A.S. Spec.

Pigeon Fever

ACE-FOUR-EVER (deel 1) 




door Henk Simonsz

Ad Schaerlaeckens uit Baarle Nassau (NL) is een fenomeen in de duivensport. Als schrijver en speler verwierf hij wereldwijde faam en bekendheid. In deze uitgebreide 13 delige serie, welke ik speciaal voor sportblad de Duif heb geschreven, gaan we terug in de tijd tot het heden, om de aanloop en op- en uitbouw van zijn kleine, doch indrukwekkende, kolonie te beschrijven.

Samen met Ad Schaerlaeckens als passagier rij ik via typische Belgische binnenwegen, omzoomd met gevaarlijk stevige bomen, richting Westmalle, o.a. bekend van het abdij van de Trappisten. De plaats waar, volgens kenners, een van de beste Belgische biertjes wordt gebrouwen.

Ad vertelt onder het rijden net zo als hij schrijft: boeiend en leerzaam en wijst me op oude vervallen hokken uit de glorietijd van de Belgische duivensport. Maar ook op hokinstallaties die de tand des tijds wél doorstaan hebben en de wereldnaam die de Belgische rasduiven hebben, hoog houden. Die nu nog duivensport bedrijven op het hoogste niveau.

Nostalgie
We rijden het gebied binnen wat het domein is van de vedettes van weleer maar ook van de huidige vaandeldragers van de Belgische duivensport. Namen die iedereen kent en ik wil er niet een noemen op dit moment, bang om de prachtige duivensfeer die in dat gebied hangt, te bederven. Bijna ieder gehucht dat we passeren is wel gelinieerd aan een grote naam uit de duivensport. Ad kent ze op zijn duimpje, net als hun beroemdste duiven en schud er zo een stel uit zijn mouw evenals hun beste prestaties. Prestaties waar iedereen destijds -en nu nog- over sprak.

Vlnr: Ad Schaerlaeckens, Marcel Wouters en auteur van deze serie Henk Simonsz
Via wat wegopbrekingen en omleidingen komen we uiteindelijk aan bij het huis waar we naar toe 
wilden en bewoond wordt door Marcel Wouters en zijn lieve vrouw Gerda. Bekeken door mijn Nederlandse bril lijkt Marcel het prototype van een Belgische duiventopper. Vaak niet groot van lengte, erg vriendelijk, bescheiden en op duivengebied een enorme vakman.

Duivenmelkers pur sang die zichzelf met hun Belgische collegae de eer mogen toekennen een leidende rol te hebben gespeeld in de ontwikkeling van de moderne en razendsnelle postduif. Overal ter wereld wordt het gros van de successen immers nog steeds geboekt met duiven van Belgische oorsprong.

Concurrentie
Door de enorme concurrentie blijft het peil ook hoog en stuwen de toppers elkaar naar grote hoogte. Ook zie je dat er ondanks dat er veel duiven naar het buitenland worden verkocht, veel goede duiven en hun afstammelingen in de kern van het gebied achterblijven. Als je de stambomen van de supers ontleedt kom je toch vaak terecht bij duiven van melkers uit de omgeving. Staat er ergens in de streek een nieuwe super op zie je direct dat de vedettes elkaar opzoeken en duiven uitwisselen, samen kweken etc. vaak met gesloten beurs.

De karaktervolle kop van Den Ad


Je komt ook veel dezelfde duiven tegen in de stambomen van de hedendaagse toppers. Degene die een nieuwe, echte, topper weet te kweken staat dan weer een tijdje in de spotlights van de internationale duivensport. De tijdsduur van de internationale interesse loopt dan meestal synchroon aan de kweekwaarde van de desbetreffende duif.

De reden van ons bezoek aan Marcel Wouters is simpel. We zijn samen met Ad Schaerlaeckens gekomen om een ander fenomeen met nagenoeg dezelfde naam voor deze serie artikelen vast te leggen. Een wellicht historische foto die in de kern alles in zich heeft waar deze serie over gaat. De onvoorstelbare kweekwaarde van de bloedlijnen die A.S. in de afgelopen decennia op zijn hokken bij elkaar bracht en tot op de dag van vandaag supers blijft geven.   


We beginnen met “Den Ad” (B10-6251541) die in 2013 (!) 1e Belgische Olympiadeduif Halve Fond was.  Geen toeval want in 2012 werd hij al 1e nationale asduif kleine halve fond KBDB 2012, 1e Provinciaal Asduif kleine halve fond KBDB 2012 en als jaarling 1e asduif Z.A.V.

Ad Schaerlaeckens bekijkt den Ad aandachtig. Marcel Wouters kijkt lachend toe

Top
Kortom de beste halve fondduif van België word je niet zomaar, dan moet je wel van adellijke bloede zijn. En geen papieren pedigree, maar bewezen lijnen en dát klopt ook aan alle kanten. Vader van Den Ad was de inmiddels wereldberoemde Leeuw van Marcel Wouters, die zelf al liet zien wat kopvliegen is en o.a. 1e asduif van de Union Antwerpen werd. Een ware crack als vlieger, maar inmiddels ook als kweker. Er werden al heel wat nationale kopprijzen en zelfs overwinningen geboekt met nazaten van deze superduif.

Het enige probleem van een superduif is vaak om er iets tegen aan te kunnen zetten dat die eigenschappen minimaal kan vasthouden of zelfs verbeteren. Marcel is daar cum laude in geslaagd want hij strikte de NL08-683 van Ad Schaerlaeckens als partner voor de Leeuw. Het gevolg is is inmiddels bekend met de geboorte van Den Ad die het tot de beste halve fondduif van België zou schoppen.... (wordt vervolgd)




Pigeon Fever

ACE-FOUR-EVER (deel 2)                            

door Henk Simonsz

Wat voor duif was die NL08-1628683 van Ad Schaerlaeckens dan, vragen velen zich af. Een toevalsproduct of echt iets speciaals? Nou ik kan u verklappen dat de afstamming van die duif zó speciaal is dat ik er in ieder geval een uitgebreide serie artikelen over kan en mag schrijven.

De prestaties en ravages die deze lijn op de grote concoursen heeft aangericht tart iedere verbeelding. De 08-683 komt uit een dochter van ACE FOUR (B-96-5660145) en dat wordt precies de hoofdrolspeler in deze spraakmakende serie dat kan ik u alvast vertellen. Samen met zijn broer en zuster legden zij de basis van een werkelijk super verervende bloedlijn, die letterlijk niet te stoppen lijkt.

Maar we gaan bij het begin beginnen, want voordat de ACE FOUR lijn definitief door brak speelde A.S. al de sterren van de hemel met jn duiven, die in de jaren 80 en begin 90 voornamelijk het beroemde Janssen Arendonk bloed voerden.


Ad Schaerlaeckens rond zijn 20-ste
Gebr. Janssen

Toen A.S. begin jaren 80 zijn bestseller “Gebr. Janssen Arendonk, Beroemdste duivenliefhebbers aller tijden” in meerdere talen liet verschijnen, kon hij waarschijnlijk niet bevroeden het voorwoord dat hij daar in schreef nu bijna letterlijk door mij bij het begin van deze serie artikelen kan worden gebruikt.

Hoewel het Janssenboek binnen de kortste keren wereldwijd was uitverkocht, loont het in deze tijd helaas niet of nauwelijks meer om een boek uit te geven, anders had ik er graag een over hem en zijn duiven geschreven.

Maar niet getreurd. Om een uitgebreide serie te kunnen schrijven voor het blad dat door alle toppers wordt gelezen beschouw ik ook als een eer, net zoals het feit dat ik het enige en echte verhaal over A.S. mocht optekenen, met alle medewerking van A.S. zelf. Uiterst boeiend om uit te zoeken en om aan te werken.




Ad. S. met de Gebr. Janssen en R. Hermes waarmee hij het beroemde Janssenboek zou uitgeven
 
De volgende alinea schreef A.S. in het begin van het boek over de Gebr. Janssen en ik kan dit bijna één op één overnemen naar aanleiding van hetgeen mij overkwam bij het onderzoek naar de achtergronden van het ontstaan van de beroemdste duivenlijnen van Ad Schaerlaeckens...:

“Hoewel we een schat aan veelal exclusieve informatie inzamelden die nog nimmer aan de publiciteit werd prijsgegeven mag men van ons niet de pretentie verwachten volledigheid te hebben nagestreefd. Want hoe meer we ons in de Janssen-materie verdiepten hoe hopelozer onze opgave scheen representatieve gegevens aan te bieden waar het superieure vliegduiven betreft met een flinke dosis Janssenbloed in de aderen. We stuitten werkelijk dagelijks op duiven van de meest absolute internationale topklasse met Janssenvogels in de stamboom.

Ook het aantal liefhebbers dat zich met Janssensoort uit de anonimiteit vloog is legio. De duiven en liefhebbers die we in dit boek voorstellen, vormen dan ook weinig meer dan een vrij willekeurige greep. En nu al weten we dat we steeds weer op duiven en liefhebbers zullen stuiten die zeker een plaats in dit boek hadden verdiend, We bieden voor die onvolledigheid bij voorbaat onze excuses aan”


Dit is wat A.S. schreef in het Janssenboek. Nu wil ik uiteraard geen directe vergelijkingen maken met de Gebr. Janssen en A.S. wat hij zelf ook absoluut niet zou willen, maar wat hij in zijn voorwoord beschreef is precies datgene waar ik bij het verzamelen van de informatie over A.S. en zijn duiven ook tegen aan liep.


Ik wist dat er veel, heel veel, met name, kopvliegers zijn geboren met het bloed van zijn duiven in de aderen maar dat het zo “erg” zou zijn had ik echt niet verwacht. Ik weet zeker dat de lezers na afloop van deze serie dat ook zullen beamen, zo veel goede duiven als deze lijnen inmiddels hebben voortgebracht.

"Den Ad" van Wouters is een voorproefje van al het moois dat in deze serie zomerartikelen nog voorbij komt. Net als de lezenswaardige opbouw en meningen van A.S. over zijn soort duiven, die eveneens uniek is in de duivenwereld.

Ad, geboren en getogen in het Brabantse Chaam, groeide letterlijk op tussen de duiven. Praktisch tuin aan tuin stonden daar duivenhokken en het was niet alleen de competitie die de mensen bij elkaar bracht maar ook het hele sociale gebeuren er om heen.

Naast het vaak zware werk dat de mensen in die tijd moesten verrichten om aan de kost te komen, stond bijna alles wat zij in hun vrije tijd deden in het teken van de duivensport. Qua sportbeleving moet dat een fantastische tijd zijn geweest. Alleen al het letten op de duiven lijkt een feest, tenminste als je de “goei” hebt. Anders lijkt het me eerder een frustrerende bezigheid...


2 Hobby's

Ad had 2 hobby's, dat was in eerste instantie voetballen, maar ook duiven intrigeerde hem zeer. Gezien zijn jeugdige leeftijd barstte hij van de energie en kon dat goed kwijt in het voetballen.

Plaatselijk en regionaal viel hij al snel op door zijn talent. Het duurde ook niet lang of hij droomde van een carriere als voetbalprof en hij leek goed op koers te liggen.

Totdat er bij een regionaal voetbaltoernooi een scout van een profclub langskwam en in tegenstelling tot wat Ad hoopte hem niet selecteerde voor een jeugdcontract. Oei, daar kon hij slecht tegen met zijn winnaars mentaliteit.

Hij baalde er zo van dat hij besloot nooit meer een bal aan te raken en nam een besluit dat van grote invloed zou zijn op zijn verdere leven en hem zou brengen tot waar hij nu uiteindelijk is gekomen.

Hij koos zo rond zijn twintigste levensjaar definitief voor de duivensport als belangrijkste hobby, voelde zich daar happy bij en ging voor het hoogst haalbare.(wordt vervolgd)




 
Pigeon Fever


ACE-FOUR-EVER (deel 3)                                                


door Henk Simonsz

Binnen de kortste keren was het voetballen uit zijn gedachtenwereld verdwenen en focuste hij zich volledig op de duivensport. Vanaf de eerste dag had hij door dat alles draaide om kwaliteit en nou wilde het toeval dat zijn buurman een man met centen was en- hoe is het mogelijk- ook postduiven had..... Zijn naam was Janus Vermeulen en die was in het bezit van duiven die uitpuilden van kwaliteit.

 Een ervan was de beroemde “05”, een van de beste duiven die Ad in zijn lange carriëre ooit heeft gekend. Ad had al snel het vertrouwen gewonnen van dhr. Vermeulen en toen die hem vroeg of hij hem wilde helpen bij het verzorgen van de duiven beschouwde hij dat als een winnend lot. Want in ruil voor het bijhouden en schoonmaken van de hokken kreeg hij regelmatig eieren en jongen uit de toppers om daarmee zijn eigen kolonie op een kwalitatief hoog peil te brengen.



Begin jaren 80 betrok Ad zijn huis in Baarle Nassau en is daar altijd blijven wonen
 
Grote werk

Al deze inleidende beschietingen zorgden er voor dat op het moment dat Ad zelf klaar was voor het grotere werk er een hok met echte raspaardjes zat. We praten over begin jaren zeventig en vanaf die start heeft Ad eigenlijk altijd hard gespeeld. We konden nog een stel krantenknipsels uit die tijd bemachtigen en het frappante is dat de koppen die er boven stonden weinig aan de verbeelding over laten. Aan bijna alle vluchten waaraan A.S. mee deed liet hij van zich spreken en de vluchten waar hij zijn zinnen op had gezet werden vaak volledig door hem gedomineerd Dit leidde regelmatig tot wanhoop bij andere spelers maar ook bij bestuurders die zich afvroegen hoe dit duivengeweld te beteugelen.


Begin jaren 80, toen hij zijn nieuwe hok en huis bouwde aan het adres waar hij nu nog steeds woont in Baarle Nassau, ging het regelmatig zo hard dat het voor veel sportgenoten meer dan een nachtmerrie werd als A.S. met zijn duiven kwam inkorven. In die tijd werd er ook nog stevig gepould en kon je met goede duiven nog een leuk bedrag per week bijverdienen. A.S. had geen goede maar verschrikkelijk goede. Althans dat vertelde de concurrentie en een betere referentie kan je niet krijgen.

Niet dat het van harte gegund werd want goed spelen vindt men in het algemeen wel leuk, maar als het op een vorm van dominantie begint te lijken slinkt de “vriendenkring” aardig snel. Maar ook dat hoort erbij en moet je ook tegen kunnen. Hoge bomen vangen immers veel wind en in de duivensport is het niet anders.

 

 

We vonden nog wat krantenknipsels uit die tijd die boeldelen spreken. Hier een greep:

“A.S. rammelde alles onderste boven”, de volgende is ook niet verkeerd: “A.S. ongenaakbaar en zonder tegenstand” en deze mag er ook zijn: “A.S. blijft nog steeds de toonaangever”en hoewel we er veel meer hebben sluiten we af met dit veelzeggende krantenknipsel waar geen enkele duif boven de 1000 m/per minuut uit wist te komen: “Voor A.S. uit Baarle Nassau maakte dat geen verschil want die pakt er dan toch 3 in 3 minuten en dat zijn dan ook de 3 eerste prijzen van het concours. Verder veegt Ad het hele schap schoon door al de gratis prijzen en de “Cuubag”poules voor zijn rekening te nemen. Van harte met deze stunt”....

Plezier houden

Ad wilde natuurlijk wel plezier houden in zijn hobby en ging met het bestuur in Baarle Nassau om de tafel zitten om een oplossing te vinden voor zijn dominante spel. Uiteindelijk werd “besloten” dat Ad niet meer zou poulen waardoor de andere melkers ook nog plezier in de sport konden houden en af en toe een mooie prijs konden pakken.


De deal om niet meer te poulen....

Zoals gezegd bouwde hij aan de Boschovenseweg in Baarle Nassau een mooi vrijstaand huis waar als een van de eerste behoeften een, zeker voor die tijd, eveneens prachtig hok werd bijgezet. Tot aan de dag van vandaag wordt op datzelfde hok gespeeld en met jaarlijks wat kleine aanpassingen werd het hok steeds beter.


Het hok dat Ad in 1980 bouwde is nog steeds hetzelfde als waarop nu nog wordt gespeeld. Er wordt echter nog maar de helft van gebruikt
De Janssenlijn

Eind jaren zeventig begon een van de twee belangrijkste lijnen van superduiven op de hokken van A.S. vorm te krijgen. Deze lijn die voor we voor het gemak de “Janssenlijn” zullen noemen maakten vele sportgenoten kampioen en leverde veel topduiven voor zowel de kweek als op de vluchten. De glorietijd met als basis de Janssenlijn liep op de hokken van A.S. zo'n beetje 2e helft jaren zeventig tot aan begin 90.

Ondanks deze topduiven bleef hij onverdroten doorzoeken naar duiven die hij vervolgens weer tegen die Janssenduiven kon kruisen. Telkens weer wist hij een lijntje te vinden van een op dat moment vaak nog onbekend hok, waar ze A.S. vaak als eerste zagen verschijnen. Voordat de massa het door had was A.S. die duiven al aan het testen en kruiste ze voornamelijk tegen de Janssenduiven die hij had zitten en waarvan een directe zoon van de Jonge Merkx zo'n beetje het boegbeeld was.

A.S. heeft onmiskenbaar een rol gespeeld bij het wereldwijd promoten van de Janssenduif
 
Voor de tweede belangrijke bloedlijn die geschiedenis zou gaan schrijven werd de eerste kiem in 1988 gelegd en deze lijn zullen we in deze serie voor het gemak de “Ace Four lijn” noemen. Waarom zal nog wel duidelijk worden want vooral deze lijn zorgde voor een explosie aan klasseduiven die veel hokken opstuwden naar de absolute top. Was de Janssenlijn al absolute top, die van de Ace Four was wereldklasse.

Nog wekelijks komen van deze laatste lijn referenties binnen die er niet om liegen en nog maar weinig zijn vertoond in de internationale duivensport. Zeker als je ziet met welk aantal duiven dat allemaal gebeurde. We zullen ze voor u volledig ontleden en beschrijven zodat u een interessante kijk achter de schermen van het Schaerlaeckensbastion kunt krijgen. (wordt vervolgd)





Pigeon Fever

ACE-FOUR-EVER (deel 4)                            

door Henk Simonsz                                     

In 1974 en 1975 had heel de westerse duivenwereld de naam op de lippen van Jan Grondelaers. Jan speelde alles aan flarden met zijn inmiddels wereldberoemde duiven, waarvan de Chateauroux, de Stuka en de Orleans de bekendste waren. De Orleans (B73-5140730) bijvoorbeeld was een fenomeen en was in 1974 en 1975 de snelste duif van Orleans tegen gemiddeld zo'n 20.000 duiven!

Jan Grondelaers was super geslaagd met de koppeling Hofkens x Gebr. Janssen, een koppeling die enorm goed pakte en alhoewel in de Hofkensduiven ook een flinke scheut Janssenbloed zat, rolden hieruit fantastische kopvliegers die niet te stuiten leken. Toeval of niet op het moment dat A.S. de koppeling Hofkens x Janssen A maakte, was ook daar het hek volledig van de dam en begon zijn Orleans Dominantie.


Dit type duiven stuwde A.S. naar internationale roem en bezorgde hem in die jaren de bijnaam Mr. Orleans

Twee duivinnetjes

De basis daarvan werd gevormd door 2 lichtkras duivinnetjes die hij in 1976 kreeg uit rechtstreekse Janssenduiven die Jef van Gestel uit Turnhout op het hok had zitten. Deze eerste Janssen duifjes waren klein maar fijn en vielen verder niet zo op. Niet door hun gedrag maar zeker ook niet door hun prestaties op de eerste vluchten. A.S. wilde toch weten wat er in zat en speelde een van de twee duifjes, de 76-960, op een papjong naar Orleans.

De inmanders wisten het zeker; Dit duifje zou hij nooit meer terug zien. Ze werd te klein en te licht bevonden. Ad twijfelde ook eventjes maar zette toch door. Gelukkig maar want dit duivinnetje en dan met name haar nazaten, zouden een belangrijke rol vervullen in de nationale Orleans vluchten van de daarop volgende jaren, die A.S. zelfs de bijnaam Mr. Orleans opleverde.

De 76-60 trof het niet. Er stond een stevige kopwind en het was bloedheet. De dood of de gladiolen zeggen ze in het wielrennen en dat gold ook voor dat fragiele lichtkras duivinnetje. De band met haar jong in de schotel was zo sterk dat ze zich als een leeuwin naar huis knokte en maar liefst 8 minuten los vooruit speelde. Nationaal (R3) betekende dat een 6e plaats. En Ad maakte nu eens niet een fout zoals hij het zelf zegt, maar zette het duivinnetje direct op de kweek. En die zet werd meer dan beloond!


“De Lange” was een directe zoon uit de 1e nat. Orleans en speelde o.a. Op Pont St Maxence de 1e met 5 minuten vooruit.

Koppeling

Hij koppelde het duivinnetje op zijn Hofkensdoffer en daaruit kwamen 2 duiven die ook van grote waarde zouden blijken bij de opbouw van zijn kolonie n.l. de Goede jaarling en zijn zuster. Een dochter van de Goede jaarling vloog later de 4e nat. Orleans, een kleinkind eveneens de 4e nationaal. De zus van de Goede jaarling zelf de 3e nat. Orleans, kortom het kopvliegen kwam er aan alle kanten uit.

Zijn prestaties op Orleans maakten van hem ondertussen ook een nationale duivenbekendheid en nog mooier; mensen die duiven bij hem aanschaften waren er in het algemeen ook super mee. De start naar nationale en internationale roem was gemaakt en zou ook niet meer stoppen en alleen nog maar heviger worden.

Begeisterd

Ondertussen was Ad in die tijd wel helemaal 'begeisterd” van de originele Janssenduiven en volgens velen was de beste kweker van de Janssens in die tijd de Jonge Merxck. Maar ja probeer er maar eens aan te komen. Maar Ad sliep alleen 's nachts en had zijn ogen en oren altijd open, liet vooral anderen praten maar sloeg zijn slag als de kans er was.

En die kans kwam op een gegeven ogenblik, eentje voor open doel zelfs... Toontje Schouteren, een fondspeler uit de zuidwesthoek van het land had als bijnaam Toontje de Mozes. Niet toevallig want zijn stamkoppel Mozes x Saar was inmiddels geschiedenis aan het schrijven in de wereld van de zware fond. Rond dat koppel deden allerlei geromantiseerde verhalen de ronde, vooral de manier waarop dat koppel bij elkaar was gekomen maar daar zullen we het hier verder niet over hebben.


De Janssenduiven zorgden in die tijd voor een explosie aan nazaten die tot de absolute top behoorden en bijna onklopbaar waren.
Opvallend was dat Toontje de Mozes op de vitesse en midfond, tijdens het inspelen van de fondduiven, enorm tekeer ging en uitslagen maakte die bijna onmogelijk leken, althans voor A.S. Hij wilde daar het fijne van weten en ging bij Toontje op bezoek om die duiven te bekijken.

Wat bleek? De Mozes x Saarduiven waren inderdaad indrukwekkend op de zware fond, maar de prijzen tijdens het inspelen werden door andere duiven verdiend en dat waren niet de minste zo bleek. Ad zijn mond viel open van verbazing toen hij op kweekhok bij Toontje een 5 jarige zoon, rechtstreeks uit de Jonge Merxck zag zitten. En niet zo maar eentje maar een schitterende doffer vol mordant en het prototype van een Janssenduif..... Het vervolg laat zich raden.....




 

Pigeon Fever

ACE-FOUR-EVER (deel 5)                                      

door Henk Simonsz


Zoon Jonge Merckx

Het duurde niet lang of de zoon van de Jonge Merckx zat bij Ad op het kweekhok. En ook deze duif vervult tot op de dag van vandaag als kweker een belangrijke rol binnen de duivensport en de melkers die met zijn nazaten zijn geslaagd zijn legio. Maar eerst moest hij zijn kweekwaarde op het hok van Ad zelf bewijzen en Ad koppelde hem in 1985 tegen een volle zus van de Goede Jaarling.

Uit het eerste koppel eitjes kroop de H85-639 die als jonge duif keihard aan de tand werd gevoeld en als toetje uiteraard naar Orleans mocht. Het werd een ongekende voltreffer en de 85-639 speelde in fantastische stijl de 1e nationaal Orleans (R3) Ad kon zijn geluk niet op door op zijn favoriete vlucht zo uit te halen. Hij was al fan van de duiven van de gebr. Janssen, maar nu helemaal uiteraard.

Janssenboek

Ondertussen verscheen ook het door A.S. geschreven Janssenboek in meerderde talen en de Gebroeders werden nog beroemder en populairder dan ze al waren. (Boek is uitverkocht)

De Schoolstraat in Arendonk werd een bedevaartplaats in de duivensport en de, vaak gefortuneerde, kopers uit heel de wereld vochten er om een jonge duif “made in Arendonk” te kunnen bemachtigen. Ondanks dat en de mega vraag naar hun duiven lieten de Gebroeders zich niet gek maken, bleven zij wie ze waren en hielden nog steeds hetzelfde aantal duiven door zoals ze altijd hadden gedaan.

De gekte was op een gegeven ogenblik zo groot dat wanneer je een paar rechtstreekse Janssenduiven had kunnen bemachtigen je ze gelijk voor het dubbele kon door verkopen. Hectiek, mannen die zwaaiden met geld aan de ene kant en pure eenvoud aan de andere kant, een mooiere paradox was niet denkbaar...

A.S. met een liefhebber uit Taiwan op bezoek bij de Gebr. Janssen

Nakweek

Maar het was niet alleen de naam Gebr. Janssen, de duiven bleken ook in de generaties daarna nog steeds succesvol in de kweek. Als selectievlucht was Orleans jonge duiven bijzonder betrouwbaar want bijna alle duiven die daar kop vlogen bleken later ook goede kwekers te worden. Helaas is deze vlucht van het jonge duiven programma verdwenen, want het gaf de melker vaak waardevolle aanwijzingen omtrent de kweekwaarde van bepaalde lijnen.

Ook uit de doffer die bij A.S. de 1e nat. Orleans speelde, kwamen geweldig goede duiven. Zo vlogen nazaten van hem later ook weer een 1e nat. Orleans (NL96-962) maar noteerden we o.a. ook een 1e tegen 9207 duiven op een zware Etampes. Verder liet de De Zoon Jonge Merckx het als kweker niet alleen bij deze 1e nat. Orleans maar zette meer heel speciale duiven op de wereld zoals de beroemde broers 87-021 en 87-022.

Zuster Goede Jaarling. Deze bloedlijn gekoppeld tegen de rechtstreekse Janssenduiven maakten A.S. in die tijd onverslaanbaar

Twee broers

Twee nakomelingen van de NL87-022 wonnen een 1e nat. Orleans maar ook de NL87-021 die door het leven ging als “Windfighter 021” heeft een serie steengoede nazaten op zijn conto staan, waarvan de naschokken tot aan de dag van vandaag voelbaar zijn.

Een melker die zich de laatste jaren in Nederland bijzonder in de picture speelt en de concurrentie tot wanhoop drijft is Henk Scheffel uit Elburg. Zijn bombardementen van superuitslagen op de vitesse en midfond lijken alleen maar in hevigheid toe te nemen.

Om aan te geven dat we hier zeker niet over oude roem praten een recent voorbeeld... Op een van de eerste vluchten van dit seizoen (2014) opende hij op Chimay met 1,2,3,4,5 tegen schrik niet, 7380 duiven... Verder blijft hij eerste prijzen spelen gedurende bijna het hele seizoen met echt enorme prijspercentages die vaak rond de 80-90% liggen.

Ad Schaerlaeckens op bezoek bij Van Elsacker. Lijnen van beide hokken bleken goed op elkaar te "pakken"

Henk is momenteel bijna niet te stoppen op zijn favoriete diciplines en je zal er maar tegen moeten spelen! Ook op een van de zwaarste en meest tot de verbeelding sprekende competities, de Gouden Duif, stond hij over het seizoen 2013 dik bovenaan en werd Gouden Duif winnaar Nederland. Een titel waar hij terecht erg trots op was.

Bendner

Hoofdverantwoordelijk voor deze prestaties zijn de nazaten van zijn superkweker Bendner (NL07-156) een echt goudhaantje welke de sympathieke klassemelker Henk Scheffel naar de absolute top stuwde. Kinderen en kleinkinderen van Bendner vlogen al 11 x teletekst en 8 x een 1e tegen gemiddeld duizenden duiven!

Welnu de Bendner blijkt ook nog een telg uit de lijnen van de Windfigfhter 021 van Ad Schaerlaeckens. De moeder van Bendner komt immers uit een directe dochter (NL95-142) van Windfighter 021. Ook kom je de naam van Elsacker uit Schilde regelmatig tegen in de nazaten van de Bendner via G.J. Timmer die daar ooit een topkweker wist te bemachtigen.

Superkweekdoffer Bendner

Maar het opmerkelijke is dat de superkweker Bendner zijn beste nakomelingen geeft met 3 uitstekende duivinnen, die allemaal meer of minder Schaerlaeckensbloed in de aderen hebben. Het bloed van deze duivinnen, respectievelijk genaamd Laura (01-078), Super Schalie (07-164), en de Jonge Bonfire (09-884) pakt super op de bloedlijn van Bendner en daaruit is zelfs al weer een nieuw jong topkweekkoppel ontstaan.

Bij het bestuderen van de afstamming van één van die topkweeksters vielen weer vele puzzelstukjes op zijn plek. Daarover volgende keer meer!



 

Pigeon Fever

ACE-FOUR-EVER (deel 6)                                         

door Henk Simonsz


Drie topduivinnen

De Bendner geeft zijn beste nakomelingen vooral met 3 duivinnen, die allemaal gedeeltelijk Schaerlaeckensbloed in de aderen hebben. Het bloed van deze duivinnen, respectievelijk genaamd Laura (01-078), Super Schalie (07-164), en de Jonge Bonfire (09-884) pakt weer super terug op de bloedlijn van Bendner en daaruit is zelfs al weer een nieuw jong topkweekkoppel ontstaan.

Het zijn voornamelijk superlatieven die we gebruiken bij het beschrijven van de duiven van Henk Scheffel, maar wat hij met zijn stam duiven momenteel presteert is echt uniek. Eén van de duivinnen willen we er graag even uitlichten wat de afstamming betreft en dat is de Jonge Bonfire, die Henk aanschafte bij Frans Timmermans uit Wehl. Frans kweekte een rits toppers uit de Schaerlaeckensduiven en dan vooral die hij verkreeg via de combinatie Nijhof.

Henk Scheffel toont trots zijn Bendner
Een van de vaandeldragers was Camelion Bonfire, een schitterende doffer die, voordat hij op de kweek werd gezet, zelf liet zien wat kopvliegen was door de volgende prestaties neer te zetten We noemen alleen de allerbeste prijzen die hij bij elkaar vloog:

1e Libaront tegen 3431d

1e Sezanne tegen 1849d,

1e Epernay tegen 1336d ,

9e Maaseik tegen 3109d


Hermelijn

Welnu deze klasbak werd gekweekt uit de Hermelijn van Ad Schaerlaeckens, een doffer rechtstreeks uit de Windfighter 021! Hetzelfde lijntje van de moederskant van Bendner.... Toeval? Het zal wel weer... Toen Henk de Jonge Bonfire ophaalde stond Bonfire gekoppeld aan de Bambi, een volle zus van Blue Miracle. uit de lijnen van Mattens en Superstar van A.S.

Frans Timmermans met zijn topper Camelio Bonfire die in 2012 vanaf het hok gestolen werd
Deze koppeling bleek een schot in de roos want Henk kweekte uit zijn Bonfire duivinnetje met de Bendner niet alleen verschrikkelijk goede duiven maar meer. Ook de mannelijke helft van zijn nieuwe topkoppel de “Jacob” (10-498) kwam uit haar. De jonge Bonfire is een nog betrekkelijk jonge duivin, maar toch vlogen directe kinderen van haar al, zonder dubbelingen, 1e,1e,1e,2e,3e,5e,7e,8e,9e tegen gemiddeld 2300 duiven.

De nieuwe topkweker Jacob, zoon uit de koppeling Bendner x Jonge Bonfire, vormt met Lady Diana ook een nieuw topkoppel. De eerste 2 duiven van de indrukwekkende Chimay 2014, waar Henk 1 t/m 5 speelde tegen 7380 duiven, waren direct uit dit nieuwe topkoppel. Zoals het nu lijkt zit het voorlopig wel snor daar in Elburg en dan druk ik me nog voorzichtig uit

Edwin Hoogland heeft voor duivenmelkersbegrippen in Henk Scheffel de ideale schoonvader getroffen, want ook hij haalt regelmatig stevig uit met nazaten van Bendner. Een doffer uit Bendner x Laura werd bij Edwin op de kweek gezet en gaf inmiddels al 7 teletekstduiven.....

Opnieuw Bonfire

In Westervoort zat destijds ook een jonge melker genaamd Nico-Jan Koenders, die duivinnen zocht voor zijn beroemde Zlatan en volle broer de Thomas. Zlatan werd o.a. 2e nat. asduif WHZB doffer van Nederland en daar moest topmateriaal tegenaan om het niveau vast te houden.

NJ kocht bij Frans Timmerman in 2005 twee dochters direct uit Camelion Bonfire, die gekoppeld stond aan een zus van de Bambi waar Henk Scheffel zijn Jonge Bonfire uithaalde. Nu stond er een volle zus genaamd “Blue Miracle” tegenaan en NJ Koenders ging naar huis met de 05-73 “Escape” en haar zus de 05-13 genaamd “Lady Miracle”..., twee prachtige blauwe duivinnen

Nico Jan Koenders schafte 2 duivinnen aan uit Camelion Bonfirte x Blue Miracle en het bleken 2 superkweeksters
 N.J. wist op dat moment nog niet wat hij aan topmateriaal had binnengehaald, maar zou daar al snel achter komen. De beide zusjes werden niet gespeeld maar direct op het kweekhok geplaatst. Uit lady Miracle verhuisde een duivin genaamd “Danara” naar zijn vrienden Wil en Falco Ebben, die ze op de vluchten aan de tand zouden voelen en dat was gelijk raak. Als jong vloog ze een o.a. een 2e NPO Morlincourt tegen 16.971d en als jaarling pakte ze haar NPO overwinning met een 1e op Blois tegen 7917d.
Frappant is dat op het moment dat we deze regels tikken Wil en Falco Ebben een 2e NPO spelen op 555km met “Indy” een duif (13-058) die als jong ook al een 3e NPO vloog. Dit duifje haalde Falco anno 2013 als ei rechtstreeks bij....... Ad Schaerlaeckens.

Lady Miracle

Uiteindelijk zouden directe kinderen van Lady Miracle maar liefst 4 x bij de eerste 10 NPO vliegen tegen gemiddeld ruim 7500 duiven en uit haar zuster Escape kwamen 4 verschillende duiven die allemaal een 1e wonnen tegen gemiddeld ruim 5500 duiven, alles puur, zonder dubbelingen.

Een andere opvallende loot aan de Jonge Merckx-stam van A.S. was de duif van Cor Leytens die op de vitesse de beste van heel het land bleek te zijn en Nederland op de Olympiade mocht vertegenwoordigen.

En dan is er ook de legendarische Vale van Elzinga. Rechtstreeks bij Ad gehaald uit de Windfighter 021. Die was als vlieger een fenomeen, kon minuten los vliegen maar zette ook een reeks topvliegers op de wereld. B v t Hul tenslotte, en dan sluiten we het Jonge Merkcxtijdperk voorlopig even af, kreeg uit de Windfighter 021 een duif die van Ruffec vele minuten vooruit vloog.

Danara vloog als jong een 2e NPO op Morlincourt tegen 16.971 duiven en als jaarling maakte ze het karwei af met een 1e NPO op Blois tegen 7917 duiven

Voets

Maar de tijd tikte door en Ad bleef zoeken naar superduiven om in zijn stammetje in te kunnen lijven. Duiven die tot de beste van de duivenwereld moesten behoren en zeer zwaar geselecteerd werden. Een bekende uitspraak van hem is dan ook dat je de slechte moet opruimen, de goede moet verkopen en de hele goede zelf moet houden. D

De lat lag op een gegeven ogenblik echter zo hoog en de kwaliteit was zo breed dat er ook heel wat heel goede verkocht werden, hetgeen bevestigd werd door de vele referenties die toegestuurd werden. Ook haalde Ad een duif binnen van Maurice Voets uit Kessel, die zowel in Nederland als België veel melkers goede nazaten bezorgde.
(wordt vervolgd)



 

Pigeon Fever

ACE-FOUR-EVER (deel 7)                

door Henk Simonsz


Voets
Voordat A.S. in 1995 de ultieme koppeling zou maken haalde hij nog een, eerder genoemde, belangrijke duif binnen, die op veel hokken voor grote successen zou zorgen. Het betrof een bonte doffer uit de Blauwe As van Maurice Voets uit Kessel, op dat moment een geweldenaar op de midfond.
Nazaten van deze duif deden het vooral in Nederland, maar ook in België erg goed.





Ook de koppeling van Voets tegen de lijn van de NL87-022 (uit directe zoon Jonge Merckx) pakte geweldig. Met name J. Ulrich uit Arnhem speelde hierin destijds een sleutelrol. Hij had heel veel duiven rechtstreeks van A.S. waaronder een echt topkoppel bestaande uit Vechter x Diana, die op zijn totale verkoop via sportblad de Duif in 1998 werd aangeboden.

Toevallig heb ik dat koppel destijds bij Ulrich nog in handen gehad en kan zelfs nu vooral de duivin Diana, nog goed voor de geest halen. Ik vond het een van de mooiste duivinnen voor de middellange afstand die ik ooit gezien had, die duif was in de hand helemaal perfect, echt een juweel.







Vechter x Diana

De vader van de Vechter kwam rechtstreeks uit zoon Blauwe As van Voets terwijl de moeder van Diana een rechtstreeks dochter van de 87-022 was. De 87-022 was de broer van de 87-021 (Windfighter) Beiden kwamen direct uit de zoon Jonge Merckx, waar ook de 1e nat. Orleans (S3) van Ad Schaerlaeckens zelf uit kwam. Behalve dat koppel zaten er meer nazaten van die geweldige Voetsdoffer op de verkoop, waar o.a. Eric Limbourg er ook een van wist te bemachtigen en daaruit zijn Olympiadeduif kweekte.

Het eerder genoemde koppel Vechter x Diana ging voor een voor die tijd recordbedrag naar de Combinatie van Heteren uit Doetinchem, die er zeer succesvol mee waren. Het volgende seizoen wonnen ze gelijk met een kind uit Vechter x Diana in hun sector tegen ruim 4656 duiven al de 1e nationaal Orleans afdeling 9 Oost Nederland.

Ongelofelijk binnen 1 jaar na aankoop al direct zo'n succes rechtstreeks uit een aangekocht koppel. Maar ook de 3e prijs nationaal kwam uit hetzelfde koppel terwijl een kleinkind in 2001 in de afdeling, Etampes zegevierend afsloot. Maar zelfs tot in 2013 speelden kleinkinderen nog teletekst voor de succesvolle Combinatie. Ad S had in die tijd al werkelijk goud in handen.







Smart Devil

Op dezelfde verkoop van Ulrich kocht Siebren Wierstra uit Friesland alle 3 de kinderen (duivinnen) uit dat koppel die er zaten en waarvan de nazaten 1e prijzen in groot verband wisten te spelen. Wierstra ging ook op bezoek bij de combinatie van Heteren en kocht er daar nog een klein doffertje bij van 1999, direct uit hetzelfde succeskoppel Vechter x Diana. Hij koppelde dat doffertje (Smart Devil) tegen een dochter van National King van de combinatie Brouwers Kodama van destijds. National King was een echte crack en speelde een 1e nat. Bordeaux jl en een 1e nat. München. Nationaal kop uit 2 verschillende vliegrichtingen.

Het eerste koppel eitjes ging naar topspeler Henk Bussing en die ringde de jongen met respectievelijk de ringen NL01-801 en NL01-802. De 802 werd duifkampioen van de Kring en de 801 won een auto tegen ruim 20.000 duiven. Uit die autowinnaar ging er een zoon naar Alwin Petri die hem Santoro (NL05-989) noemde en ook dat bleek niet alleen een echte crack met 3 x een 1e waaronder eentje tegen 6485 duiven, maar werd ook vader van o.a. Santana 2 x 1e tegen 2005 en 8824 duiven en nog vele andere toppers.

Andere toppers uit de lijn van de Voetsdoffer x het oude soort van A.S. waren o.a.
- 98-1015141: 1st National Ace Long Distance. v d Zijde
1st National Bourges. Braet.
- 95-5574642: 1st Ace M Brabant.
- 95-5574685: won 1st Prov Chantilly 4.113 p.
- 98-1326808: won 5 x 1st.
-1st NPO Etampes 2001 (ca. 17.000 birds) Hulkenberg.
Een andere bekende duif uit deze lijn was de "Superstar" (93-1059834) die won St Quentin 1.306 p - 1, Creil 1.038 p - 1, St Ghislain 1.163 p - 1, St Quentin 3.402 p – 1
De sympathieke Combinatie Frans en Betsie van Heteren waren zeer succesvol met het koppel Vechter x Diana  

 Klapstuk

Zelfs nu nog vliegen er heel wat duiven rond met het bloed in de aderen van de succesvolle koppeling Voetsdoffer x het oude soort van Ad Schaerlaeckens. Het is dan ook letterlijk maar een greep uit een stel prestatieduiven, met alleen maar 1e prijswinnaars die genoemd worden. Het verhaal moet immers wel leesbaar blijven en niet verzanden in eindeloze uitslagenreeksen. Vandaar dat we ons beperken tot uitsluitend een aantal aansprekende verrichtingen van deze duiven. Het klapstuk van de meest succesvolle A.S. duiven ooit, zowel op eigen als andere hokken, moest echter nog komen en dat werd ingeleid door een bezoek aan een van de bekendste melkers van België; Gaby Vandenabeele. Een bezoek, zo bleek later, met verstrekkende gevolgen. (Wordt vervolgd)
 
 





Pigeon Fever

ACE-FOUR-EVER (deel 8)                            

door Henk Simonsz                                     

We zijn inmiddels beland in de periode begin jaren 90. Een periode die voor Ad Schaerlaeckens in zijn duivencarriere een nieuw tijdperk inluidde. Vloog hij voor die tijd al hard, in de periode 1995-2000 werd de A.S. stoomtrein een Hoge Snelheids Monster.

Het ware spektakel werd ingeleid door een bezoek dat Ad wilde brengen aan een opkomend mondiaal vedette in de duivensport die woonde op de grens van Oost en West Vlaanderen in het plaatsje Dentergem. Zijn naam was Gaby Vandenabeele.

Ad wilde meer powerduiven in zijn stam brengen en de duiven van Gaby stonden er bij insiders om bekend dat ze hun mannetje stonden als het erg zwaar was. Vooral met snikheet weer en kopwind voelden die duiven zich ook op de 500 km plus vluchten in hun element en waren in die tijd al bezig de eerste schreden te zetten op weg naar echte wereldfaam. De eerste cracks die Vandenabeele wereldberoemd zouden gaan maken waren maar net geboren en A.S was er natuurlijk als de kippen bij om daar soort aan te schafffen wat ook kop zou kunnen vliegen op de eendaagse fondvluchten.

Ad Schaerlaeckens en de ambitieuse Amerikaan Mike Ganus. Samen wilde ze bij Gaby Vandenabeele een kind uit superkweker de Kleinen kopen.

Ad Schaerlaeckens en de ambitieuse Amerikaan Mike Ganus. Samen wilde ze bij Gaby Vandenabeele een kind uit superkweker de Kleinen kopen.
 
Samen met een ambitueuze Amerikaan genaamd Mike Ganus, sloot A.S. de deal dat ze samen een duif zouden proberen aan te schaffen bij Gaby uit zijn sterkweker de Kleinen. Ze hadden wel smaak want die Kleinen, bleek later, was een kweker met zoveel potentie als er maar heel weinig geweest zijn. Hij werd vader en grootvader van een aantal echte superduiven zoals de Picanol (82-240), maar ook de Wittenbuik (B88-112). Uit de Wittenbuik kwam de Kolonel en daaruit kwam weer de beroemde Bliksem (B98-062). Dus ook met het door vererven over meerdere generaties een kanjer.

We blijven even bij de beste duiven die daar geboren werden in de tijd van de Wittenbuik omdat A.S. en Mike Ganus hetinderdaad lukte een kind rechtstreeks ut de Kleinen te bemachtigen. Hij was nogal aan de prijs vandaar dat Gaby ze er een duivin van 1988 bij cadeau deed. Deze duivin kwam uit de Picanol (zoon Kleinen) luisterend naar de naam Sissy. (B88-088) Gaby was zelf erg gecharmeerd van de Sissy en dacht dat hij de mannen met die duif aan iets speciaals had geholpen.

Zijn kennersblik had het meer dan goed gezien, maar de Sissy was het schoolvoorbeeld van een moderne postduif die door haar uiterlijke kenmerken compleet verkeerd werd ingeschat door de nieuwe eigenaren en het mooie daarvan is dat A.S. dat wil weten ook en er uiterst humoristisch over kan vertellen. Iets wat hij graag doet trouwens, zichzelf in de underdog positie plaatsen. Alles is geluk, hij weet er niks van en doet maar wat.

Mijn ervaring is dat onder melkers die zichzelf graag zo profileren vaak de mannen zitten die op de uitslagen de dienst uitmaken... en bij A.S. is het niet anders. Ik heb in mijn leven heel wat (top)melkers gesproken maar nooit een ontmoet die zoveel over de duivensport in de breedste zin des woord weet. En ik zou A.S. ook niet graag tussen mijn duiven laten zoeken om er een paar mee te nemen. De manier waarop hij zijn duiven van nu en uit het verleden tot in detail weet te beschrijven kan niet anders betekenen dat hij er ongelofelijk veel van af weet.

Sissy (B88-3206088) de legendarische duivin die A.S. cadeau kreeg van Gaby Vandenabeele bij de aankoop van een zoon uit de Kleinen en een fabelachtig kweekster zou blijken

Thuisgekomen werden de duiven nog eens goed bekeken en als je voornamelijk vitesse en midfondkannonen op je hok hebt gehad en je wilt duiven aanschaffen die kilometers kunnen maken, vallen die vaak tegen in de hand. Geen grote koppen als booskijkende vechthanen geen volle ruggen en machtige wieken. Maar wel kleine, gespierde, zijdezachte duifjes met pientere kopjes. Dat zijn de duiven die de eendaagse fond aankunnen als het echt zwaar wordt en niet na 400 km uit de lucht vallen omdat de tank leeg is.

Het kwam er in ieder geval op neer dat ze beiden de duiven echt helemaal niks vonden. Mike vroeg al gelijk aan Ad bij thuiskomst of hij er niet van af kon. Ad gaf hem zijn geld terug en zou kijken wat hij er mee aan kon vangen en of hij er missschien een andere liefhebber gelukkig mee kon maken.

Voor de zekerheid liet hij de duiven eerst zien aan andere grootheden in de duivensport die bij A.S. over de vloer kwamen. Namen zullen we niet noemen maar er zaten echte „kenners“ bij. Al die kenners waren het er unaniem over eens. Deze duiven zouden A.S. niet vooruit helpen, sterker nog hij kon ze maar beter weg doen. Ad werd bevestigd in hetgeen hij zelf ook eigenlijk wel vond en besloot ze te verkopen en plaatste haar alvast in de ren.

Hij was door zijn prestaties ondertussen aardig thuis in de duivenwereld en bemiddelde regelmatig tussen buitenlandse kopers die duiven in Nederland of België wilde aanschaffen. Door zijn werk als leraar Engels en Nederlands sprak hij vloeiend zijn talen en dat was natuurlkijk een voordeel bij het bij elkaar brengen van mensen die duiven zochten en zij die ze wel wilden verkopen.

De Zoon Kleinen ging direct naar het kweekhok en een van de eerste jongen eruit ging naar Cor Leytens uit Middelbeers. Dat jong maakte de naam van zijn grootvader niet echt waar dacht men. De duif kon van amper 5 km afstand de weg naar huis vinden, liep overal binnen en werd later alsnog opgeruimd. Er was inmddels wel een jong van gefokt en dat bleef wel lopen, gelukkig voor Leytens, want het werd zijn beroemde Pentium, 2e wereldkampioen fond....

Zelf kweekte A.S uit zoon Kleinen een duif die 2e kampioensduif van heel Brabant 2000 werd. Ook kwamen er later van de Kolonel (vader van de Bliksem), Stier, Adjudant en andere toppers van Gaby, duiven naar Baarle Nassau. A.S. onderkende op dat moment de klasse van die duiven niet en mede omdat ze als jong niet echt goed kwamen, werd een deel verkocht en de rest opgeruimd.
 

Zelfs nu nog noemt Ad Schaerlaeckens dat een van de grootste fouten die hij ooit maakte. Toch wel knap dat je dat als speler van zijn niveau ook durft te bekennen. Maar er was nog licht aan de horizon en niet zo'n klein beetje ook, maar A.S. zou met betrekking tot Sissy eerst het noodlot nog tarten op een manier die je bijna niet kun verzinnen...

Ad en Mia (l) Schaerlaeckens op bezoek bij bekende duivenliefhebbers in de Verenigde Staten

De tijd maakt veel goed, fouten maken we allemaal in onze duivenloopbaan en je bent nooit te oud om te leren. Allemaal cliché“s die soms wel waarheid blijken te bevatten zoals dit recente voorbeeld. Afgelopen maand juni 2014 leverde een duif op het hok in België, waar A.S. in combinatie vliegt, een fantastische en spraakmakende prestatie.

Op de eerste beste halve fondvlucht voor jonge duiven met echt duivenweer speelde een duifje van A.S. de eerste in het Zuid Antwerpse Verbond. Wat die prestatie uniek maakt is dat het duifje dit flikte bij kopwind, een overvlucht tot aan 50 km (!) op sommige concurrenten en dat dat duifje bovendien sneller was als de jaarlingen en oude duiven die hetzelfde station vlogen. Zeer bijzonder. De vader van dat dat duifje kwam uit Rudy, die hij in 2013 kocht bij, jawel, Gaby Vandenabeele....
 De vraag naar de Vandenabeele duiven begon begin jaren 90 toe te nemen en bij een van de contacten van A.S zat een Japanner die graag Sissy wilde kopen die nog in de ren zat. , sprak een prijs af en de duif werd opgestuurd naar de andere kant van de wereld, Japan. Einde van het Sissyverhaal zo leek het....




 

Pigeon Fever

ACE-FOUR-EVER (deel 9)                            

door Henk Simonsz  

A.S. was de duif al weer bijna vergeten toen hij een brief uit Japan kreeg van de koper van de Sissy. Niet om te vertellen hoe blij hij met de duif was, nee, hij vond het een ramp in de hand vertelde hij in de brief en was zeer teleurgesteld in het feit dat A.S. hem zo'n slechte duif had durven te sturen. De Japanner was even vergeten dat hij Sissy zelf graag wilde kopen op afstamming, maar voor A.S. totaal geen probleem en antwoorde dat hij het geld terug zou storten en dat de Japanse melker Sissy maar weer terugmoest sturen. Ad had er geen moeite mee.

Een inmiddels historische foto. A.S, op bezoek bij Jef en Luc Houben. Hun Jonge Artiest, Sony, Chipy en vele andere topduiven waren wereldberoemd


Dus voor de 2e keer in haar leven maakte Sissy een lange vliegreis en nu terug naar Europa. Een van de weinige duiven die de reis naar het verre Oosten maakte en ook weer terug kwam. Een uniek verhaal, bijna net zo uniek als de kweekcapaciteiten van een duivin die in eerste aanleg zo gruwelijk werd onderschat. Later zouden nog tientallen van haar kinderen en kleinkinderen, die op verschillende hokken uitgroeide tot topduiven, dezelfde reis, maar dan definitief, ook maken

De belangrijkste reden dat de meeste melkers Sissy in het begin niet zagen zitten was zeer waarschijnlijk omdat het een voor die die tijd erg klein duifje was. Ook had ze haar kleur niet echt mee; vetblauw wat toch minder uitstraling heeft als een mooie lichtblauwe of geschelpte duif. Wat ze wel had en dat weet A.S. zich nog als de dag van gisteren te herinneren, was een ongelofelijk zachte pluim en een felgeel oogje in een heel pienter kopje.

Enfin, Sissy kwam als levende vracht weer met het vliegtuig terug naar Nederland en werd bij A.S. voorlopig op rust gezet in de ren. Hij maakte zich er niet druk om en zou wel kijken wat hij met die kleine ging doen....

Zonder hetzelf op dat moment te beseffen werd ondertussen verder gewerkt aan de tot standkomingvan een gouden driehoek die tot op de dag van vandaag goede duiven heeft gegeven. Ad werd in 1991 gebeld door een melker genaamd Mattens, die zijn hele kolonie in een keer wilde verkopen, zonder een openbare verkoping met veel drukte etc. Hij wilde het liefst zijn hok met duiven naar het buitenland verkopen en Ad bemiddelde daarin. Het hok zou in zijn geheel naar Japan gaan. Ad haalde de duiven op voor verzending en kreeg er als cadeau van Mattens een mooi laat doffertje bij.

Ad zat er niet echt op te wachten en op het moment van verzenden kwam hij dat duifje weer tegen en wilde het eigenlijk bij de complete kolonie erbij doen maar mocht dat niet van zijn vrouw Mia. Zij vond dat A.S, dat niet kon maken omdat hij die duif als cadeau had gekregen. Eigenlijk had ze wel gelijk vond Ad en het blauwe doffertje werd ook in de kweekren gezet. Het was de NL 91-2310369 die later wereldberoemd zou worden onder de naam Mattensdoffer.

De eerste 2 duiven die uit Mattens x Sissy werden geboren waren de Creilman en zijn broer. Beiden vlogen 1e prijzen in groot verband en hun kinderen bleken later topkwekers.


De andere poot van de driehoek kweekte Ad in 1992 zelf uit een duivin genaamd het Blauw vd Veeke Dit duivinnetje was een volle zus van de Gouden Crack van de ZNB en kwam uit het zogenaamd wonderkoppel van van der Veeke uit? Ad koppelde haar tegen de Lichte Orleans van 1991 die o.a. een 4e nat. Orleans tegen 7209 duiven vloog en uit zijn bekende lijnen Kleine Merckx en Goede Jaarling kwam.

De duivin die hij uit deze koppeling kweekte had als ringnummer NL92-5212284 en werd, zoals bijna al zijn latere kweekduiven, eerst gespeeld en stevig aan de tand gevoeld. Zij vloog verschillende kopprijzen w.o.

Chartres Nat 4e tegen 4252 duiven

St Quentin 3e tegen 3084 duiven

Chateauroux 7e tegen 3085 duiven

Kortom een echt goede duif en ook nog eens een juweeltje in de hand. Alles klopte aan die duivin, mooi lang lijf, perfect in balans, een erg fijn karakter op het hok en heel mooie ogen. Dat in combinatie met haar prestaties leverde haar de naam Beauty 1 op en zij zou samen met Sissy en de Mattensdoffer een hoofdrol voor zich opeisen in de stamontwikkeling van de Ace Four lijn.Deze 3 duiven zouden verantwoordelijk zijn voor een tsunamie aan klasse duiven en in alle varianten en koppelingen goede blijven geven tot aan de dag van vandaag.

Dit oog behoorde toe aan het fenomeen de „Ko“ NL 98-2331508 die Falco Ebben in 1998 bij A.S. aanschafte. De Ko kwam uit een dochter van de Creilman en werd vader en grootvader van minimaal 25 eerste prijswinnaars waaronder ook verschillende NPO winnaars.


Net zo goed als heel wat topkoppels die achteraf met prachtige „kennersverhalen“ tot stand zijn gekomen, blijkt in de praktijk in de meeste gevallen dat er van meer geluk dan wijsheid sprake is geweest. Bij Ad Schaerlaeckens was het niet veel anders. Hij gelooft in 2 dingen en dat is de klasse van de duiven maar ook in koppelingen die elkaargraag zien. Hij heeft een grote hekel aan geforceerde koppelingen d.w.z. duiven die bij elkaar worden gezet en elkaar totaal niet zien zitten.

Volgens Ad heeft dat zeker geen positieve invloed op de kwaliteit van de jonge duiven. Vandaar dat hij de vrije koppeling toepast en de duiven zelf een partner mogen uitzoeken. In 1992 zaten zowel Sissy als de Mattensdoffer in het kweekhok en binnen de kortste keren zat het koppel tot over hun oren verliefd in een hoekje van hun broedkooi hun nestje te maken. Dat beloofde alvast veel goeds....

Een van de eerste duiven die uit deze koppeling kwam was de Creilman met ringnummer NL92-5212278. Hij ontwikkelde zich tot een erg goede vliegduifen en vloog o.a. een 1e tegen 3004 duiven op Chantilly en een 1e tegen 4214 duiven op Creil, waar hij ook zijn naam aan ontleende. Het koppel Mattens x Sissy was een feit en behalve het feit dat dit koppel erg goede vliegduiven voorbracht viel de nakweek verder niet zo op.

Directe kinderen van de Creilman b.v. vielen niet op als excellente vliegers maar (later) wel als superkwekers. In de jaren erna werden meer kinderen uit de koppeling Mattens x Sissy geboren en werden ook allemaal gespeeld als jonge duif waarbij ze het hele (zware) programma mochten afwerken.

De 95-230 was de eerste van het supertrio Ace Four, Supertje 144 en hemzelf, die voortkwam uit de koppeling Zoon Mattens-Sissy x Beauty 1. Hij was de kleinste en de minst opvallende van het stel maar zijn kweekprestaties zijn fenomenaal. Is o.a. vader van de Limo van Co Verbree uit Putten waar we later nog uitgebreid op terug komen



De (aller) belangrijkste duiven voor de kweekstal van A.S. uit de Mattens x Sissy koppeling werden 3 doffers en 1 duivin. De doffers waren behalve de eerder genoemde Creilman ook de Blauwe Geeloog (o.a. vader Ace Four, het Supertje 144 en de kleine 230) Verder het Orleansdoffertje (nazaten o.a. Picasso en Bubbles) en een duivin de „126“ die o.a. moeder van Invincible zou worden. Dit zijn alleen wat highlights om enigszins richting aan te geven.

De definitieve vonk werd in het kruidvat gebracht met de koppeling van zoons uit Mattens x Sissy tegen de prachtige Beauty 1 van 1992. De kweekwaarde van deze nazaten bleek ongeëvenaard. Vooral de koppeling Blauwe Geeloog (NL93-1059895) x Beauty 1 (NL92-5212284) was een regelrechte Bulls Eye.....





 
Pigeon Fever

ACE-FOUR-EVER (deel 10)                              

door Henk Simonsz  



1995

We zijn aanbeland in 1995, het jaar van de geboorte van de kleine 95-230. De 230 was het eerste kind, doffertje, uit de koppeling Blauwe Geeloog (Mattens x Sissy) x de Beauty1 en zou zich, net als zijn broer en zus, ontwikkelen tot een superkweker. Bij het woord superkweker komen bij veel melkers visioenen voorbij van een machtige doffer met een macho uitstraling, grote wieken, fantastische bouw en trillende spieren. Dat is wat we graag zien volgens de mode trend.
 
De 230 was een heel klein onopvallend doffertje en door de ogen van een melker gezien, meer een antiheld dan een verbeelde krachtpatser. Als je een van zijn beroemde zonen bekijkt, die anno 2014 nog steeds 6 ronde jongen per jaar groot brengt, zie je ongeveer hetzelfde. Ook klein, spichtig, bijna niet vast te pakken in het hok en een duivinnenkopje. Maar pak er een kruk bij, ga eens rustig zitten en bekijk het doffertje als hij niet opgejaagd wordt en zich op zijn gemak voelt. We hebben het hier namelijk over de wereldberoemde Limo van Co Verbree uit Putten
 


De kleine Limo op de plek waar hij zich het best thuis voelt: bij zijn duivin en de jongen in zijn eigen broedhok.

 Schuw

 Zo schuw en schichtig als hij zich gedraagt als hij los op het hok zit, zo vastberaden en moedig is hij als hij een nest met eieren of jongen heeft. Volgens Co is hij dan verschrikkelijk fel en pikt je handen kapot als hij de kans krijgt. Je kent hetzelfde doffertje niet terug, ongelofelijk wat een karakter heeft dat kleine ding. En kijk eens naar de ogen in het kleine kopje. Niks ontgaat hem en als hij je aankijkt..... Een duif met hersens, dat zie je er gewoon aan af. En wat heb je aan dikke spieren en lappen van vleugels als je te dom bent om de weg naar huis te vinden. Of geen ballen hebt, waardoor je bij de eerste tegenslag de pijp aan Maarten geeft. 
 

1995, het geboortejaar van de 230 lijkt erg ver weg, maar 2 weken (juli 2014) geleden ben ik nog op bezoek geweest bij Co Verbree om zijn bekendste zoon, de Limo (03-765) te bekijken. Dan blijkt dat de sprong naar het heden maar heel klein is, want de Limo bevrucht nog steeds alles en ziet er voelt er zeer vitaal uit. Wellicht komt het door het feit dat Co Verbree hem alle jongen zelf laat grootbrengen en hem gewoon iedere keer de cyclus laat afmaken.
 
Geen hitsige duivinnen die in de rij staan om door hem bevrucht te mogen worden, nee gewoon ieder jaar een vaste duivin, die er het hele jaar bij blijft en verder geen gedoe. Het doffertje heeft geen last van stress, voelt zich op zijn gemak en heeft een prachtig leven en dat zie je niet alleen aan hem maar vooral ook aan zijn jongen. Machtig spul!
 
Wolken van jongen. Dit is inmiddels de 6e ronde van 2014 die de Limo zelf groot bracht.

Orleansdoffertje

In 2001 ging Co Verbree voor het eerst naar Ad Schaerlaeckens. De (kweek) roem van de lijnen van broer en zus Ace Four en het Supertje 144 begon ook door te dringen bij de wereldtop. Co haalde er zijn eerste 2 duiven uit het Orleansdoffertje (broer van vader Ace Four) en noemde ze Adino (NL01-083) en Adina (NL01-084)
Adino werd o.a. vader van 3 teletekstduiven; Anja (02-758) , Sayura (02-852) en Shakira (05-278) maar ook vader van bv de Blauwe Co, goede kweker bij Willem de Bruijn en als je je daar een goede kweker mag noemen moet je wel heel speciaal zijn.....

Maar ook bij deze eerste Schaerlaeckens duiven waren er weer veel melkers die zich finaal verkeken op de uiterlijke kenmerken. Hetzelfde als zich bij A.S. zelf voordeed toen hij met Sissy thuiskwam. De geschiedenis herhaalde zich ook weer bij Co Verbree. Voor een verkoop van late jongen had hij een in zijn ogen mooi doffertje gekweekt, wat echter niemand wilde hebben. Iedereen keek er over heen en haalde zijn neus op voor dat kleine prul. Co hield het doffertje zelf omdat hij wist waar hij uit kwam en noemde hem Crespo. Het werd een zeer goede kweker die, voordat hij vanaf het hok werd gestolen, o.a. vader werd van Salino (06-855) die 2 x teletekst vloog en op dit moment een van de beste kwekers van Co is!


Succes

De duiven van A.S. voelden zich erg goed bij de verzorging en accomodatie van Co Verbree en dat bleek ook uit de fantastische prestaties die ermee werden behaald op de vluchten en in de kweek. Voor 2003 bestelde Co opnieuw enkele duiven, maar omdat de vraag enorm was kon Co er maar slechts 3 kopen. Vanuit de hele wereld kwam men immers naar Baarle Nassau om iets uit de lijnen van Mattens-Sissy-Beauty 1 te bemachtigen. 

Toen Co in Baarle Nassau aankwam was er meer bezoek aanwezig, maar A.S. vertrouwde Co op een rustig moment toe, dat er 2 jongen uit de 230 lagen die hij zeker mee moest nemen naar Putten. Co mocht uitzoeken en nam er maar 1 mee uit de 230 en dat was de Limo. Het nestmaatje liet hij liggen en zocht nog wat „betere“ uit van de andere koppels die er zaten.
Daar heeft hij veel spijt van gehad vertelde hij me. Niet alleen de Limo werd een topkweker maar zijn nestzusje, die Co liet zitten, eveneens. Hij heeft later het duivinnetje nog opgespoord en toen bleek dat ook zij een regiment goede tot zeer goede duiven had gegeven. Jammer, maar Co was al lang blij met zijn Limo, ook een duif zoals je maar zeer weinig tegen komt.

Co Verbree toont trots Anita, dochter van Limo en een beauty in de hand. Presteerde het om in 2011 de beste duivin van het land te worden en in 2012 4e beste duivin, beide titels in de WHZB competitie

 Het was natuurlijk niet zo dat de andere duiven niet goed waren maar de klasse van de Limo is natuurlijk outstanding. Bij de andere 2 duiven zat ook Mischa die uit Wounded knee kwam, en waar nog veel bloed van de Goede jaartling van A.S. in zat. Om aan te geven hoe speciaal die duifjes waren blijkt uit de prestaties van Azira, het laatste duivinnetje dat uit Mischa werd gekweekt. Had als jong geen mand gezien, maar vloog als jaarling met deze handicap de 5e int. Salbris zone 2 tegen 9566d (!) mét een teletekstvermelding. Hoezo slim en intelligent....

Minder


Ook mensen met minder goede bedoelingen ontdekten de klasse van de duiven van Co Verbree en hij heeft verschillende diefstallen moeten toucheren. Klappen waar je niet goed van wordt, maar als door een wonder ontsnapte de Limo iedere keer aan diefstal of door het feit dat hij toevallig op een ander hok zat of omdat de daders precies op dat moment werden gestoord in hun activiteiten. 


De meest spraakmakende kinderen van de Limo zijn natuurlijk Marchino (NL08-499) en Anita (NL10-498) . Maar ook in België werden successen geboekt met nazaten van Limo. Master of the Union, Andre Roodhooft, haalde bij Co een doffertje uit de Limo waaruit hij zijn B08-037 kweekte. Dit duifje won als jong o.a. een 1e Bourges 5974d en een 1e Melun 1109 d met nog een serie kopprijzen achter zijn naam totdat hij helaas op 1 vlucht te veel werd ingekorfd....

Ongekend

Marchino leverde een ongekende prestatie door in de WHZB competitie van 2011 de beste doffer van Nederland te worden. Anita, een fantastische duivin in de hand overigens, deed daar niet voor onder en werd in 2011 in dezelfde WHZB competitie de beste duivin van Nederland. In 2012 liet zij opnieuw haar pure klasse zien want in dat jaar deed ze opnieuw mee voor de hoofdprijs en werd nu 4e beste duivin van Nederland.

Ik weet welhaast zeker dat dit staaltje van overmacht nooit meer zal worden geëvenaard. Een doffer en duivin die gezamenlijk de titel beste doffer en duivin van Nederland voor zich opeisen en beiden uit dezelfde vader komen, met 2 verschillende duivinnen. Meer bewijs hoeft, voor mij althans, de Limo mbt zijn kweekwaarde niet te overleggen......

Marchino, zoon van Limo, werd beste doffer van Nederland 2011 in de WHZB competitie

Limo

De Limo is nu 11 jaar oud en kweekt nog steeds voortreffelijk. Zijn conditie is, gezien zijn leeftijd, fantastisch, mooi blank lijf, geen schilfertje te bekennen, mooi gesloten en vol in het vlees. Kennelijk zijn de omstandigheden op de hokken van Co Verbree zodanig goed dat de kwekers maar weinig lijden van hun activiteiten op het kweekhok. Het sfeertje op het hok viel me wel op, alles was zo in harmonie met elkaar, inclusief de melker zelf.
 
Een erg aardige man met een ongelofelijk ervaring en die weet waar hij het over heeft. Geen flauwekul of het zoeken in moeilijke (bij)zaken. Maar een vakman pur sang waar de Nederlandse duivensport trots op mag zijn. De Limo is de beroemste zoon van de 230, broer van Ace Four en Het Supertje, die hun namen niet voor niks kregen. Zij werden in 1996 geboren en zorgden al direct in hun geboortejaar voor ongekend spektakel op de vluchten....Wordt vervolgd




 

Pigeon Fever

ACE-FOUR-EVER (deel 11)                              

door Henk Simonsz  

1996 werd een historisch jaar op de hokken van Ad Schaerlaeckens. Zijn duiven speelden niet alleen alles aan flarden waar ze aan mee deden, maar ook ringde hij in 1996 twee jonge duiven van het koppel Blauwe Geeloog X de Beauty 1. De jongen kregen, inmiddels wereld beroemde, ringen aan geschoven, te weten de: NL96-5660144 en NL96-145. De 96-144 bleek een duivinnetje en kreeg later de naam Het Supertje. De NL96-145 was een doffertje en werd aan het einde van zijn eerste seizoen gedoopt tot Ace Four.....

Ondanks het feit dat hun ouders een perfecte erelijst en afstamming hadden, werden de twee gewoon klaar gemaakt voor de jonge duivenvluchten waarop zij hun echte waarde mochten bewijzen. Geen papieren hosanna op de hokken van A.S. maar eerst maar eens bewijzen wat voor vlees je in de kuip hebt.

Ace Four

Kei-kapot

Het duurde maar enkele vluchten en de roem van de tweeling begon zich al snel te verspreiden. Hoe verder de afstand hoe vroeger ze kwamen. Als ze verslagen werden was het meestal door eigen hokgenoten. Het waren zeer bijzondere duifjes in alles. Erg tam en makkelijk op het hok. Zaten er altijd in hun zondagse pak bij en wat heel bijzonder was; ze kwamen heel vaak gezamenlijk aan van de wedstrijden. Ook op de zwaardere 400 km plus vluchten. Een andere bijzonderheid was dat ze altijd helemaal kapot gevlogen op de klep vielen. Ze gaven zich echt tot het uiterste. Ad hield zijn hart vast als hij ze thuis zag komen.

Bijna altijd kei-vroeg, maar ook kei-kapot. En hoe heter het weer hoe beter ze kwamen. Het bijzondere was echter dat je er binnen enkele uren niks meer aan zag en ze weer trainden dat het een lust was. Een beroemde nazaat van Ace Four, de Sprint van Bas Verkerk, deed precies hetzelfde. Viel altijd total loss op de klep en een week later gewoon weer kop vliegen alsof er niks was gebeurd. Het is natuurlijk wel leuk om te zien als een doffer van 500 km thuis komt en al klepperend nog een paar ererondjes maakt, alleen kun je je afvragen of zo'n duif zich dan wel helemaal gegeven heeft....

In 1996 waren er 3 provinciale races voor jonge duiven en om aan te geven hoe kapot Ace Four erbij zat en hoe snel hij ook weer herstelde, hier de resulaten in groot verband van een paar zware vluchten die hij in slechts 14 dagen tijd afwerkte....:

Etampes 7572 d---12

Chantilly 9700 d---23

Creil 13948 d---6


Zijn nestzus het Supertje deed er nauwelijks voor onder en samen wonnen zij de 1e en 2e asduiftitel Provinciaal in een competitie van circa 11000 duiven. Als jaarling probeerde het Supertje haar nestmaat nog even terug te pakken door op de laatste 4 vluchten 3 x de eerste te spelen. Toen beide duifjes waren uitgeruid konden ze pas goed beoordeeld worden. En was te zien hoe ze er in de hand aanvoelden en ook dat klopte aan alle kanten. Hoewel A.S. zegt er niet op te letten hoe een duif er uit ziet, weet hij tot in detail deze duiven te beschrijven. Beiden hele mooie compacte duifjes, perfect gesloten. En de ogen? Met of zonder kweekwaarde? Wie het weet mag het zeggen...

Het Supertje

Het Supertje had een pienter kopje met een gewoon geeloogje, niks opvallends eigenlijk. Echter, Ace Four had een heel bijzonder oog. Een rijk pallet van heel donkere, warme kleuren, tegen het zwarte aan. Ad vertelde me, hoewel hij zegt geen waarde toe te kennen aan een ogentheorie, dat hij later nooit meer zo'n bijzonder en mooi oog was tegengekomen in die kleurstelling en rijkdom. Nog een opvallende eigenschap aan Ace Four was het gewicht of beter gezegd het ontbreken daarvan. Hij stond bijna altijd bol en strak gespannen, ongelofelijk blank op het lijf, maar woog bijna niks.


Wat een speciale duif moet die Ace Four toch geweest zijn. Ik zou er heel wat voor over hebben als ik nu Ace Four even kon vasthouden. Om hem eens in de ogen te kunnen kijken en zijn uitstraling en karakter te bewonderen en zijn lijf te voelen. Helaas stopte ik in zijn geboortejaar net voor een lange periode met de duivensport, anders had ik hem zeker ooit gezien. Jammer is ook dat in die tijd de ogenfotografie nog op een laag pitje stond. Foto's over die tijd zeggen weinig tot niks over de werkelijke kleuren en bloedrijkdom, laat staan de uitstraling. Wat een rijkdom en weelde als je zelf zo'n duif mag kweken en er zoveel plezier aan mag beleven op de vluchten en in de kweek....

Boegbeeld

Ace Four is natuurlijk hét boegbeeld geworden van de A.S. kolonie tot op de dag van vandaag. Er zijn maar weinig melkers die nooit van deze geweldenaar gehoord hebben, echter zoals eerder beschreven wisten zijn kleine broer de 230 en zijn nestzus het Supertje aardig in zijn wiel te blijven. Alhoewel ze hem nooit passeerden, zijn hun resultaten ook fantastisch te noemen. En nog steeds kom je dit elite clubje tegen bij veel topduiven.

Rens van der Zijde zegt dat de aanschaf van Evita het beste is wat hem in de duivensport is overgekomen en bracht hem vele successen

Rens van der Zijde uit Anna Paulowna uit het Noorden van Nederland, had de A.S duiven al heel vroeg in de gaten. Hij kocht in de begintijd al een prachtige duivin uit de Creilman waar hij erg goed mee was en ging later terug. Hij was ook een van de eersten die iets kocht uit Sissy. Hij kweekte daar zijn bekende Uno uit: in 2000, 1e nat. asduif WHZB met o.a. 1e prijzen op Tours en Orleans. A.S. hield de resultaten van de nazaten van zijn soort natuurlijk nauwlettend in de gaten en stond al snel bij Rens op de stoep om Uno terug te halen.

Overal kom je de succesvolle nazaten tegen. Deze Italiaanse kampioene komt uit een dochter van Evita.

Rens kon daar wel mee akkoord gaan mits hij 2 jongen kreeg uit het Supertje (96-144) en dat werd een deal met grote gevolgen voor Rens. Voordat de Uno weg ging had hij er met een A.S duivin (uit dochter Superstar), nog een mooie doffer uit gekweekt. Deze doffer NL 01-607 noemde hij De Inteelt en zou de mannelijke helft worden van zijn wereldberoemde „Super pair“ Inteelt x Evita.

Evita

De 2 jonkies uit het Supertje van A.S. bleken beide duivinnetjes. Uit beiden kwamen goede duiven maar een van de twee, Evita (NL-474) exceleerde in de kweek, vooral toen zij aan de Inteelt uit Uno x Superstar gekoppeld werd. Rens van der Zijde zegt daar zelf over dat de aanschaf van Evita het beste is geweest wat hem ooit in de duivensport is overkomen. Op het hok een zeer rustige en lieve duif. In de hand heeft ze die typische bouw die veel duiven uit deze lijn kenmerken; klein maar perfect gebouwd. Uiteindelijk vlogen de nakomelingen van Evita inmiddels meer dan 60 verschillende eerste prijzen.

Ook in sportblad De Duif indertijd al veel aandacht voor het roemruchte duo

Door het internet worden we overspoeld met allerlei gewilde en ook vaak niet gewenste informatie. Maar erg handig en makkelijk als je iets wilt weten. „Vroeger“ moest je je „kennis“ halen uit bladen en boeken. Een van auteurs uit die tijd, die erg boeiend kon schrijven. was de bekende Piet de Weerd. Hij deed ook regelmatig interessante uitspraken waarvan er enkele in mijn geheugen zijn blijven hangen, die ook daadwerkelijk hout sneden.

Een daarvan was dat je de klasse van de duiven mede kon afmeten aan het feit of ze al dan niet inteelt konden verdragen. Hoe meer inteelt ze aankonden, zonder niet of nauwelijks aan basis kwaliteit in te boeten, des te hoger de klasse en kweekwaarde van de duiven. De bloedlijnen van Ace Four , het Supertje, de kleine 230 en hun nakweek, heb ik daar ook eens op nagekeken en kwam toch wel tot een aantal bijzondere vaststellingen... wordt vervolgd.






Pigeon Fever
 

 
ACE-FOUR-EVER (deel 12)                              

 
door Henk Simonsz  
 
Zoals zo vaak worden ook in de duivensport veel voorkomende theoriën en vooroordelen in de praktijk regelmatig onderuit gehaald. Het lijkt wel of velen zich graag vastklampen aan een bepaalde theorie en dat niet alleen met hun mond belijden, maar daar ook naar handelen. Er is in de duivensport maar één waarheid en dat is de bewezen waarde van een topduif, al het andere kan je afdoen als prietpraat . Vaak wel leuk om te doen maar niet om iets mee op te bouwen.  
 
Een van die vooroordelen is dat je met ingeteelde duiven moet kweken maar niet gaan vliegen. Dat intelen gevaarlijk is om je kolonie in stand te houden etc. Dat wanneer je duiven kleiner worden je op moet passen?? Waarvoor staat er echter nooit bij... Dat spieren moeten trillen en zwellen... mooi meegenomen als ze dat doen, maar ik heb zoveel goede duiven gezien waar je de spieren nauwelijks van kon voelen en dat waren vaak dan ook nog duiven die 12 uur zonder problemen konden vliegen met snikheet weer en wind op kop. Waarbij al die macho's met gezwollen trillende spieren al uit de lucht waren gevallen omdat de tank helemaal leeg was...
 

De onvergetelijke superduif Home Alone


Ad Schaerlaeckens heeft al heel wat, als moeilijk bestempelde zaken in de duivensport, naar de juiste proporties terug gebracht, waarbij de ontnuchtering voortkwam uit de eenvoud van zijn oplossingen. Hij houdt zich bijna altijd aan de feiten en heeft zich daardoor ontwikkeld tot een no nonsense duivenspecialist, die ook in staat is met zijn pen veel overtrokken zaken in de duivensport te nuanceren, waarbij er in veel gevallen weinig meer over blijft dan luchtfietserij. Ik denk dat hij daardoor wereldwijd ook zo'n populaire schrijver is geworden.

Zijn koppelmethode is daar een mooi voorbeeld van. Doordacht en uitgeprobeerd tot en met, maar zo eenvoudig en rationeel, dat weinigen zich er maar in kunnen vinden. Hij gaat voor de vrije koppeling en elke doffer mag zelf zijn favoriete duivin uitzoeken. Kruipen er een paar bij ekaar dat eigenlijk niet kan volgens de geleerden? Ad maakt zich er niet druk om, maar wil gewoon dat het klikt tussen de 2 duiven die samen een koppel vormen.

Zeer nauwe inteelt ligt natuurlijk op de loer met deze methode. Ad ligt er echt niet wakker van. Ook niet als dat gebeurt bij zijn beste kwekers. Ace Four zag het in 1998 helemaal zitten met een mooi klein duivinnetje uit Mattens x Sissy. Ondanks dat dit duivinnetje een volle zus van Ace Four zijn vader was, liet Ad het gewoon gebeuren en uit deze koppeling kwam o.a. de 98-162 die later de naam Home Alone kreeg.

 
Home Alone was een van de exponenten die de lijnen van Ace Four wereldwijd nog verder zou uitdragen. Was hij op de vluchten al subliem, de kwaliteit van de nakweek is tot op de dag van vandaag enorm. Op het hok viel hij als vlieger direct op. Mooi gebouwd en volgens Ad spatte het vuur uit zijn ogen... In groot verband tegen duizenden duiven speelde hij heel wat top 10 noteringen bij elkaar. Zijn meest aansprekende prestatie was op een bloedhete en zware Creil tegen 13.203 duiven, waar hij maar liefst 7 minuten los vooruit speelde. Duiven die dat kunnen zijn de echte superstars in de duivensport, ongelofelijk.

Maar het bleef niet alleen bij Home Alone, steeds meer superduiven/kwekers werden in Baarle Nassau geboren. En ook steeds meer, huidige, tophokken legden de basis voor de toekomst in die tijd vast met duiven uit deze lijnen

Topmelkers uit Reeuwijk, Bas en Gerard Verkerk.
De Bubbles had een enorme impact op de ontwikkeling van hun stam
Bas heeft Olivia in handen, dochter Bubbles en winnaar van 1e NPO tours. Haar nesligger is de vader van het jaarlingfenomeen Tinkerbell. Vader Verkerk heeft de prachtig gebouwde zoon Bubbels, Buldozer, in zijn handen.

Een daarvan was de toen nog zeer jeugdige Bas Verkerk die in 2000 voor het eerst met zijn vader Gerard, richting Schaerlaeckens trok om daar duiven aan te schaffen. Het werden er drie en één daarvan vloog als pieper al gelijk weg vanaf het hok. De twee die overbleven waren Ice Queen en Alessandro. Van Ice Queen heeft bijna nooit iemand iets vernomen omdat zij maar 2 jongen op de wereld zette.
 
Nadat zij haar eerste eieren had gelegd ontsnapte zij de volgende dag uit de ren. Op zich leek dat geen groot probleem omdat zij uitgevlogen had, maar het was al schemer en het sneeuwde die nacht flink, vandaar haar naam Ice Queen... Bas en Gerard hebben haar echter nooit meer terug gezien.... Uit een van de achtergebleven eitjes kroop echter Olympic Sogno, die als jaarling de titel Olympiade duif midfond in de wacht sleepte...

 Alessandro werd veel bekender en kwam uit een volle zus van Home Alone, (Beauty 2) die met bloedheet weer zo tekeer kon gaan. Alessandro werd o.a. vader van een fantastische zoon genaamd de Sprint (01-591) Deze naam kreeg hij al als jonge duif. Het was bloedheet weer en met een NO wind vloog hij de 1e in het samenspel tegen 6069 duiven.

Dit staaltje herhaalde hij opnieuw als jaarling op een bloedhete midfondvlucht (1e tegen 3560 duiven) Als 2 jaarse vloog hij eerst op Bourges een 5e NPO tegen 9399 duiven en 2 weken later haalde hij nog eens ongenadig hard uit door op een loodzware Chateauroux de 1e NPO te winnen tegen 6664 duiven. Ook bij de Sprint zag je dezelfde verschijnselen als bij Ace Four en zijn zus Het Supertje. Van een vlucht altijd total loss op de klep vallen en een paar uur later zag je er niks meer aan en vooral exceleren met wind op kop en bloedheet weer
 
Alessandro (links op de foto) ziet er ondanks zijn leeftijd van 14 jaar nog patent uit. Hij bevrucht echter niet meer en mag zijn leven slijten in de bejaardenafdeling van Bas en Gerard Verkerk. De Sprint was een geweldenaar op de vluchten. Vooral met heet weer en kopwind was er niet tegen te vliegen
 

Als je zulke duiven kunt kweken en je bezit de dsicipline om niet één van je toppers ooit te verkopen dan wordt de kracht in de breedte van de Verkerk-kolonie als snel duidelijk. Zeker als je daarbij het natuurtalent van Bas als melker in huis hebt, ben je een winnende combinatie. Zo simpel kan duivensport zijn....

 In de zomer van 2002 gingen Gerard en Bas Verkerk opnieuw naar A.S. en gingen nu naar huis met één ei uit een koppel dat aan moederszijde ook weer zwaar ingeteeld was naar de lijnen van Mattens-Sissy-Beauty 1. Het jonge duivinnetje dat uit het ei kwam noemden ze Bubbles.

 Opnieuw bleken ze een superkweekster in Baarle Nassau op de kop te hebben getikt. Deze duivin heeft een enorme impact gehad op de Verkerk kolonie. De Bubbles bloedlijn was voorzien van een dominant gen om kop te kunnen vliegen tegen enorme aantallen duiven. Tot aan de dag van vandaag komen supercracks uit kinderen en kleinkinderen van haar en ook op vele andere hokken vliegen ze er fantastisch mee.
 
Het zijn allemaal mooie superlatieven maar dan ook echt onderbouwd met superprestaties. Ook in de hand zitten bij de nazaten van Bubbles vaak juweeltjes zoals o.a. de blauwe topdoffer Bulldozer en zijn superzus Nadala. Maar het meest opvallende aan haar nakomelingen zijn de pientere kopjes die die duiven hebben. Ze hebben letterlijk alles wat op het hok gebeurt in de gaten. Bubbles werd bij de Verkerken o.a. moeder van Bulldozer, Nadala,,One Chance, Donald, Shine, Federer, GPS, Touriya, Jack, Olivia en Captain Hook.
 
Deze clevere jaarling duivin is Tinkerbell, dé sensatie van 2014 op de hokken van Bas en Gerard Verkerk
 
Om bij de laatste twee genoemde duiven te blijven. Olivia won o.a. een 1e NPO op Tours tegen 14.156 duiven, terwijl haar nestmaat, Captain Hook vader is van Tinkerbell (13-479) de sensatie van 2014 op de hokken van Bas en Gerard Verkerk. Zij is een waardige vertegenwoordigster van de Bubblesbloedlijn. Hier 3 van haar beste prestaties als jaarling in een (!) seizoen:

Meaux 1e van 17.204 duiven en tevens de snelste van 32.917 duiven, Bourges 8e van 9576 duiven en Nanteuil de 9e tegen 7043 duiven. Je vraagt je af of er hokken zijn met betere...Wordt vervolgd




 

Pigeon Fever
 

ACE-FOUR-EVER (deel 13, slot)                                    
 

door Henk Simonsz  
 
We begonnen deze serie met de beste duif van Belgie in 2013; den Ad van Marcel Wouters. 
 De moeder van den Ad was immers een samensmelting van de lijn van Home Alone x dochter Ace Four. Dat gekoppeld tegen de Leeuw van Marcel Wouters zorgde voor het nodige nationale vuurwerk.
 
Keuzes
 
 We kwamen tijdens het schrijven van deze serie en het verzamelen van achtergrondinformatie zoveel succesverhalen tegen die op naam van Ace Four en zijn familie konden worden bijgeschreven, dat het bijna niet meer verwerkbaar was. Er liggen hier nog ordners vol met gegevens die ik voor deze serie had verzameld. We hebben ons daarom maar beperkt tot het beschrijven van een serie duiven die, voor ons althans, het mooiste verhaal bij zich droegen en daarbij met uiterst recente successen nog steeds in de spotlights staan.
 
De hoeveelheid dwingt nu eenmaal tot keuzes. Maar behalve de beste doffer van Nederland (Verbree), de beste duivin van Nederland (Verbree), een fenomenale vooruitvlieger bij Andre Roodhooft via Verbree, de 1e prijswinnaars van en via Falco Ebben, de nationale toppers van eendaagse fondkampioen van Nederland Knaven, de recente opmars van Wulf van Laar, nationale winnaars bij Rubens,van Lint en van Oeckel, twee Nationale Asduiven van B Pieper, de Sprint en andere toppers bij Verkerk (NPO winnaar), "Favorietje" P v d Merwe en zelfs Bolt, de duif van 310.000 euro van Leo Heremans etc. etc. , die allemaal een link hebben met A.S duiven wil ik toch eindigen in het land waar we begonnen waren en wel in het plaatsje Holsbeek in België Daar zit de combinatie Jespers-Vanderwegen die in 2014 de Nationale kroon op hun jarenlange prestaties zetten

Onvoorstelbaar hoeveel goede duiven via dit hok wereldwijd zijn verspreid

De hoeveelheid dwingt nu eenmaal tot keuzes. Maar behalve de beste doffer van Nederland (Verbree), de beste duivin van Nederland (Verbree), een fenomenale vooruitvlieger bij Andre Roodhooft via Verbree, de 1e prijswinnaars van en via Falco Ebben, de nationale toppers van eendaagse fondkampioen van Nederland Knaven, de recente opmars van Wulf van Laar, nationale winnaars bij Rubens,van Lint en van Oeckel, twee Nationale Asduiven van B Pieper, de Sprint en andere toppers bij Verkerk (NPO winnaar), "Favorietje" P v d Merwe en zelfs Bolt, de duif van 310.000 euro van Leo Heremans etc. etc. , die allemaal een link hebben met A.S duiven wil ik toch eindigen in het land waar we begonnen waren en wel in het plaatsje Holsbeek in België Daar zit de combinatie Jespers-Vanderwegen die in 2014 de Nationale kroon op hun jarenlange prestaties zetten
 
 
Invincible behoorde eveneens tot de vlieg-en kweekwonders in het Ace Four tijdperk
 

Stelling
Zelf ben ik het helemaal eens met de stelling dat des te meer kwaliteit aan kopvliegers je in een stamboom kunt krijgen des te groter de kans is dat je weer toppers terug kweekt. Als je de prestatieduiven van Jespers-Vanderwegen qua afstamming ontleed, sta je echt versteld hoe zij in die bovengenoemde stelling geslaagd zijn. Hun successen komen voornamelijk voort uit drie, al dan niet met elkaar gecombineerde, bloedlijnen.

Als eerste de Bourgeslijn van Dirk van Dijck welke overigens een volle broer is van zijn Kannibaal. Dan de lijn van Fleur, die zij bij Ad Schaerlaeckens haalden uit de koppling zoon Ace Four x dochter Home Alone en tenslotte de lijn van de Bliksem en diens zoon Rudy, van Vandenabeele. Ik was echt onder de indruk hoe zij een aantal van de beste bloedlijnen die op de wereld rondvliegt, zo puur bij elkaar hebben gebracht en daar nu ook op een geweldige manier de vruchten van plukken. Petje af!
 
Eitjes
 
In 2005 belde Johnny op hoop van zegen het telefoonnummer van A.S in Baarle Nassau om te kijken of hij wat eitjes of jongen kon bekomen. Kennelijk een goed moment, want hij kreeg de uitnodiging om langs te komen voor een stel eieren uit de vliegers die er lagen. Het vlieghok van A.S. puilde op dat moment uit van de kwaliteit, met vnl kinderen van Ace Four, zijn zus het Supertje, de 230 , Home Alone, zijn zus Beauty 2 en natuurlijk niet te vergeten Invincible.

Uit kinderen van deze supers gingen er een aantal eieren mee terug naar Holsbeek. Uit een van de eieren kroop een klein kras duivinnetje die de naam Fleur kreeg. Haar vader kwam uit Ace Four, haar moeder was een dochter van Home Alone. Behoorlijk ingeteeld omdat Home Alone zelf ook al uit Ace Four kwam, maar dat mocht de pret niet drukken. Deze lijnen konden inteelt zeer goed verdragen, sterker nog, ze werden er alleen maar beter van, zo leek het, zeker in de kweek. Fleur zou het op een onnavolgbare manier bewijzen.
 
Zoals bijna altijd bij briljante koppelingen liep Fleur toevallig tegen de kleine Dirk, zoals het doffertje uit zoon Bourges werd genoemd (overigens niet de Kleine Dirk van Koopman, wel zelfde lijnen maar andere duif) In 2006 werden er al 2 aparte duifjes uit gekweekt waaronder de 500 duivin, die zich tot een superkweekster zou ontwikkelen en ook een volle zus is van andere cracks uit deze koppeling zoals de F16, Nathalie, Belle Fleur, Petit Fleur etc. etc.
Johnny en Herman van de zeer succesvolle combinatie Jesper-Vanderwegen

Feest
In 2007 begon het feest van de absolute kopduiven op de grootste nationale jonge duiven concoursen van België, waar enorme aantallen, goed voorbereide, duiven aan de start verschijnen en waaraan alle gerespecteerde hokken zich van hun beste kant willen laten zien. Om daar een kopduif te pakken moet je én de supervorm op het hok hebben, maar ook echt superduiven, anders heb je geen schijn van kans. Enfin het duivinnetje Nathalie uit het koppel Kleine Dirk x Fleur mocht het spits afbijten op nat.ionaal Bourges tegen maar liefst 31.824 (!) duiven. Zij speelde de 4e nationaal......
 
In 2008 werd een dochter uit deze Nathalie ingekorfd op La Souterraine. Dit was tevens de testcase of de nakweek ook de moeite waard zou zijn... Dochter Nathalie vloog de 5e nationaal tegen 21.256 duiven..... In datzelfde jaar werd uit kleine Dirk x Fleur ook de F16 geboren die in 2008 de beste jonge duif van Belgiè zou worden over 3 nationale vluchten met o.a. 6e nat. Argenton tegen 25.583 duiven en een 8e nat. La Souterraine tegen 21.256 duiven.

Een van de hoogtepunten werd bereikt tijdens de vlucht die door velen als mooiste vlucht van Belgie beschouwd wordt en dat is nationaal Bourges jonge duiven. In 2010 verschenen opnieuw een massa duiven aan de start en Herman en Johnny speelden de 2e , 3e en 5e nationaal tegen, schrik niet, 30.748 duiven. Ongelofelijk goed. De 2e nat. Bourges werd gewonnen door lady Fleur uit kleine Dirk x Fleur, de 3e nat. was voor Mirage uit een andere koppeling en de 5e nat. was een kl. kind uit kleine Dirk x Fleur.
Topkweekster Fleur kwam uit een droomkoppeling. Zoon Ace Four x dochter Home Alone

In 2011 werd een even simpele als praktische kopeling gemaakt; Lady Fleur , 2e nat. Bourges, werd gekoppeld tegen Mirage 3e nat. Bourges. Hoe eenvoudig kan duivensport toch zijn als je eenmaal de goeie hebt... … Toch wel spannend, want op papier kan het wel interessant lijken, maar het bleek ook in de praktijk een voltreffer! Uit deze kopeling kwam namelijk hun eerste duif van nat. Argenton in 2011, waaraan ruim 20.000 duiven mee deden en zij speelden daarmee de 9e nationaal....
 
Stuurlui
Zoals bijna bij alle prestaties van wie dan ook en bij welke sport dan ook, zijn er altijd kenners/theoretici die wat aan te merken hebben op je prestaties, hoe goed ook. Als je uithaalt met de jonge duiven moet je het maar eens bewijzen met de ouden. Als je op de vitesse hard speelt, moet je het maar eens bewijzen op de eendaagse. Als je in de overvlucht hard gaat moet je het maar eens bewijzen in de voorvlucht etc etc.

Typisch menselijk gedrag en voor vele toppers dé motivatie om nog een tandje bij te zetten. Bij Jespers-Vanderwegen was het niet anders. Ze kregen al snel het predicaat jonge duivenspecialisten opgespeld en criticasters kwamen al rap met voorspelbare quotes; Ze moesten hetzelfde maar eens laten zien met de oude duiven.....! Dat zou een heel ander verhaal worden.
F16 was een directe zoon van Fleur en was de beste jonge duif van België over 3 nat. vluchten

De handschoen werd opgepakt en in 2014, zeer recent dus, werd met een ploeg jaarlingen meegedaan op nationaal La Souterraine. Er vlogen 9815 jaarlingen in het concours en de duiven van Johnny en Herman stonden op scherp. Er was speciaal een ander hok bijgezet en daarop moest het dan maar gebeuren met de oude duiven. Wat niet iedereen had verwacht of wellicht gehoopt, gebeurde toch; ze haalden opnieuw ongenadig hard uit en speelden de 1e en 3e nationaal tegen 9815 duiven, met Nadetta en Ramona. Nadetta was ook nog eens de snelste van alle 16.449 deelnemende duiven. Voorlopig is het dus weer even stil aan de zijlijn....

Beide duiven werden geboren uit 2 verschillende doffers van Vandenabeele die gekoppeld waren aan 2 duivinnen direct uit de superkoppeling kleine Dirk x Fleur. De doffers van Vandenabeele kwamen respectievelijk uit een dochter van de Bliksem en uit de Rudy, zoon van dezelfde Bliksem. De moeder van de 1e nationaal was Belle Fleur, laatste dochter van Fleur x kleine Dirk en de moeder van de 3e nationaal was de 500 duivin, welke het eerste jong was dat zij uit kleine Dirk x Fleur kweekten. Bij Jespers-Vanderwegen is de cirkel rond en bij ons eveneens wat betreft deze serie over Ad Schaerlaeckens en zijn duiven uit de lijn van Ace-Four.
 
Buitencategorie
Wat dit fluwelen doffertje en zijn nazaten aan topduiven op de wereld heeft gezet valt in de buitencategorie. De partners die er aan gekoppeld werden waren natuurlijke eveneens van grote klasse, dat is duidelijk, maar ik denk dat de Ace Four zijn plaats in de duivensport geschiedenis meer dan verdiend heeft en samen met zijn broers, zussen en verdere familie. bestempeld kunnen worden als grote kweek-en vliegwonders. En ook in de toekomst zullen er nog zeer regelmatig toppers geboren worden met Ace Fourbloed in hun aderen. Dat is inmiddels wel duidelijk.

Respect voor twee fenomenen; A.S. en zijn duiven!

Wat ons betreft sluiten we deze uitgebreide serie af met een diepe buiging voor de Ace-Fourfamily en zijn kweker c.q. speler Ad Schaerlaeckens! (slot)


                                                             Terug naar startpagina
                                                     
http://pigeon-fever.blogspot.nl/



===============================================================================
© Copyright Henk Simonsz 2014-2015. Alle rechten voorbehouden. Gehele of gedeeltelijke overname, plaatsing op andere sites, verveelvoudiging op welke andere wijze dan ook en/of commercieel gebruik van deze informatie is niet toegestaan, tenzij hiervoor uitdrukkelijk schriftelijke toestemming is verleend door Henk Simonsz of tenzij aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan.

Het linken en verwijzen naar de pagina’s op deze website is toegestaan. De webmaster stelt het op prijs hiervan in kennis te worden gesteld via pigeonfever@gmail.com
===============================================================================