg waar je een fractie van het aantal melkers van hier hebt en ook daar wordt met duiven gespeeld. De tijd dat je om de hoek duiven kon inkorven zal steeds meer geschiedenis worden, maar er zijn alternatieven genoeg om de sport levendig en interessant te houden. Het is nog steeds een fijne sport om te doen en we wensen alle lezers dan ook veel succes in het komende vliegseizoen dat steeds dichterbij komt én vergeet vooral niet te genieten.


Voordien eerst nog een bezoek aan de Gouden Duif 2016, waarvan de Nederlandse winnaar speelt op een hokinstallatie van krap 4 meter en de winnaar Superstar Fond de beschikking heeft over een accomodatie van in totaal slechts 10 meter.... Vandaar Gouden Duif, de eerlijkste en meest prestigieuze competitie met het mooiste duivenfeest ever! (Slot) www.pigeonfever.nl


P.S. In 2014 en 2015 werden door kinderen en kleinkinderen gefokt uit kweekduiven die bij mij in het kweekkhok zitten, meer als 25 eerste prijzen gespeeld, 4 x teletekst en een reeks 1e kampioensschappen. Een aantal duiven die kopprijzen vlogen (zonder dubbelingen) in groot verband, staan hieronder vermeld. Verder hebben ze op de Eenhoksraces de navolgende beste prestaties verwezenlijkt: http://pigeon-fever.blogspot.nl/p/resultaten.html