Pigeon-fever (1)
tekst en foto's Henk SimonszTerug op het oude nest
Geachte sportvrienden, zoals de titel aangeeft ben ik jaren lang duivenmelker af geweest. Midden jaren 90 heb ik mijn duiven via de Duif verkocht omdat ik moest kiezen tussen 2 hobby’s, die ik met veel passie beoefende. Sportvissen op roofvis én duiven. Van de eerste hobby kon ik uiteindelijk mijn beroep maken en gezien het feit dat je in mijn beleving maar één ding echt goed kunt doen, ben ik daar toen voor gegaan.
Ondanks dat het sportvissen me erg veel heeft gebracht en nog steeds brengt, ben ik in mijn hart ook altijd de duivenmelker gebleven. Heb het abonnement op mijn geliefde sportblad de Duif nooit opgezegd en bleef daardoor aardig op de hoogte van de ontwikkelingen binnen de duivenwereld. Ook had en heb ik nog steeds verschillende vrienden, die wél met duiven spelen, waardoor de band met de duivensport weliswaar minder werd, maar wel bleef bestaan
In 2010 meldde een duivenvriend dat Wil Brouwers bij hem op bezoek zou komen en vroeg of ik zin had er bij te willen zijn. Leek me erg leuk, want ik had destijds voor Sportblad de Duif de verkoopcatalogus gemaakt van de verkoop van de duiven van de toen bestaande combinatie Brouwers-Kodama en had daarbij een plezierig contact met de familie Brouwers gehad. Ook hun duiven vond ik erg goed, vooral de lijn van National King sprak me bijzonder aan.
Deze donkere doffer met oranje kleurige, goudgerande, ogen, presteerde het om een 1e nat. Bordeaux jaarlingen te spelen, maar ook een 1e nat. München, dus zowel op de Zuid als Oostlijn kop en dat kunnen er maar weinig denk ik. Trouwens dat hele lijntje was super met o.a. de Profi en andere cracks.
De duivenvriend die me uitnodigde om langs te komen bij het bezoek van Wil Brouwers kocht toen op die verkoop op mijn advies een schitterend jong duivinnetje uit diezelfde National King en heeft daar geen spijt van gehad. Kostte veel geld, maar was dat (achteraf gezien) dubbel en dwars waard. De eerste 2 eitjes die ze legde, leverde een duifkampioen én een autowinnaar tegen ruim 20.000 duiven op. Weliswaar gekoppeld tegen een eveneens fantastisch A.S. doffertje, wat een prachtig verhaal op zich is en waar ik tzt graag nog uitgebreid op terug kom.
Enfin, Wil Brouwers kwam langs en wilde van hem alle kinderen kopen (7 stuks) die er nog zaten uit die dochter van National King.... Maar voordat het zakelijke gedeelte begon hebben we gezamenlijk met Wil mooie herinneringen opgehaald en elkaar bijgepraat. Ook wist Wil veel over China en de ontwikkelingen daar te vertellen. Boeiend en leerzaam.
Na de leuke gesprekken gingen we de hokken in en zoals gezegd wilde Wil al die National King nazaten hebben. We namen ze nog eens in de hand en gelukkig besliste mijn maat op dat moment niet om ze te verkopen. Ondanks het echt grote geld dat geboden werd ging hij niet direct overstag, maar twijfelde wel. Ik ben achteraf nog nooit zo blij geweest dat ik op duivenbezoek ging en wel om 2 redenen.
Ten eerste dat ik kon voorkomen dat mijn maat de kern van zijn stam zou verkopen en ten tweede dat de gesprekken met Wil me weer over de streep trokken om wat in de duivensport te gaan doen, als kweker, speler of wat dan ook. Qua tijd kon het eigenlijk niet, maar de drang was groot. Zo groot dat ik persé een oplossing wilde vinden.
Als herintreder keek ik nog aardig fris en fruitig tegen de praktiserende duivensport aan en kwam al snel in aanraking met de goede én slechte ontwikkelingen die de duivensport de afgelopen jaren had doorgemaakt. Ze vielen mij extra op omdat ik er natuurlijk een tijd uit was geweest en mooi kon vaststellen hoe de duivensport zich in deze tijd als hobby en sport kon handhaven. De concurrentie met andere hobby’s is natuurlijk enorm en ook maatschappelijke veranderingen hebben veel invloed
De eerste gedachtes en plannen die ik had waren om mij te gaan specialiseren op één onderdeel. Daardoor dacht ik minder tijd nodig te gaan hebben en ook beter te kunnen presteren tegen de hardspelende hokken die er al waren. Welk onderdeel was ik nog niet uit maar wilde ik laten afhangen van de mogelijkheden in mijn regio.
Ik woonde niet meer in Ede waar ik mijn roots had liggen, maar was verhuisd naar het Noorden van het land, waar we in alle vrijheid en rust een machtig plekje hadden gevonden, ook voor de duiven. Door het fenomeen internet was de wereld erg klein geworden en in no time was ik weer aardig bijgelezen over praktische zaken als hokken, kloksystemen en allerlei geautomatiseerde systemen, die melkers met weinig tijd soms meer mogelijkheden geven.
Ook kwam ik er al snel achter dat er met name op het gebied van voeding en training een kleine revolutie had plaatsgevonden. Wel belangrijk voor mij want het was daardoor ook allemaal veel arbeidsintensiever geworden.
Binnen no time liep ik ook tegen een paar, voor een herintreder, vreemde zaken aan waar ik ook later nog wel eens op terug zal komen. Heel enthousiast sluit je de duivensport weer in de armen en denk je dat de duivensport ook blij is met nieuwe leden. Dat bleek in de praktijk niet overal zo want ook in onze sport lijkt de bureaucratie eerder toe- dan afgenomen. Ik heb geen zin om negatief te gaan schrijven want daar heb ik zelf een grote hekel aan, maar er waren toch wel een aantal zaken waarvan ik dacht.....tjonge moet dat nou zo...
Al met al ben ik erg blij dat ik er weer aan begonnen ben en de verbondenheid onder veel melkers is er gelukkig nog volop. Je hoeft niet met iedereen vrindjes te worden uiteraard, maar met gelijk gestemden is het fantastisch om over je sport te communiceren. En er is nog steeds erg veel gastvrijheid en kameraadschap binnen de duivensport kwam ik al snel achter.
De keuze die ik wilde maken in welke vorm en wijze was niet de belangrijkste prioriteit op dat moment. Ik wilde zo snel mogelijk aan de slag met het opbouwen van een kweekhok met het allerbeste wat er in mijn ogen te vinden is. Topduiven is gelukig nog steeds het uitgangspunt voor succes binnen de duivensport. Op mijn manier had ik me inmiddels aardig verdiept in de praktische kant van de duivensport en gekeken waar de grootste problemen lagen voor de meeste melkers. Het grootste probleem in de afdeling waar ik wilde spelen was de grootte van de afdeling en de sterke concurrentie.
Dit zomerjong schiet lekker op in de rui, nog 3 oude pennen |
Al snel had ik een plan van aanpak waarmee ik wilde proberen beter te scoren dan de potentiele concurrentie op het gebied van kweek, gezondheid, africhting en nog wat kleine dingen. Aspiraties genoeg maar als je iets wil bereiken zal je op die manier moeten beginnen denk ik. In de duivensport is succes niet vanzelfsprekend en in de duivensport is 1 + 1 niet altijd 2 ben ik in de loop van de jaren wel achter gekomen, maar je moet toch ergens in geloven als je opnieuw wil beginnen
Behalve de kwaliteit, was de belangrijkste eigenschap die ik zocht, duiven op het kweekhok te krijgen die zonder de algemeen veel gebruikte medicijnen (wel entingen!) uit zichzelf super gezond konden blijven..... Op papier een geweldig plan en na verloop van tijd zou ik dan vanzelf een stam duiven moeten krijgen die in ieder geval qua gezondheid een stuk sterker zou zijn als die van de concurrentie.
Ik wist op dat moment nog niet precies waar ik aan begon en ik realiseerde me al snel dat ik een uiterst moeilijke weg was ingeslagen, met hopelijk aan het eind de beloning.....Ik liep van het ene tegen het andere dilemma aan...fantastische duif maar niet gezond...opruimen of...?? De volgende keer komt dat allemaal aan bod en ook de conclusie die ik moest trekken dat ik voor het huidige niveau binnen de sport onvoldoende tijd zou hebben om zelf mee te spelen, zelfs bij ver doorgevoerde specialisatie. Maar er was gelukkig een onverwacht alternatief ..... (wordt vervolgd)
Pigeon-Fever 2
tekst en foto's Henk Simonsz
De eerste
duiven….een regelrecht drama…
Hoe meer ik mij
verdiepte in de hedendaagse spelsystemen en alles wat daarbij komt
kijken, des te meer ik er eigenlijk van overtuigd raakte, dat ik daar
niet aan zou kunnen voldoen. Gewoon te weinig tijd om te bereiken wat
ik zou willen bereiken. Tot aan het laatst probeerde ik een oplossing
te vinden om actief mee te kunnen spelen en de laatste strohalm leek
mij het jonge duivenspel. In de winter geen duiven, alleen maar
kwekers en met een mooi ploegje jongen in het voorjaar beginnen. Maar
ook dat bleek een onhaalbare kaart omdat er veel meer aan vast zit
dan je in eerste instantie zou denken.
Maar zoals zo vaak
kwam de oplossing uit onverwachte hoek. Een onderdeel in de
duivensport, die ik inmiddels om verschillende redenen een grote
toekomst voorspel, was de sleutel. Voor mij betekende het in ieder
geval dé oplossing en veegde in één klap alle nadelen die een
herintreding van mij in de weg stond, van tafel. Ik kon mijn geluk
niet op en ben ongelofelijk blij met het bestaan van….
Eénhoksraces!
Natuurlijk had ik er ooit
over gehoord maar het kon me eerlijk gezegd tot dusver niet zo boeien
en was, mede door het stranden van het Nederlandse evenement, voor
mij meer een ver van mij bed show. Maar door de publicaties op
internet en sfeerfoto’s en verslagen in de Duif over o.a. de
Belgian Masters, werd het idee geboren en heb ik me er verder in
verdiept. Dan blijkt dat er net als in de “gewone” duivensport,
ook daar het nodige kaf onder het koren schuilt met betrekking tot
betrouwbaar- en diervriendelijkheid.
Blue Motion laat het duidelijk zien. Gezonde duiven = dagelijkse vreugde! |
Maar als je een beetje op
let zijn er genoeg races te vinden die dankzij goede hokken en goede
professionele begeleiding, verantwoord zijn om aan mee te doen.
Daarbij ook verschillende races die aan het einde van de rit zoveel
jongen overhouden waar een hedendaagse speler met jonge duiven zich
ook niet voor hoeft te schamen. Want ook daar is het tegenwoordig een
hele tour om wat jongen over te houden… Ik heb ook gemerkt dat er
verschillende duivenmelkers zijn die op éénhoksraces net zo
allergisch kunnen reageren als buitenstaanders op de landelijke
duivensport. Hun beeld van dat soort evenementen is vaak gebaseerd op
excessen en ik krijg het Spaans benauwd als ik duivenmelkers hoor
roepen dat dat soort races verboden zou moeten worden. Mij en vele
anderen met mij, geven die goed georganiseerde races in ieder geval
weer de kans met duiven te spelen op alle niveau’s die ik maar wil.
Waren er geen éénhoksraces
was ik ook geen actief melker meer geworden, geen NPO lid, geen
abonnement op de bladen en ook geen beursbezoek etc. Ik zal alle
zaken betreffende de éénhoksraces eens op een rijtje zetten en het
zal me niet verbazen dat die wel eens een belangrijke
(toekomst)pijler kan zijn voor mensen die om wat voor reden dan ook,
anders de duivensport vaarwel zouden moeten zeggen. Wat dat betreft
liggen er voor de duivensport nog voldoende kansen, alleen zullen we
minder traditioneel moeten denken met z’n allen. Een kweekhokje met
alleen wat kwekers volstaat immers om volwaardig mee te kunnen doen
en het internet geeft de mogelijkheid alles op de voet te volgen en
die mogelijkheden zullen alleen maar toenemen. Zeker in de
winterperiode kan dat een uiterst boeiende en spannende bezigheid
zijn.
Zo kan ik bijvoorbeeld de
sterkste concurrentie op het vitesse/midfond gebeuren opzoeken bij de
Belgian Masters of de Danish Pigeon Race in Denemarken. Op het
gebied van de eendaagse fond kan ik b.v. inschrijven voor de Algarve
races in Portugal of meedoen aan verschillende races in Zuid Afrika
om er maar wat te noemen. Er zijn veel meer races als de meeste
melkers denken of weten. Dat zijn toch vaak wedstrijden waar veel
van de sterkste hokken ter wereld hun allerbeste duiven naar toe doen
en waar de begeleiding professioneel gebeurd. Mooier kon ik het niet
hebben. Maatwerk!
Het “enige” wat mij
nog stond te doen was een kweekhokje opbouwen met de allerfijnste
duiven die ik maar kon vinden, jongen kweken en insturen die
talentjes…. Iedereen begint met dezelfde kansen wat betrfet
accommodatie, ligging, voer-systeem etc. Het enige wat het verschil
maakt is de kwaliteit van de duif, een beetje geluk op het juiste
moment én uiteraard de natuurlijke gezondheid.
Dat laatste onderwerp over
gezondheid had ik in deel 1 beschreven en aangegeven dat ik een duif
wilde overhouden en kweken, die van zichzelf gezond kon blijven. En
dat ik bij de uitvoering van dat plan daarbij regelmatig tegen
dilemma’s aanliep omdat ik me had voorgenomen mijn duiven, behalve
verschillende entingen en iets tegen paratyphus, geen enkel medicijn
te geven, ook niet tegen het geel.
Ik vind nog steeds dat een
potentiële kweekduif in een afgesloten milieu, zich zonder
medicijnen moet kunnen handhaven en gezonde jongen moet kunnen
voortbrengen. Ik denk er nog steeds zo over en hoop daarmee op de
lange termijn voorsprong op te bouwen. De vooruitzichten zijn heel
hoopvol en veelbelovend, maar ik heb er wel af en toe, letterlijk,
een traantje voor moeten laten. Voor vliegduiven vind ik het een
ander verhaal, omdat die wekelijks in contact komen met andere
vreemde duiven. Maar ik wil proberen te bereiken dat de basis van
mijn hok moet bestaan uit topkwaliteit in combinatie met een
fantastische natuurlijke gezondheid, waarbij geen ruimte is voor
mededogen. Staat erg stoer zo op papier, maar nu de praktijk nog….
Want dat inmiddels veel duiven problemen hebben om uit zichzelf gezond te blijven is mij wel duidelijk geworden. Ik had me dus voorgenomen om elke duif op te ruimen die ziek zou worden, wanneer de meerderheid van de aanwezige duiven daar geen last van zou hebben. Wanneer het gros van mijn duiven dezelfde kwaal zou vertonen zou ik wellicht mijn mening moeten bijstellen, omdat ik dan de lat te hoog zou leggen. Elke melker weet hoe moeilijk het is om iets bij te halen wat beter is als je eigen duiven. Hoe vaak vallen nieuwe aanwinsten niet tegen op je eigen hok. Ik moest echter beginnen met alleen maar bijhalers…
Bij de eerste aanschaf van
zo’n 20 duiven van een gerenommeerd hok ging het gelijk al helemaal
fout. Het eerste wat ik verkeerd deed was blind duiven bestellen uit
de allerbeste en die kreeg ik ook. Alleen zitten er dan vaak al heel
wat duiven bij die me qua bouw, uitstraling en gedrag totaal niet
aanstaan en ik eigenlijk helemaal niet op het hok wil hebben. Stom
van mezelf.
Van de 20 zijn er uiteindelijk vanwege gezondheidsproblemen over een langere periode 17 bevorderd tot de heerlijkheid en bijgezet in de inmiddels bij mijn vrienden bekende Japanse fruitschaal (zie foto). Ze waren niet ernstig ziek maar wel voortdurend. En ik raak echt niet van streek van een donker neusje dat een paar dagen of zelfs een week duurt. Maar het moet wel over gaan, zeker zo lang er duiven bij lopen die wel snel herstellen of er geen last van hebben. Alle plagen van Egypte kwamen een voor een voorbij en ik was er op een gegeven ogenblik helemaal klaar mee. Drie bleven er over die wel gezond konden blijven maar me ook niet konden bekoren. Dus die heb ik maar weggegeven aan iemand die ze wel prachtig vond. De kater was groot, waar was ik aan begonnen vroeg ik mijzelf af. Had ik de gezondheidslat niet té hoog gelegd….
Van de 20 zijn er uiteindelijk vanwege gezondheidsproblemen over een langere periode 17 bevorderd tot de heerlijkheid en bijgezet in de inmiddels bij mijn vrienden bekende Japanse fruitschaal (zie foto). Ze waren niet ernstig ziek maar wel voortdurend. En ik raak echt niet van streek van een donker neusje dat een paar dagen of zelfs een week duurt. Maar het moet wel over gaan, zeker zo lang er duiven bij lopen die wel snel herstellen of er geen last van hebben. Alle plagen van Egypte kwamen een voor een voorbij en ik was er op een gegeven ogenblik helemaal klaar mee. Drie bleven er over die wel gezond konden blijven maar me ook niet konden bekoren. Dus die heb ik maar weggegeven aan iemand die ze wel prachtig vond. De kater was groot, waar was ik aan begonnen vroeg ik mijzelf af. Had ik de gezondheidslat niet té hoog gelegd….
Dus fase 1 was een
complete mislukking wat gezonde duiven betreft, maar zoals Cruyff
ooit zei; ieder nadeel heeft zijn voordeel en dat was nu ook zo. Ik
stond gelijk weer met beide benen op de grond en kon m’n policy
bijstellen. Later hoorde ik dat de betreffende melker waar ik de
eerste 20 had aangeschaft, het grootste gedeelte van zijn kwekers had
opgeruimd. Hij was het zat was elke week bij de dierenarts in de
wachtkamer te moeten zitten…. Ik had de duiven makkelijk aan de
praat kunnen houden met allerlei kuurtjes etc. denk ik, maar had
daarmee natuurlijk wel een enorme valse start gemaakt. Nu stond ik
ook met lege handen, maar wel met de kans op een herstart!
Twee dingen ging ik anders doen. Ten eerste zelf de duiven uitzoeken die ik bij wilde halen, zodat het gros van de duiven me sowieso direct al aanstond. Dan maar wat meer betalen eventueel, maar niet meer blind bestellen. Niet omdat ik denk dat ik in de duif kan kijken, maar dan zijn het in ieder geval duiven die me vanaf het begin bevallen. Anders weet ik wel hoe het afloopt…
Een foto van de finale van de Belgian Masters 2013. Een prachtig evenement met een heel bijzondere sfeer |
Twee dingen ging ik anders doen. Ten eerste zelf de duiven uitzoeken die ik bij wilde halen, zodat het gros van de duiven me sowieso direct al aanstond. Dan maar wat meer betalen eventueel, maar niet meer blind bestellen. Niet omdat ik denk dat ik in de duif kan kijken, maar dan zijn het in ieder geval duiven die me vanaf het begin bevallen. Anders weet ik wel hoe het afloopt…
Verder wilde ik proberen
een topmilieu van een ander hok naar mijn hok te importeren. Ik weet
dat geen hok hetzelfde is, maar als er een groep kerngezonde duiven
uit een topmilieu op mijn nieuwe hok wordt geplaatst, kan dat nooit
verkeerd zijn leek mij. Of het zou werken moest ik afwachten.
Andersom heb ik namelijk wel meegemaakt. Een vriend van mij haalde
eens een 10 tal duiven uit een slecht milieu en plaatste die in een
aparte afdeling op zijn hokken. De zurige reuk die van die duiven
afkwam voorspelde weinig goeds. Hij heeft toen de duiven verspreid
over zijn andere hokken en binnen een paar weken vielen de
nieuwkomers niet meer op in negatieve zin. Het goede milieu had het
slechte geabsorbeerd zo het leek.
Ik ben altijd bang dat de
balans naar zo’n slecht milieu doorslaat en er niet of nauwelijks
een weg terug is. Ik heb al verschillende hokken gezien die goed
waren maar waar door een of andere oorzaak het milieu veranderd was
(wat je dan ook kon ruiken) en waarbij de prestaties snel terug
liepen en ook slecht bleven ondanks de gebruikelijke kuren. De lucht
die in een hok hangt is vaak een goede aanwijzing denk ik. Op alle
tophokken die ik bezocht heb hing altijd een bepaalde, moeilijk te
omschrijven, maar wel aangename lucht.
Toen de Gebroeders
Brugeman uit Assendelft destijds hun duiven via Sportblad de Duif
verkochten en ik hun stam mocht beschrijven, waren zij op dat moment
absolute top op de Barcelona vluchten. Duiven als de Orhan en Myra en
nazaten uit de lijn van de Wegvlieger van Hein Oostenrijk, lieten een
onuitwisbare indruk achter. Maar ik was ook de gezondheid van die
duiven niet vergeten; adembenemend. Zeker op de vluchten van de lange
adem een eerste voorwaarde.
Maar wat zij b.v ook deden was bij de jaarlijkse schoonmaak van de hokken de (uiteraard kurkdroge) dikke laag mest in vuilniszakken deponeren en als de klus met brander geklaard was, dezelfde mest weer terugbrengen in de hokken. De combinatie, brander en daarna de mest weer terugkiepen heb ik nooit begrepen, maar wat ik wel heel slim vond was dat ze door de mest weer terug te brengen het milieu 100 % intact hielden. Je vraagt je soms af of het wel zo verstandig is om op een hok waar keihard gevlogen wordt door ontsmetting de hele bacterieflora kapot te maken en dan bedoel ik niet het verwijderen van de veren en het stof van de plafonds etc.
Het lijkt mij net zoiets als een gezonde duif antibiotica geven, maar dan praat ik over indrukken en niet over onderbouwde feiten. Het rare in de duivensport is wel dat er bij een bepaalde constatering er ook altijd wel een voorbeeldt te vinden is dat precies het tegenovergestelde zegt. Ik denk ook dat een wetenschapper in de duivensport binnen korte tijd helemaal gestoord zou worden. Het is ook niet voor niets dat wanneer je aan 3 duivendierenartsen een mening vraagt, je vaak 3 verschillende antwoorden krijgt, typisch duivensport, waar zoals ik eerder schreef, 1 plus 1 niet altijd 2 is….Waarschijnlijk ook de reden dat e duivensport nogbestaat trouwens maar dat is weer een heel ander verhaal….
Maar wat zij b.v ook deden was bij de jaarlijkse schoonmaak van de hokken de (uiteraard kurkdroge) dikke laag mest in vuilniszakken deponeren en als de klus met brander geklaard was, dezelfde mest weer terugbrengen in de hokken. De combinatie, brander en daarna de mest weer terugkiepen heb ik nooit begrepen, maar wat ik wel heel slim vond was dat ze door de mest weer terug te brengen het milieu 100 % intact hielden. Je vraagt je soms af of het wel zo verstandig is om op een hok waar keihard gevlogen wordt door ontsmetting de hele bacterieflora kapot te maken en dan bedoel ik niet het verwijderen van de veren en het stof van de plafonds etc.
Het lijkt mij net zoiets als een gezonde duif antibiotica geven, maar dan praat ik over indrukken en niet over onderbouwde feiten. Het rare in de duivensport is wel dat er bij een bepaalde constatering er ook altijd wel een voorbeeldt te vinden is dat precies het tegenovergestelde zegt. Ik denk ook dat een wetenschapper in de duivensport binnen korte tijd helemaal gestoord zou worden. Het is ook niet voor niets dat wanneer je aan 3 duivendierenartsen een mening vraagt, je vaak 3 verschillende antwoorden krijgt, typisch duivensport, waar zoals ik eerder schreef, 1 plus 1 niet altijd 2 is….Waarschijnlijk ook de reden dat e duivensport nogbestaat trouwens maar dat is weer een heel ander verhaal….
Maar toch was ik dat
milieuverhaal niet vergeten en kwam nu weer naar boven. Vandaar dat
ik naar een vriend in H. gereden ben, waarvan ik wist dat op zijn
kleine accommodatie de duiven er altijd ongelofelijk mooi bij zaten.
Een vakman pur sang die nauwelijks iets wist van medicijnen. Simpele
hokken maar alles klopte daar. Hij stond op het punt zijn oude duiven
te selecteren en de boventalligen op te ruimen, dus heb ik hem gebeld
en ben er naar toe gegaan. Ik heb hem gevraagd of ik alle opruimers
die in topconditie waren, maar te weinig atletisch vermogen hadden
of gewoon te stom waren (ca. 20 stuks) mee mocht nemen naar mijn hok.
Ze werden dan op mijn kweekhok geplaatst en vanaf het moment dat ze
zich daar thuis voelden wilde ik stap voor stap de nieuwe
aangeschafte duiven daarbij zetten. Eerst werden mijn hokken na het
eerste debacle nog aan een enorme poets beurt onderworpen en
nagesproeid met Virkon S. De basis was weer blanco. Tijd voor part
II…
Op de momenten dat er
telkens een (klein) groepje van nieuwe aangeschafte kweekduiven bij
de “Milieuduiven” geplaatst werd, wilde ik dan telkens hetzelfde
aantal daarvan opruimen. Na ongeveer een jaar zouden de
“Milieuduiven” weer weg moeten zijn en mijn nieuwe kwekers het
milieu overgenomen moeten hebben.
Het aantal afvallers bij
de nieuwkomers lag nog wel boven de 70% maar de duiven die overbleven
zagen er fantastisch uit en bleven dat ook! De weg die ik nu
ingeslagen was leek goed bij mij en mijn systeem te passen.
De herstart was in alles
het tegenovergestelde van de eerste poging. Mede doordat ik een op
een ander hok een 20tal duiven aanschafte dat een schot in de roos
leek. Met de eigenaren van een , in mijn ogen fenomenaal, kweekhok
had ik een deal gemaakt dat ik van verschillende rondes jongen mocht
uitzoeken. Een part of the deal was dat ik daarbij van te voren geen
stambomen hoefde in te zien. De gemiddelde kwaliteit daar was zo hoog
dat ik meer dan tevreden zou zijn met iedere duif die ik mee kon
nemen omdat ik het een beauty vond. En ik kan u verzekeren dat dat
heerlijk zoeken was….. De stamkaarten zag ik dan wel weer als een
bonus achteraf.
Met die duiven had ik het
geluk dat de basisgezondheid ook erg goed was en de gemiddelde
kwaliteit me zeer aan stond. Ik denk en weet inmiddels wel zeker dat
die aanschaf voor de toekomst de basis gaat worden voor mijn eigen
stam. En dan gekoppeld tegen het allerfijnste van verschillende
andere tophokken, welke op dezelfde manier zijn uitgezocht en daarna
geselecteerd op gezondheid.
Op dit moment staat de
teller op circa 160 aangeschafte duiven waarvan er nog 40 aanwezig
zijn. Gezondheidsproblemen bij de overblijvers zijn er niet meer
geweest tot dusver. Ik heb alleen nog veel afvallers bij nieuw
aangeschafte duiven, die eerst gedurende lange tijd in quarantaine
gaan en waarvan o.a. de mest van 5 dagen wordt opgespaard en op 2 of
3 laboratoria wordt onderzocht. Daardoor kwam ik ook al verschillende
negatieve verrassingen tegen en waren er ook duiven bij die mijn
kweekhok niet eens gehaald hebben, ondanks het feit dat ze er goed
uitzagen en dat ze van hardspelende hokken kwamen. Dat aparte
quarantaine hokje bleek en is nog steeds goud waard en heel
belangrijk in de opbouw.
Vorige keer liet ik een
foto zien van het mooie jonge doffertje waar ik zo gek mee was en
waar ik veel moeite en kilometers voor had moeten maken om hem te
kunnen bemachtigen. Kreeg na 2 weken zwaar coli. De andere jongen
hadden geen last of alleen in lichte mate en waren na een paar dagen
weer opgeknapt. Ik kreeg nog een extra schrik toen ik zag dat dat
zieke duifje stond over te geven en de andere jongen dat vrolijk en
haastig oppikten. Probeerde nog in te grijpen maar dat lukte me niet
en hield mijn hart vast.
De Japanse Sushi-schaal. Veel potentiële toppers kwamen niet verder dan hier |
Het eerder genoemde doffertje zat er samen met een ander jong helemaal doorheen. Omdat ze geen tekenen van herstel toonden besloot ik ze beiden op te ruimen met pijn in mijn hart. De andere duiven hadden geen last, zelfs niet de duiven die het braaksel van de zieke duif oppikten. Later zag ik op de stamkaart dat de moeders van beide opgeruimde duiven zusters waren….. Dus toch kennelijk een goede keus om ze weg te doen ?!.
Ook herinner ik mij nog
een andere duifje waar ik veel tijd en geld in had gestopt om dat te
kunnen bemachtigen. Ik was er heel erg blij mee, prachtige gebouwd,
zeer schrander kopje met een mooi oogje, wat een weelde, kortom
helemaal goed. Ik zei voor de grap nog tegen mijn vrouw dat ik die
wel zou helpen met een pilletje als ze ziek zou worden, gezien de
prijs en de energie die dat gekost had ha ha. Had ik beter niet
kunnen zeggen…Twee dagen later zie ik dat het duifje iets met de
bek open zat… Nauwelijks zichtbaar, maar toch…Verschrikt pakte ik
haar beet en zag het al snel; geel….andere duiven geen last!
Ik heb haar weer terug
gezet, ging op de voerton zitten en wist op dat moment even niet
goed wat te doen. Voor het eerst twijfelde ik echt of ik wel goed
bezig was. S’middags een goede duivenvriend gebeld en hem het
e.e.a. uitgelegd. Henk zei hij, je moet niet overdrijven. Geef dat
beestje een geel tabletje en het probleem is opgelost. Je kunt het
ook te gek maken…..
Op dat moment vond ik dat
hij gelijk had en ben gelijk een doosje tabletten gaan halen en heb
diezelfde avonds het betreffende duifje een geelpil opgestoken.
Vervolgens de hele nacht slecht geslapen en liggen woelen in mijn
bed. In gedachten zag ik het regiment duiven voorbijkomen die geen
hulp van me kregen toen ze het moeilijk hadden en het niet haalden….
Het uiteindelijke gevolg was dat ik haar de volgende morgen alsnog,
met een steen in m’n maag, heb opgeruimd. Een heel naar moment,
maar nu ben ik toch weer blij dat ik het wel gedaan heb. De rest van
de duiven heeft immers geen last en iedere keer als ik de
fantastische gezondheid van de duiven zie die het systeem wél
aankonden, geeft me het gevoel dat ik tot nu toe toch de juiste
keuzes heb gemaakt….
Ik wil uiteindelijk naar
een kweekhok met een stuk of 10 fijne koppels waar ik van op aan kan
en waarvan ik de nazaten naar éénhoksraces wil sturen. Daarnaast
telkens een 10 tal proefkoppels. Daarvan gaan de jongen stevig
getest worden op de normale vluchten, verdeeld over 3 verschillende
hokken, die met mijn jongen gaan spelen. Uiteindelijk wil ik nooit
meer dan maximaal zo’n 40 duiven op mijn hokken houden.
Dat aantal zit er
inmiddels maar fluctueert blijvend omdat ik naast de gezondheid ook
blijf selecteren op kwaliteit. Het heeft me echt bloed, zweet en
tranen gekost om m’n huidige stammetje te formeren. Ik kijk echter
niet naar wat ik heb opgeruimd maar wel wat ik uiteindelijk heb
overgehouden en die zijn me alles waard.
Prachtig jong koppel; Panamera x Justy |
Ik zal in deze column
regelmatig verslag doen van de verschillende races waar ik aan mee
doe, maar ook van de resultaten van mijn jongen uit de
proefkoppelingen die op andere hokken gespeeld gaan worden. Verder
wil ik proberen ieder jaar minimaal 2 finales van éénhoksraces
bezoeken, waarvan de Belgian Masters natuurlijk een vaste waarde is.
In de volgende aflevering
wil ik graag de criteria beschrijven waaraan de duif die ik graag zie
moet voldoen. Ik heb mijn mening daaromtrent aan de hand van de
nodige bezoeken aan veel tophokken en door het bekijken van de 10
beste duiven van verschillende éénhoksraces, namelijk aardig moeten
bijstellen. De hedendaagse postduif is behoorlijk geëvolueerd ten
opzichte van de duiven die 20 jaar geleden de dienst uitmaakten,
zowel wat uiterlijk als uitstraling betreft….Duiven waar je 20 jaar
geleden potten mee kon breken komen nu amper meer op de uitslag zo
het lijkt, uitzonderingen daargelaten…
Maar het
allerbelangrijkste in deze tijd is natuurlijk het samen zijn met en
genieten van je dierbaren. Laten we dat vooral niet vergeten. Fijne
feestdagen en een succesvol en vooral gezond 2014!
Henk Simonsz
Pigeon Fever 3
tekst en foto's Henk Simonsz
Duiven
bijhalen (1)
Voordeel van
herintreder zijn is dat je veel minder fouten maakt als toen je
begon.
Ik weet nu precies wat
ik wil en ga recht op mijn doel af. En daarbij maak ik uiteraard ook
weer fouten, maar veel minder en het grootste pluspunt daarbij is dat
ik consequent ben én blijf…Verder laat ik mij ook niet gek maken
door bijzaken als rassenwaan, stambomen, onnodige medicijnen,
supplementen of achterklap om maar wat dingen te noemen.
Ik voel me goed bij de
dagelijkse vreugde die duivensport je kan brengen en kan daar ook
intens van genieten. Dat schijnt bij veel gezonde mensen toch een
probleem te zijn tegenwoordig, genieten van wat je (wel) hebt. Met
name bij veel Nederlanders zit het klagen dominant in het genenpakket
lijkt het wel en daarmee doe je jezelf veel te kort.
Hoe verloopt bij mij de
jacht op versterking, waar kijk ik naar waar selecteer ik op? Ik heb
daar inmiddels wel een uitgesproken mening over. Niet dat ik wil
suggereren dat ik de wijsheid in pacht heb, integendeel. Dat zal ik
van mezelf ook nooit beweren, maar er zijn mensen die het leuk vinden
andermans mening ook eens te horen, vandaar dat ik een poging wil
wagen… Wel denk ik dat het niet zo simpel is dat je kunt stellen
dat je met alleen maar goede duiven de boel af kunt breken. Ik vind
het bij elkaar zoeken van goede duiven eigenlijk een van de minst
moeilijke zaken binnen de duivensport. Je hebt als basis heel wat
meetinstrumenten tot je beschikking die niet liegen en dat zijn
uitslagen, referenties etc. Daarnaast je gezonde verstand gebruiken
en je bent al snel een eind op de goede weg.
Een factor voor
succesvolle duivensport die ik vele malen moeilijker vind en
misschien wel het moeilijkste, zijn de hokken. Hokken kunnen je maken
of breken. En mensen die het geluk kennen een goed of zelfs een
superhok te hebben, vinden dat vaak heel gewoon en roepen al snel dat
het hok niet belangrijk is. Maar oh jé als dat hok er niet meer is
en het wil niet (meer) lukken, wil ik ze graag nog eens spreken over
het belang van een goed hok. En hoe moeilijk het wel niet kan zijn om
een superklimaat te creëren. Ik noem het alvast, omdat er hokken
zijn die zo’n goed klimaat hebben dat bijna iedere duif met een
beetje inhoud daar goed op kan presteren. En een goede duif zelfs
super. En dat zijn nou juist vaak de hokken waar mensen die daar
duiven aanschaffen niet of nauwelijks mee slagen… Maar dat is een
ander en volgens mij onderschat onderwerp voor later…
Niemand kan in een
duif kijken, dat is de grootste flauwekul die bestaat. Maar je kunt
natuurlijk wel gebruik maken van uiterlijk waarneembare kenmerken en
daarmee een soort van voorselectie houden, waardoor de kans op succes
groter wordt. En op de momenten dat je twijfelt bij 2 op het oog
gelijkwaardige
duiven gaan voor de grootste gemene deler die je bij topduiven vaker
tegenkomt. Meer als bij “gewone”duiven zeg maar. Een 100 % score
is absoluut onmogelijk maar je kunt door slim gebruik te maken van
eerdere ervaringen en een beetje gevoel voor de duif, qua score toch
aardig hoog eindigen.
In de jaren 90 ging ik
regelmatig op duivenjacht met Bert Bouwman en we hadden een
codewoord afgesproken dat we gebruikten als we een hok helemaal niks
vonden. En juist op die hokken van grote faam, die kwalitatief al
in een vrije val waren beland, moest je vaak alle duiven in handen
nemen. Er kwam geen eind aan. We hadden afgesproken dat wanneer we
het niks vonden, we bij het beoordelen zouden zeggen dat het mooie
sterke duiven waren. Vooral heel sterk… Als een van ons die term
bezigde wisten we dat we het helemaal niks vonden en verder wilden.
Onze (vrije) tijd was immers kostbaar…De eigenaar stond dan te
glunderen dat we de duiven mooi en zo sterk vonden maar we wisten
niet hoe snel we het pand moesten verlaten. Misschien niet zo netjes
maar het werkte wel effectief…en we wilden de eigenaar natuurlijk
niet voor de kop stoten.
Als je al die duiven
hebt gezien en serieus hebt bekeken moet er toch iets zijn dat al
die goede duiven hebben. En ik heb inderdaad wat ontdekt, namelijk
dat er is geen 100% vaste standaard bestaat voor een goede kweker en
al helemaal niet voor een goede vlieger. Eendaagse fond duiven zijn
vaak wat mooier in balans, maar ook daar zijn er genoeg
uitzonderingen. Wat je wel kunt doen als het om puur lichamelijke
kwaliteiten voor potentiële kweekduiven gaat, is de grootste gemene
deler pakken en dat als basis gebruiken bij je keuze uit een lot
duiven, waardoor de kans om de betere mee te nemen groter is.
Laat ik als voorbeeld de
stuit noemen. Ik heb (vooral de laatste jaren) veel goede kwekers in
handen gehad die een stuit hadden die niet gesloten was. Stel dat ik
die duiven dan als referentie neem en op zoek ga naar duiven die een
stuit hebben die minstens 1 cm open staat ben ik niet slim bezig denk
ik. Waarom? Omdat mijn ervaring is dat misschien wel 70 % van de
topkwekers wél een goed gesloten stuit hebben. Dus ga ik, wanneer ik
mag uitzoeken uit 2 gelijkwaardige duiven, liever naar huis met de
duif die een ijzeren slot heeft. Dat soort dingen zie ik dan als
bonus en genoeg bonuspunten geven ook een meerwaarde.
Dit is de eerder genoemde NL13-146 alias Wieps Favourite welke na 3 hotspotvluchten op de Belgina Masters 2013 als 2e asduif stond genoteerd. |
Mocht ik echter een topper
op mijn hok ontdekken met een open stuit zal ik hem net zo liefdevol
in mijn stam opnemen als een beauty, die voldoet aan de bovengenoemde
eisen, laat dat ook duidelijk zijn. Die bepaalde zwakheden van zo’n
eenling los ik wel weer op door b v compensatiekweek
De reden dat ik toch de
uiterlijke kwaliteiten een beetje in het oog houdt is omdat ik wil
voorkomen dat er te veel lichamelijke gebreken insluipen,want dat
gaat op termijn ook altijd fout. Vaak zie je dat op hokken die hun
top gehad hebben wel aankomen. De oogkleuren worden vlakker, de
vleugels krimpen, slagpennen worden breder, de achterbroek wordt
groter etc. Vind ik toch wel tricky, vandaar dat ik er toch kritisch
op blijf. Hoe vliegduiven eruit zien maakt me helemaal niks uit als
ze maar goed afkomen. Ik zie vliegduiven als het eindproduct, kwekers
als basis.
Dat je voorzichtig bent
met duiven die je bijhaalt is niet altijd om nog harder te gaan
spelen maar vooral belangrijk als je een goede stam duiven hebt en de
kwaliteit wil behouden. Dat is de moeilijkste opgave voor veel
kampioenen en tevens ook de grootste valkuil. Te laat beginnen met
nieuwe kruisingen uit te testen, duiven aanschaffen die totaal niet
bij je stam passen, duiven met ernstige technische gebreken er in
brengen etc. Ik heb al heel veel hokken gezien waar de piek was
geweest en waar toch heel relaxed vreemde duiven werden ingebracht en
ze er bij voorbaat al vanuit gingen dat het wel weer zou pakken…Aan
het bijgehaalde materiaal kon je al zien dat ze gevaarlijk bezig
waren en helemaal bedrijfsblind
naar die geweldige
stambomen zaten te staren. In plaats dat ze vertelden over de naaste
familieleden die eerste prijzen in groot verband speelden, wisten ze
feillos de prijzen te noemen die de familie had opgebracht tijdens
internetverkopingen. Alsof zo’n (fictief?) bedrag maar iets zegt
over de kweekwaarde van een duif. Vaak juist het begin van het einde.
Opgeklopte rassenwaan waar al heel wat goede hokken mee de boot in
zijn gegaan…
Neem ook geen genoegen met
een blinde bestelling van een bepaald goed presterend hok. Heb het
regelmatig gedaan en daarvan blijft op termijn bijna niks over.
Gelukkig heb ik door o.a. door het beschrijven van verkopingen van
tophokken geleerd snel een hok te analyseren. Je moet ze alleen uit
de (bewezen) kern willen want daar gaat het immers om. De basisduiven
of het superkoppel waar de betreffende melker groot mee is geworden
en die ook nog eens goed door blijken te kweken. Al het andere is
ballast waar je niks mee kunt denk ik.
Toen ik destijds op zoek
was naar goede midfondduiven kwam ik terecht bij Gijs Peters die toen
met zijn 73 de beste duif van Nederland had. De 73 en zijn zus waren
2 ongelofelijke goede duiven en nazaten uit de fameuze Olieman. Ze
hadden voorarmen zoals ik ze nog nooit heb gezien. Ook de uitstraling
was iets om kippenvel van te krijgen. Ik wilde persé de jongen uit
deze 2 supers hebben, maar Gijs wilde niet dat ik alleen de krenten
uit de pap zou meenemen. Kon wel, maar dan moest ik een hele ronde
nemen en daar kon ik me wel iets bij voorstellen. Het geld groeide
me ook niet op de rug maar toch deed ik het. Bij wijlen Tiny van
Herpen ontdekte ik ook een topkoppel. Een schitterende duivin uit de
beroemde 019 van de gebroeders Janssen die tegen een niet minder
goede doffer de 64 stond.
Een duivin uit dit koppel
zette ik tegen een doffer van Gijs Peters uit zus 73 en een echt goed
koppel, wat verder door het leven ging als het Autokoppel, was
geboren. Met (gekruiste) nazaten worden nu nog kopprijzen op de NPO
vluchten gewonnen
Wat ik hiermee wil zeggen
is dat bij al de duiven die ik aanschafte bij Gijs Peters en later
ook bij Tiny van Herpen, de beste toch weer uit hun beste kwamen. Van
al de andere duiven is nooit meer iets vernomen en dat zegt toch wel
iets. Mij heeft het geleerd dat je alleen van het allerbeste mee
moet nemen en dan desnoods maar veel meer betalen, als uit de
“gewone” duiven die ook op ieder tophok zitten. Ik leerde dat als
je er een 20 haalt je vaak net zoveel of meer geld kwijt bent dan dat
je ze gelijk uit de supers had genomen, die misschien wel het 10
voudige kosten. Maar ook daar mag je, vind ik, gerust een nuance in
aanbrengen. Ik heb regelmatig voor mezelf duiven gekocht uit absolute
topduiven maar bijna altijd met de restrictie dat ik ze wel mocht
afwijzen als ze me niet aanstonden. Dit ondanks het feit dat ze uit
een beroemde duif kwamen en dat is me ook goed bevallen en mag
meestal ook wel.
Zelfs bij de beroemde
gebroeders Janssen uit Arendonk maakte ik een zelfde deal. Toen ik
met een kind van het eerder beschreven Autokoppel een auto had
gewonnen verkocht ik niet de duif maar wel de auto en met het geld
toog ik naar de Gebroeders. Ik wilde heel graag een kind, doffer, van
de 019 hebben om weer terug te kunnen koppelen op nazaten van het
Autokoppel. De duivin van het Autokoppel kwam immers ook uit een
dochter van de 019. Van Tiny van Herpen, die als een van de zeer
weinigen boven in de vlieghokken mocht komen, had ik gehoord dat er
een prachtige jaarling uit de 019 op het vlieghok zat …
Dus ik samen met mijn
vrouw naar Arendonk, gezellig wat zitten babbelen met Louis en Charel
Janssen, waarbij we zelfs een flesje appelsap kregen, wat vaak een
goed teken was. Uiteindelijk de vraag gesteld dat ik er graag een uit
de 019 wilde hebben….Geen probleem zei Louis, maar dan moet je wel
6 maanden geduld hebben en kan je een jong van 5 dagen komen halen.
Ik durfde het bijna niet te zeggen, schraapte alle moed bij elkaar en
zei dat ik geen jonkie uit de 019 wilde, maar kwam voor de jaarling
doffer uit de 019 die op het vlieghok zat….
Louis en Charel keken me
een ogenblik verbaasd aan, maar Louis herstelde zich onmiddellijk en
zei “Maar die andere uit de 019 zijn net zo goed hoor!” Ik gaf
aan dat het mij alleen om die van het vlieghok ging, dat ik geen
haast had en dat ik graag nog eens terug kwam om er over te praten.
Dat vonden ze prima. Ik mocht later nog eens bellen en ze zouden er
over nadenken. Vier weken later belde ik Louis terug en hij vertelde
me dat ze hem wilde verkopen, maar dat er meer belangstellenden
waren, dus de prijs was ook (veel) hoger. Dat verbaasde me niet, maar
zoals ik eerder memoreerde had ik inmiddels wel geleerd dat ik voor
een bijzondere duif best wat meer wilde betalen als voor een “gewone”
. Uiteindelijk ben ik er daarna nog 2 keer geweest om te overleggen
en elke keer was de ontvangst allerhartelijkst moet ik zeggen. Het
waren natuurlijk uitstekende melkers maar ook zakelijk gezien waren
ze hun tijd ver vooruit, waarvoor ik alleen maar respect kon
opbrengen. Wij als melkers waren immers niet verplicht bij hen te
kopen en in de tijd van de Bange, Merckx, Jonge Merckx, Geeloger,
019 ect. hadden ze echt goede duiven en ik denk dat er weinig hokken
zijn geweest waar er zoveel mee geslaagd zijn als de duiven van de
gebroeders Janssen, monumenten in de duivensport.
Uiteindelijk konden we tot
overeenstemming komen. Afrekenen moest met Louis en ik gaf hem het
afgesproken bedrag. Hij gaf mij het handgeschreven stamkaartje en
borg ondertussen het stapeltje bankbiljetten zorgvuldig op in een
blikken trommeltje. Mijn vrouw zette ons samen met de nieuwe aanwinst
op de foto. Ze vonden dat eigenlijk best wel leuk, vooral Louis, maar
die wilde wel netjes op de foto staan zei hij dus ging hij eerst nog
even zijn haren kammen. Prachtige momenten om nooit te vergeten….
De zoon 019 werd teruggekoppeld aan het Autoduifje. Later bleek dat
hieruit geweldige kweekduiven kwamen, die op verschillende hokken
voor successen hebben gezorgd…..Maar die pure Janssen duiven van
toen zijn er niet veel meer, tenminste niet de modellen die toen de
dienst uitmaakten.
We hebben een akkoord met de Gebr. Janssen kunnen bereiken en de zoon 019 kan mee naar huis. Een mooi historisch moment uit het verleden waar ik met veel plezier aan terug denk |
Ik vind de duiven van nu
er niet mooier op geworden vergeleken met circa 20 jaar geleden. Je
zag toen veel meer duiven van het Janssen type, mooie lichtkrassen,
fier en robuust, sterke ruggen en stalen frames. Met koppen als
vechthanen, booskijkers, zoals we ze toendertijd noemden. Dat type
duiven is op de moderne hokken veel minder aanwezig. Uitgaande van de
vele duiven die ik heb bekeken op actuele tophokken die sterk in de
breedte zijn, kan je concluderen dat de duiven minder groot lijken
als vroeger, maar ook minder rug hebben bv. Verder zie je meer open
stuiten, ook bij topvliegers en topkwekers, maar ook andere kopjes en
uitstraling. Van woest en agressief naar slim en leep….Komt
waarschijnlijk ook omdat de eendaagse fond sterk aan populariteit
heeft gewonnen.
Ik denk dat je het op
hoofdlijnen ongeveer zo kunt stellen dat hoe korter de afstanden hoe
forser de duiven en al naar gelang het aantal kilometers groter wordt
de duiven daarentegen kleiner. Totdat je een brandstoftankje met
vleugeltjes over houd. Dat zie je ook bij mensen. Kijk bv eens naar
het verschil tussen sprinters of de marathonlopers. En als ik aan de
2 voudige winnaar van de Elfstedentocht in Nederland denk, die ik
tijdens beide tochten van nabij heb kunnen aanschouwen… Klein
manneke, kromme beentjes, fijn gebouwd, maar o zo taai en
karaktervol. Ik zal dat verbeten koppie niet vergeten, wat een
uitstraling! En het is net als bij de duiven: 1 x winnen is
interessant, 2 x winnen bewijst de absolute klasse. …..En die
laatste categorie duiven zoek ik.
Maar het
aller-allerbelangrijkste voor mij bij een duif is, naast de
lichamelijke kwaliteiten, toch de uitstraling en het karakter op het
hok. Als die eigenschappen me duidelijk zijn, durf ik heel ver te
gaan in de selectie en bij wat ik wil aanschaffen. Ik denk dat je uit
de uitstraling van een duif het meeste kunt halen. Bij mensen
hetzelfde. Als je genoeg mensenkennis hebt klopt je eerste indruk ook
vaak in 9 van de 10 gevallen. De ogen zijn immers wél de spiegel van
de ziel en waarom zou je dat bij een duif ook niet kunnen zien?
Volgende keer meer daarover! (wordt vervolgd)
Pigeon Fever 4
tekst en foto's Henk Simonsz
Duiven bijhalen (1)
Aanschaffen van de
juiste, potentiële kweekduiven is ongelofelijk belangrijk als basis
voor een succesvolle duivensport. Zowel voor de starter als voor de
kampioen die op niveau wil blijven. Of voor spelers die duiven zoeken
om ook op een andere dicipline te kunnen uitblinken. Als je de
verkooplijsten en achtergrondreportages leest lijkt het allemaal zo
simpel. Je koopt wat duiven van een hard vliegend hok en je bent
vertrokken.
Als je zelf niet nadenkt
en je niet laat leiden door feiten, kan het echter erg moeilijk zijn
om een lijntje te vinden waarmee je kunt slagen. En zeker als je
zoals ik, weer bij bij nul moet beginnen. Want dat het allemaal heel
precies komt is wel zeker. Wanneer je al dan niet opnieuw start moet
je gewoon het geluk hebben dat je een koppel ontdekt dat pakt en dan
pas kan je eigenlijk serieus beginnen en dat stap voor stap
uitbouwen.
Dat geluk kan je natuurlijk wel voor een deel zelf afdwingen. Ik doel dan niet op melkers die volgens eigen zeggen het `gevoel` hebben om een topkweekkoppel samen te zetten. Dat is vaak veel bla bla met weinig resultaat, want ze komen in de praktijk in 90 van de 100 gevallen uit de koppels waar je het net niet van verwacht. Wat ik wel bedoel is dat de basis die je bij elkaar brengt super moet zijn. Er zijn zeker melkers bij die een bovengemiddeld gevoel voor kwaliteit hebben. Als je dat soort kwaliteit bij elkaar kunt brengen zijn je scoringskansen aanmerkelijk hoger.
Dat geluk kan je natuurlijk wel voor een deel zelf afdwingen. Ik doel dan niet op melkers die volgens eigen zeggen het `gevoel` hebben om een topkweekkoppel samen te zetten. Dat is vaak veel bla bla met weinig resultaat, want ze komen in de praktijk in 90 van de 100 gevallen uit de koppels waar je het net niet van verwacht. Wat ik wel bedoel is dat de basis die je bij elkaar brengt super moet zijn. Er zijn zeker melkers bij die een bovengemiddeld gevoel voor kwaliteit hebben. Als je dat soort kwaliteit bij elkaar kunt brengen zijn je scoringskansen aanmerkelijk hoger.
Ik spits echter mijn oren
als ik hoor dat er meerdere hokken megahard vliegen met duiven van
een bepaalde melker. En helemaal als ze daar ook al duiven uitgehaald
hebben waarvan een kind ook al weer kop vloog. Als het dan ook nog
eens een hok blijkt te zijn dat nog niet commercieel verpest is,
wordt het een serieuze kandidaat om in de gaten te houden.
Liefst ga ik shoppen bij
hokken die nog niet ontdekt zijn door de massa. Ze vertellen je nog
eerlijk alles over de nakweek, beste koppelingen en je kunt ze daar
vaak nog uit de allerfijnste bestellen voor een normale prijs. En als
ze een superkweekduif hebben is het vaak nog wel zo te regelen dat je
daaruit met 2 of 3 verschillende partners jongen kunt bekomen. Daar
kan je wat mee. Dan ga ik er gemakshalve wel van uit dat de
desbetreffende melker me als mens ook bevalt en andersom net zo goed
uiteraard. Als het goede gevoel er niet is met de duiven hoef ik ze
niet, maar met de melker precies hetzelfde.
Ga je liever als onderdeel
van de kudde naar de bekende hokken dan kan je het aanschaffen uit de
kernduiven bij voorbaat al bijna vergeten en mag je bestellen uit de
nazaten van de superduiven. Dan vlieg je dus straks met jongen die al
in de 3e of 4e generatie zitten van die superduif. Hoe groot is de
meerwaarde dan nog van zo'n aanschaf?
Of je moet met een dikke
beurs gaan zwaaien. Als je die mogelijkheid hebt kan dat soms goede
duiven opleveren maar ook dat is (gelukkig) geen garantie voor
succes. Ik denk als je je eigen fijnste duiven op een rijtje zet, de
meeste van een sportvriend komen die je ze gunde of via een
vertrouwde ruiling. Bij mij zijn de fijnste bijna altijd afkomstig
uit die laatste groep.
Enfin koop je maar in het
wilde weg duiven bij een hok van naam en die zet je tegen andere
duiven met geweldige namen en stamkaarten, dan kan het wel eens lang
duren voor je kop gaat vliegen. Want je wilt toch kopvliegers kweken
neem ik aan? Ik wel! Wil je eerste prijzen in groot verband kunnen
spelen zullen de duiven die je aanschaft zich toch moeten
onderscheiden van een paar honderd andere hokken en een paar duizend
meevliegende duiven. Die van jou moeten die concurrerende hokken en
reeds bewezen koppels naar de achtergrond kunnen dringen. Als je daar
eens rustig over nadenkt besef je eigenlijk pas hoe moeilijk dat kan
zijn. Vooral als je reeds betreden paden volgt, want allemaal hebben
ze tegenwoordig wel duiven met goede stamkaarten en de meeste hokken
hebben wel een min of meer bewezen koppel waar het bij hun om draait.
De doelen die ik voorlopig
voor mezelf heb gesteld is mee te doen aan verschillende eenhoksraces
waaronder in ieder geval de Belgian Masters en nog een aantal
Europese races. In 2015 hoop ik ook mijn eerste duiven te kunnen
inzenden voor de beroemde race in Zuid Afrika waarvan de finale dan
begin 2016 zal plaatsvinden als alles goed gaat. De Belgian Masters
is natuurlijk al een enorme uitdaging omdat je tegen de beste vitesse
en midfondduiven moet strijden. Zuid Afrika is qua afstand een tandje
zwaarder, maar ook daar wereldwijde deelname. Ik heb de foto's van de
hokken die ik kreeg toegestuurd eens goed bekeken en als je dan
hokken ziet waar 9000 (!) duiven in kunnen, zakt je de moed al gelijk
in de schoenen als je niet oppast.
Dan vraag ik me af welk
type duif ik zal moeten kweken om daar een reële kans te maken om
bij de eerste 100 te kunnen finishen. Soms als ik interesse heb in
bepaalde duiven die me goed aanstaan of waar ik vanwege een goede PR
geprikkeld door ben geraakt, is het voor mij een goede manier om weer
even met beide beentjes op de grond te komen door zo'n foto met 9000
zitplaatsen er bij te pakken. Als je dan eerlijk bent tegen jezelf en
op de feiten afgaat en de lyrische bewoordingen even laat voor wat ze
zijn, blijkt in veel gevallen dat de duiven die je zo begeerde, in
veel gevallen eigenlijk niet goed genoeg zijn. Want geloof me,
niemand stuurt voor de lol een paar probeersels naar een eenhoksrace.
De lat ligt enorm hoog maar daardoor de uitdaging ook. Alleen de
voorpret is al bijzonder. Ik heb er ongelofelijk veel plezier in om
een type duif te kweken waarvan ik hoop dat die op de verschillende
type races tot zijn recht kan komen.
Het draait eigenlijk bijna
altijd om het formeren van een topkoppel waar je mee verder kunt.
Heeft het gepakt en er komen een stel fijne duiven uit met daarbij 1
of 2 echt goeie, dan ben je wél vertrokken. Als je dan nog de mazzel
hebt dat de kinderen van dat koppel ook goed doorkweken kan je een
mooi stammetje opbouwen.. Zo simpel is het allemaal volgens mij. Kijk
maar naar de opbouw van de bestaande tophokken. En dan bedoel ik de
echte kampioenen, niet de omhoog geschrevenen. Bij de laatste groep
zie je vaak een ratjetoe van dure aankopen die in een even duur hok
worden samengebracht. Hobby voor meneer zeg maar...eigenlijk meer het
kopen van aandacht denk ik dan.
Als
ik wat nieuws wil uitproberen schaf ik niet 1 maar gelijk 4 of 5
duiven uit die lijn aan. Ga je het breed proberen dan weet je in 1
jaar bijna alles, dus niet alleen minder kans op foute conclusies,
maar het scheelt ook veel kostbare tijd. Tijd die een waardeloos
lijntje soms zit te verdoen op de schaarse broedvakken van je
kweekhok. Als je die 4 of 5 nieuwe duiven koppelt tegen 5 van je
andere bewezen lijnen dan weet je na een jaar al heel veel. Komt er
uit die 5 koppelingen nauwelijks iets bruikbaars of juist
topmateriaal, dan kan je al snel conclusies trekken. Met 1
bijgehaalde duif schiet dat niet echt op en het is veel moeilijker om
een goed beeld te krijgen van de waarde van de nakweek, zeker op
korte termijn. Blijken de verschillende proefkoppelingen als jong
tegen te vallen, maar je verspeelt er weinig van, dan loont het soms
om het koppel een jaar in de ren te zetten en te kijken of de jongen
zich als jaarling wel laten zien. Dat zou nog best eens mee kunnen
vallen. Is het dan nog niet naar je zin kan je in 1 keer zo'n heel
lijntje verwijderen. Snel en efficïent..
Wat ook kan helpen is info
van andere hokken te gebruiken bij bepaalde koppelingen. Er zijn
lijnen die gewoon goed pakken op bepaalde andere lijnen. Als je
daarmee een koppeling kunt maken kan het al veel gezoek schelen. En
wat ik zelf doe is kijken of de lijnen die je op elkaar zet elkaar
nog niet eerder hebben ontmoet in de koppeling. Ik heb veel
vertrouwen in koppelingen die flink botsen qua afstamming.. Met
botsen bedoel ik lijnen die elkaar letterlijk de laatste tientallen
jaren nog niet hebben gekruist in de kweek.
Zelf zet ik het op de
navolgende manier op. Ik probeer 3 tot 5 verschillende lijnen op
mijn hok te krijgen die voldoen aan de drie voorwaarden die voor mij
zo belangrijk zijn. Wil ik bv aan de slag met een duif uit de lijn
van de Kannibaal dan probeer ik daar een duif bij te zoeken waarvan
ik denk dat die weinig raakvlakken heeft qua afstamming, bv iets uit
de lijn van Acefour. Ik bekijk dan de stambomen zo nauwkeurig
mogelijk om te kijken of deze lijnen zo weinig mogelijk raakvlakken
hebben mbt de afstamming. Als dat zo is vind ik dat mooie koppelingen
om op elkaar te zetten, om fijne vliegers te kweken.
Beide families geven al
generaties lang kopvliegers en kweken super door. Als je de 3 tot 5
lijnen nu zodanig beheert dat je altijd weer een verse kruising kunt
maken denk ik dat de kans op het kweken van een echte vliegtopper
groter is. Daarbij probeer ik dan de originele lijnen in het kweekhok
zoveel mogelijk in stand te houden. Komt er nu uit zo'n botsing een
supervlieger en die wil je op de kweek zetten, kan je weer een frisse
koppeling maken tegen een van de 3-5 andere lijnen.
Nogmaals het wil niet
zeggen dat dit de ultieme waarheid is maar ik schrijf gewoon op zoals
ik er over denk en mijn nieuwe stammetje aan het formeren ben. Ik
stel me daardoor ook kwetsbaar op, dat realiseer ik me terdege, maar
heb daar geen enkele moeite mee. De tijd zal het leren of mijn
insteek kans op succes zal brengen bij mij en anderen die met mijn
duiven gaan spelen of juist niet. Een sportvriend gaat dit jaar al
een stel jonge duiven van mij in België op de 500 plus vluchten
proberen. Eigenlijk is het nog één of twee jaar te vroeg voor mij
maar ik ben wel benieuwd wat de eerste koppelingen van duiven die
bestemd zijn voor de zwaardere éénhoksraces laten zien. Hoe het
o.a. zit met het verspelen en hun taaiheid.
Het is natuurlijk niet
eenvoudig om met helemaal niks te beginnen en dan proberen er een
topkweekhokje van te maken. Maar ik ga er wel voor en heb er plezier
in. Dus wat kan mij gebeuren?
Vorige keer sloot ik af
met het fenomeen ogen bij een duif. Ik bedoelde daarmee niet de
kleuren en bloedrijkdom, streepjes en lijnen etc die op zich ook wel
interessant kunnen zijn, maar puur de uitstraling van de duif en zijn
of haar oog. Dat is voor mij los van de feitelijke info, zoals
nakweek en prestaties, het allerbelangrijkste meetinstrument en kan
de reden zijn dat ik volledig afknap op een duif of er laaiend
enthousiast over wordt.
Als
ik tegen sommige melkers zeg dat ik uit de uitstraling van de ogen
veel informatie haal, kijken ze je vreemd aan. Ze zeggen het niet
maar je kunt aan hun ogen (!) zien dat ze het maar raar vinden en
eigenlijk niet kunnen geloven.
Als je er over nadenkt is
het ook heel bijzonder dat je dat kunt zien. De ogen zijn eigenlijk
een open zenuw van je persoonlijkheid en verraden veel. Te veel om er
snel aan voorbij te gaan, want je kunt er echt ongelofelijk veel uit
halen. Als ik ergens mag zoeken neem ik vaak andere duiven mee als
men verwacht. De doorslag voor mij geeft bijna altijd de
uitstraling/ogen.
Ondanks het feit dat het
over duiven gaat zal ik een aantal vergelijkingen trekken tussen
mensen en andere dieren. Denk dat het dan beter aanspreekt en dat we
er allemaal, al dan niet onbewust, reeds veel gebruik van maken.
Laten we beginnen met het
inschatten van mensen want daar hebben we allemaal wel ervaring mee.
De een wat meer als de ander, maar we weten er meer van als we
denken. Voorbeeldje; Stel je moet als legercommandant met een groep
mannen, een uiterst moeilijke operatie uitvoeren op vijandelijk
gebied en je mag 10 man kiezen uit een groep van 50 die je niet kent.
Ook krijg je geen achtergrondinformatie van deze groep, je moet ze
maar zo aanwijzen.
Dan ga je bij je keuze van
de 10 meest geschikte, voornamelijk af op de uitstraling van de
personen neem ik aan. En dat zie je aan de lichaamshouding, de
lichaamsbouw maar vooral aan de ogen. De dromers, lachebekjes, watjes
en zenuwleiders laat je waarschijnlijk wel staan. De mannen met de
uitstraling waar je behoefte aan hebt neem je mee en ik weet haast
wel zeker dat 90 % van je keuze klopt.
Terwijl je niet één van
de mannen kent. Toch wel speciaal of niet dan? Ogen verraden bv ook
of iemand ontevreden is, achterbaks, sluw, agressief of gewoon een
open blik heeft zoals men dat noemt. Lui waar je het niet bij kunt
zien en waardoor je op het verkeerde been wordt gezet zijn bv
oplichters of bepaalde politici die zonder met hun ogen te knipperen
de ene na de andere leugen kunnen vertellen.
Als ik zakelijk in zee wil
gaan met mensen die ik niet ken laat ik soms mijn vrouw een aantal
foto’s zien waar de persoon tussen zit waarmee ik aan de slag wil.
Ik heb namelijk de indruk dat vrouwen dat nog beter kunnen inschatten
als mannen. Dan vraag ik haar een mening te geven over die personen,
waaronder mijn “kandidaat” en dat klopt bijna altijd, dus waarom
zou dat bij duiven niet kunnen. 100 % haal je natuurlijk nooit maar
ik ben met 90 % ook al aardig tevreden. Het sleutelwoord blijkt
ervaring te zijn.
Mensen die niet of
nauwelijks ervaring met bv honden hebben en er een willen aanschaffen
en zelf uitzoeken, hebben vaak niet in de gaten wat voor een
karakter ze mee naar huis nemen. De enige voorwaarden om een juiste
keuze te kunnen maken is ervaring, óf met mensen óf met het
desbetreffende dier wat je wil uitzoeken. Als ze mij uit een groep
paarden het meest geschikte dier voor het rijden onder het zadel
laten uitzoeken, zou het mij niet verbazen dat ik bij wijze van
spreken met een bijtend en trappend paard thuiskom, zo weinig kijk
heb ik op die edele dieren.. Maar moet ik uit een groep honden de
liefste puppy halen dan zal me dat wel lukken denk ik. Zelf heb ik 5
honden en zo goed als ze mij observeren kan ik aan hun koppies
meestal ook wel zien wat ze van plan zijn en ken ik hun karakters
inmiddels als m'n broekzak.
Duiven
vertellen zoveel over de manier waarop ze je aankijken, waarop ze
rondkijken, hoe ze alles zien in hun omgeving, hoe nieuwsgierig ze
zijn. En op het hok tonen ze door hun gedrag hoe moedig, inventief,
honkvast, trouw en lief ze zijn. Ik herken mijn eigen duiven ook
alleen al aan hun kop als het moet. Gewoon omdat ik anders naar een
duif ben gaan kijken in de loop der jaren. Chinezen die voor het
eerst in Nederland komen vinden vaak dat alle Hollanders op elkaar
lijken en andersom ook. Totdat je een tijdje met hen omgaat dan is
dat gevoel snel verdwenen. Leg je beste en meest pientere
duivinnetje maar eens in je handpalm en kijk naar haar kopje. Hoe ze
rond kijkt en alles in de gaten heeft, geweldig vind ik dat. En pak
daarna eens je slechtste duif en doe hetzelfde....Wat een verschil!
Als
een duif wat dat betreft perfect is wil het niet zeggen dat het ook
een goede kweker wordt maar als je op een hok een stuk of 10 duiven
mee mag nemen, die naast goede lichamelijke kwaliteiten je op deze
manier bevallen en er uit springen, zitten de beste er vaak wel
tussen. En die ene met dat prachtige lijf maar oerdomme kop, die toch
slimmer blijkt als zijn maatjes, mag dan van mij wel blijven zitten …
Een voorbeeld van een
uiterst intelligente duif op mijn hok met een geweldige uitstraling
is deze dochter Fransien. A. de J. heeft een dochter uit haar, waar
hij vorig jaar een 4e teletekst uit kweekte. Ik had haar dit voorjaar
gekoppeld aan een doffer die zich ontpopte tot een vervelende
vechtersbaas en heb deze doffer toen van het hok gehaald. Ik liet
dochter Fransien op de verse eitjes zitten en als ze eraf zou lopen
wilde ik haar overkoppelen. Zij bleef echter gewoon in haar eentje
door broeden, de jongen kwamen uit en ze bracht ze alleen groot.
Doffers die belangstelling voor haar hadden mepte ze het broedhok
uit.
Haar vind ik een typisch
voorbeeld en exponent van een lijn die over vele generaties al goede
geeft en blijft geven, maar ook een lijn die het in de breedte op
meerdere hokken goed doet. En met goed bedoel ik eerste prijzen in
groot verband.
D van D. uit Pulle bv,
heeft eveneens een kind uit Fransien, maar dan een doffer. Daaruit
kweekte hij superduiven zoals het Kanon en Nestbroer Kanon. Samen
wonnen ze meerdere eerste prijzen, waarvan sommige zelfs los vooruit
in de Union Antwerpen. Het Kanon werd o.a. 1e Belgische Asduif
Europacup halve fond en de kweekwaarde van beide broers is inmiddels
ook al weer onbetwist.
Kijk hoe mooi en vakkundig
deze bloedlijn door de kwekers, waar ik dochter Fransien haalde, is
opgebouwd.
Haar vader is de
Psycho, die uit de Witneus x Fien 200 komt. Witneus komt
rechtstreeks uit de beroemde Kannibaal (Rambo is vader van de
Kannibaal en won ook 3 x 1e in de Union) Fien 200 is een volle zus
van wellicht een van de beste duivinnen die er ooit gevlogen heeft:
Fieneke 5000, Olympiade duif halve fond met o.a. een 1e Orleans
10.194 d,
1e Bourges 7.765
d, was 2e nat. tegen 38.152
d en 1e Vierzon 13.700
d..
Dan haar moeder genaamd
Fransien; won zelf ook een 1e Union, toen op de kweek. Fransien komt
uit een directe zoon van Fieneke 5000 x een dochter Jaarling
Dondersteen uit De Dondersteen, die een zoon is van de Kannibaal.
Dus volle broer van de eerder genoemde Witneus, maar ook volle broer
van de wereldberoemde Golden Lady van K. waaruit de niet minder
beroemde Kleine Dirk kwam.
Cowgirl, 1e Olympiadeduif
jaarse 2011, vloog o.a. 1e nat. Bourges tegen 24.676 duiven. Haar
vader komt uit Mr. Mistery, (zoon van Fieneke 5000) x zus beroemde
Leeuw, terwijl haar moeder uit dezelfde kampioenenlijn komt, maar
dan via een volle broer van Fieneke 5000. Over goed verervende lijnen
gesproken...
Pigeon Fever 5
tekst en foto's Henk Simonsz
Kansen en bedreigingen
binnen de duivensport
Nu ik weer met een
enthousiaste en frisse blik de duivensport ben binnengewandeld
vallen me een aantal dingen op die ik persoonlijk als regelrechte
bedreigingen zie voor deze fantastische sport. Maar ik zie ook door
een aantal nieuwe ontwikkelingen en combinaties daarvan, geweldige
kansen.
Als onze beleidsmakers en
wijzelf als melkers met stemrecht, ons wat flexibeler opstellen zie
ik geen directe gevaren voor de hedendaagse duivensport. Sterker nog,
als de duivensport in staat is met de tijd mee te gaan, is het een
sport waar de eerste decennia zeker nog van genoten kan worden,
daarvan ben ik overtuigd. Maar dan zullen we wel met onze tijd mee
moeten en niet proberen krampachtig vast te houden aan oude waarden.
Gaan we door zoals we nu
bezig zijn, dan zijn er straks alleen nog een paar grote
professionele hokken over, die met een heel team aan mensen, de
duivensport puur bedrijfsmatig beoefenen denk ik. Super
professioneel en als je het goed doet nog flink winstgevend ook. Zie
ik die hokken als een gevaar voor de duivensport? Nee hoor helemaal
niet, als je er maar voor zorgt dat de kleine hokken ook een meer dan
redelijke kans hebben een prijs te winnen en op de uitslag komen te
staan. Dat is essentieel.
Mooie slanke en fijne duivin uit de lijn van Vechter x Diana. Haar jongen mogen zich dit jaar bewijzen op de AS Golden eenhoksrace in Griekenland |
Zeker vanaf het moment dat
het elektronisch constateren zijn intrede deed was het hek helemaal
van de dam. Melkers die hun groep duiven in supervorm hebben kunnen
zo verschrikkelijk veel duiven in recordtijd draaien dat er voor de
rest nauwelijks iets over blijft, zelfs geen kruimels. Dat kun je die
kampioenen niet kwalijk nemen maar wel onszelf omdat wij zo'n systeem
toe laten. Ik vind het systeem (niet de melkers, begrijp me goed)
gewoon a-sociaal en zo vraag je er gewoon om dat je de helft van je
melkers wegjaagt. Vind ik als herintreder.
Dan is zo'n hobby
toch geen ontspanning meer, maar pure stress. Als je er dan nog een
drukke baan bij hebt ben je er gauw van genezen. En
binnen de duivensport zoekt men niet naar praktische oplossingen
lijkt het wel, maar praten we liever over de hoogte, de kleur en de
plaats van de tafel. Als ik nu notulen lees zijn ze nog bijna
identiek als 25 jaar geleden. Ook de onderwerpen die erop staan.
Voorstel van rayon A om vanuit zuidwestelijk te vliegen, voorstel van
rayon B vanuit zuidoostelijk te vliegen, Afdeling C wil niet gelijk
los met Afdeling D en dat soort onderwerpen.
Er zitten zoveel
verstandige mensen binnen de duivensport, die toch in staat moeten
zijn een heel simpel en doeltreffend systeem te bedenken, waar een
ieder een redelijke kans heeft aan de bak te komen. Kijk dat de beste
melker de eerste kopprijzen wegkaapt is niet meer als normaal, maar
dan is daar toch wel een maximum aan te stellen? Dat moet toch niet
moeilijk zijn. Als iemand 10 duiven heeft gedraaid is toch genoeg?
Waarom moet de een alles hebben en de rest niets? Ik begrijp daar
echt niets van. En de kampioenschappen die al 150 jaar hetzelfde
zijn? Die zijn toch ook relatief eenvoudig aan te passen en gelijk
een stuk gezinsvriendelijker te maken als we dat werkelijk willen.
Ik heb ooit gelezen dat ze
in sommige landen zo'n systeem hebben dat iemand maar een beperkt
aantal prijzen mag winnen. Dan houdt het gewoon op voor die melker en
is de rest van de prijzen voor de andere deelnemers. Hoe simpel kan
het zijn? Maar wat ik hier allemaal lees aan “oplossingen” zijn
ingewikkelde systemen met percentages, getekenden etc etc. Zo
ingewikkeld dat een melker die gewoon lekker met zijn duiven wil
spelen er niks meer van begrijpt. Ik niet tenminste.
Het doet me vaak aan de
overheid denken die ook niet in staat is vaak relatief simpele
problemen aan te pakken en op te lossen. Kennelijk kunnen ze daar ook
niet pragmatisch denken en wordt er teveel rekening gehouden met
gevoeligheden, oud zeer en dat soort dingen. Zit ook wel een beetje
in onze cultuur denk ik, iedereen wil er wat van vinden, iedereen
moet er over mee praten en iedereen wil zijn idee terugzien in een
eindverslag. Resultaat is dat er uiteindelijk iets overblijft dat
onwerkbaar is en geen oplossing biedt. Dan maar een keer de knuppel
in het hoenderhok zou ik zeggen en als er dan een stel melkers
dreigen met opstappen of dat ook echt doen is dat dan jammer, maar op
termijn kan je er wel de duivensport als geheel mee redden. De tijd
van pappen en nathouden is wel voorbij lijkt me.
En behalve het feit dat de
uitslag belangrijk is zijn ook zichtbare prijzen waarmee iemand kan
thuiskomen heel belangrijk en ook dat wordt vaak volledig onderschat
volgens mij. Een beker of trofee is voor veel melkers nog iets
fantastisch om mee thuis te komen en voor velen krijgt zo'n trofee
nog een mooie plek in de kamer. Als ik zie hoe daar mee omgegaan
wordt door veelal ervaren melkers krijg ik ook de bibbers van.
Ik weet zelf nog als de
dag van gisteren dat ik als puber 1e generaal kampioen in de B
categorie werd. Die titel stelde op zich niks voor maar wat was ik er
blij mee en apetrots. Voorzitter van de Velde wist destijds precies
hoe hij daar mee om moest gaan. Hij hield een prachtig praatje en ik
kan me zijn opbeurende en lovende woorden zelfs nu nog herinneren.
Klasse van die man en dát stimuleert.
Ik leerde diezelfde dag
ook gelijk de andere kant van de medaille kennen en ook dat ben ik
nooit meer vergeten. Nadat ik het bekertje in ontvangst had genomen
ging ik weer op mijn plaats aan tafel zitten en naast mij zat een
prototype van een verzuurde melker. Zo eentje die alleen maar kritiek
levert zeg maar en thuis ook nog eens een portie klappen van zijn
vrouw kan krijgen. Ik zette mijn beker op tafel en daar begon hij
tegen mij te praten, terwijl hij me voordien nooit een blik waardig
gunde. “Hoeveel van die dingen moet je hebben” zei hij. “Ik heb
de hele zolder vol liggen met die rotzooi, kom ze maar halen” Dat
was dus voor mij na het hoogtepunt tevens gelijk het dieptepunt in de
duivensport en dat binnen een paar minuten. Elkaar wat gunnen en dat
ook uitspreken is een wondermiddel om melkers erbij te houden en
kost helemaal niks....
En die grote professionele
hokken zie ik niet als een bedreiging, integendeel. Ze zijn naar de
buitenwereld toe toch wel een reclame voor de duivensport vind ik en
voor sommige wellicht een uitdaging en droom om ook zoiets te
bereiken. Mooie hokken, alles er om heen keurig verzorgd. Dat zijn
ook de plaatsen waar je duiven-kritische clubs eens rond kan leiden
om te laten zien hoe goed onze dieren wel niet verzorgd worden en
waar ook een goed verhaal verteld kan worden met mooie voorbeelden.
Je kan het zien als de supermarkten die in het begin ook een enorme
bedreiging leken voor de kleine winkels. Door kleine aanpassingen
blijken de grote supermarkten juist ook als magneten te kunnen
fungeren voor winkelend publiek en kunnen de kleine winkeltjes zich
redelijk staande houden door zich te specialiseren. Maar dan moet het
beleid van de gemeente wel zo zijn dat ook de kleine middenstander
het vol kan houden en zijn kost kan verdienen, anders is het snel
afgelopen. Niet veel anders als in de duivensport denk ik.
Een
ander nieuw fenomeen waar de duivensport naar de toekomst toe veel
voordeel uit kan halen is het internet. Het biedt ongekende en
onvermoede kansen, die zeker in combinatie met bijvoorbeeld
éénhoksraces wel eens een belangrijk dragend gedeelte van het
chassis van de duivensport kan worden. Ik weet het haast wel zeker,
want ik praat inmiddels ook uit eigen ervaring en veel van de zaken
die voor de toekomst op ons afkomen kunnen worden ondervangen door de
combinatie van internet en verschillende andere vormen van
spelonderdelen. Je zou ook kunnen denken aan virtuele duivenclubs,
zelfs zonder lokaal maar wel met een bestuur en statuten. Mensen die
kiezen voor andere vormen van duivensport zouden daarvan naast hun
eigen club ook lid kunnen worden. Een gesloten forum is het
bindmiddel. En je kunt van alles organiseren zonder dat je een lokaal
nodig hebt.
Voorbeeld uit eigen parochie. Ik wilde graag weer
iets met duiven doen en toen ik het mijn vrouw vertelde kreeg die
bijna een aanval van hyperventilatie. Terwijl ik een vrouw heb die
bijna nooit geen problemen maakt en zeker niet als het iets betreft
wat ik graag wil en waarbij ik me goed voel. Maar toen ik vertelde
dat ik van plan was kleinschalig de duivensport erbij op te pikken
werd ze niet goed. Ze zag het allemaal al voor zich. Alleen nog maar
tijd voor de duiven, een vent in huis waaraan je aan zijn humeur en
gelaatstrekken precies kon zien hoe zijn duiven ervoor stonden. Plus
daarbij de drukte, stress en het aan huis gebonden zijn gedurende de
mooiste maanden van het jaar. Het “samen leuke dingen doen” kon
ze dan wel vergeten, ondanks mijn mooie verkooppraatjes waarmee ik
haar tegen beter weten in, probeerde te overtuigen. Ik zag al snel
dat het in onze situatie geen haalbare kaart was, zelfs een
specialisatie was veel te veel werk en zou je toch met handen en
voeten binden. Ook zou ik het er zeker bij m'n huidige werk niet bij
kunnen doen , dus eigenlijk was het in eerste instantie direct al een
kansloos verhaal.
Toen
ik echter de éénhoksraces ontdekte en zag wat daarmee allemaal
mogelijk was werd het wel even anders. Na een tijdje me er in
verdiept te hebben bleken er wereldwijd heel wat races te bestaan,
alleen al in China honderden, maar ook in Europa al een heel stel met
een grote naam, net als in Amerika en Zuid Afrika, kortom plenty
mogelijkheden.
Dé
oplossing voor mensen met weinig tijd en die toch ontzettend graag
iets willen doen met een eigen hokje duiven. Je hebt alleen maar een
simpel hokje met kwekers nodig, rennetje ervoor, desnoods een
mestbandje onder de broedhokken voor het gemak en de duivenwereld
ligt (opnieuw) aan je voeten. Je kiest de races uit waar je aan mee
wil doen, kweekt daarvoor in het voorjaar een stel jongen, levert ze
af bij een verzamelpunt en het spel zit op de wagen....
Een relaxte dag duivensport tijdens de Belgian Masters met zoals hier grootvader, vader, moeder en kleinkind als enthousiaste supporters. Hoezo duivensport geen gezinssport? |
Via
internet, webcams en andere geautomatiseerde systemen kan je het hele
hebben en houwe van je duiven volgen. De trainingen kan je live
meemaken, kortom ongelofelijk veel plezier, een vliegseizoen lang.
Daarbij vaak nog een stel hotspotsraces, zeg maar de meer serieuze
trainingsvluchten, met leuke prijzen, afhankelijk van welke race je
meedoet en een vaak spannende finale.
Je kunt volop de duivensport bedrijven, jezelf wereldwijd in de picture spelen en je hebt niks te maken met ligging, africhten, medicijnen, iedere keer opnieuw sjouwen met manden vol duiven etc. Je hoeft geen duiven los te laten, je kunt een simpel en praktisch voersysteem voor je kwekers bedenken en dat is het. Je hebt maar een klein kweekhokje nodig, dus met vergunningen, problemen met de buren, het slecht ter been of mobiel zijn, het ouder worden, allemaal zaken die een actieve duivensporter kunnen bedreigen, heb je gewoon geen of veel minder last.
In
de zomer heb je je handen vrij, je kunt samen met je gezin genieten
van alle andere mooie dingen die het leven je bieden en je partner is
gekker met je als ooit tevoren. Daarbij is het ook erg leuk om
collega's vrienden of familie mee te laten genieten van de
mogelijkheden en die blijken het vaak erg spannend te vinden. Ik stel
het natuurlijk allemaal erg enthousiast voor, maar geloof me, de
basis van dit verhaal klopt wel.
Verder
betrek ik ook mijn vrouw er zoveel mogelijk bij en vraag ik haar bv
te helpen de jonkies op de foto te zetten voordat ze weggaan en namen
voor hen te bedenken. Dat geeft direct een band met de duiven die
ingezet worden en ik merk dat ze het ook erg leuk vind om via
internet de trainingen te volgen en de namen te lezen van onze
duifjes, te zien op welke plek ze binnenkomen etc en dat vaak
helemaal live.
En
als klap op de vuurpijl kan je van de finaledag ook een mooi feestje
maken door bv je partner er mee naar toe te nemen. Afgelopen jaar
ben ik samen met mijn vrouw naar de finale van de Danish race in
Denemarken geweest, erg leuk en omdat we er al een paar dagen van te
voren waren, hebben we wat tripjes gemaakt naar verschillende leuke
dorpjes, wat jaarmarkten bezocht, lekker op een terrasje gezeten en
heerlijk gegeten met als kers op de taart de finale.Nou ik kan u
zeggen dat mijn vrouw sinds die tijd duivensport hartstikke leuk
vind.
En
dan de kosten, ook daar zijn veel misverstanden over. Er zijn al
races waar je rond de 40 euro per duif aan mee kunt doen en de
duurste bij mijn weten is in Zuid Afrika waar je ca. 850 euro betaalt
voor 3 duiven. Als er een duif voor de finale wegblijft neemt
automatisch je volgende duif zijn plaats in. Raak je ze alle 3 kwijt
voor de finale mag je het jaar erop 3 duiven gratis insturen.
Daarbij komt dat je eigenlijk alleen maar de duiven naar het
verzamelpunt hoeft te brengen dat is alles, geen africhtingen
(benzine) geen inkorfgeld, geen voer, geen medicijnen etc. dus die
kosten heb je ook het hele jaar niet meer. En met een beetje geluk
kan je ook nog eens mooie prijzen winnen en zijn de regels bij veel
races zo, dat na afloop, de helft van de opbrengst van de duif naar
de kweker gaat.Kortom
een prachtige tak binnen de duivensport die ongekende mogelijkheden
biedt.
Ik
denk dat het voor veel potentiële herintreders een mooie kans is om
weer in de duivensport te stappen. Overigens liggen de grootste
kansen voor nieuwe leden bij de 50 plussers denk ik want ze hebben
veel tijd, vaak wel wat geld te besteden en willen vaak graag iets
wat ze vroeger hebben beoefend. Laatst hoorde ik ook weer op de radio
en zie het ook in mijn omgeving, dat bijna alle nieuwe motorfietsen
tegenwoordig worden verkocht aan 50 plussers, herintreders, die
vroeger ook al motor hebben gereden. Het is heel belangrijk om de
jeugd kennis te laten maken met de duivensport, maar de mogelijke
aanwas zit vooral in deze groep denk ik.
Leuk dat direct na de race de prijsuitreiking al plaatsvind.
De afsluiting van een spannende finale dag tijdens de Belgian Masters 2013
|
Ondertussen
ben ik volop jongen aan het kweken voor de verschillende races. Voor
de Belgian Masters heb ik er al een stel afgeleverd en ik hoorde dat
de race al helemaal volgeboekt is. Hulde voor de organisatie die dit
allemaal mogelijk maakt en continu bezig is om dingen te verzinnen en
het verspelen van de jongen beheersbaar te maken. Op een normaal hok
is het al een crime, laat staan met zo'n groep duiven. De laatste
aanpassingen aan de hokken zijn rennen van zo'n 25 lang waarin de
jonge duiven eerst uitgewend worden en de hokken op afstand kunnen
zien. U kunt het zelf allemaal volgen op www.belgianmaster.com
Volgende
keer starten we met een serie over een van de meest succesvolle
lijnen binnen de hedendaagse duivensport. We gaan o.a. het ontstaan,
de voortgang en de huidige kracht die er nog in de nakweek zit,
beschrijven. Ook andere lijnen die veel voor de duivensport hebben
betekent komen tzt aan bod net zoals heel bijzondere, wereldberoemde,
duiven
Een fijn koppel, Lasse x Jacky, dat ik voor het eerst begin maart heb samen gezet. Voor Jacky worden het haar eerste eitjes, want het is een zomerjong van 2013. Ik zal uitleggen hoe ik voor bepaalde eenhoksraces een bepaald type duif probeer te kweken. De koppeling is speciaal geformeerd voor de eenhoksrace in Denemarken en wellicht volgend jaar ook voor de Belgian Masters.
Het
doffertje, links op de foto heet Lasse. Zijn nestmaatje vloog
afgelopen seizoen de 1e in de zeer zware finale van de Deense
eenhoksrace met plm 900 meter per minuut. Lasse en zijn nestmaat
komen uit een doffer die zelf de 1e los vooruit won in de finale van
2011 van dezelfde race...Toeval? Ik geloof er niet zo in.
Jacky
links op de foto komt uit een samenkweek met K de J & Zn. De
vader is de 10, een fantastisch kweker die ook al een 1e NPO winnaar
gaf op een 700 plus km vlucht. De moeder is de 26 van mij en volle
zus van de 1e asduif Belgian Masters 2011, die trouwens in de finale
ook de 3e prijs pakte.
Heel
bijzonder is het feit dat wanneer het duivinnetje s'nachts op haar
schapje gaat zitten, het doffertje er ook bij gaat zitten op het
schuin aflopende deel van het schapje. Dat houdt hij de hele nacht
vol zonder opdringerig te zijn. Als ik dat zo zie, als ik een laatste
rondje voor de nacht maak, zijn dat eigenschappen die me raken.
Kortom
op papier een beloftevolle koppeling. Nu maar hopen dat de mand het
met me eens is want die heeft wel het laatste woord...
Einde deel 1 t/m 5
Einde deel 1 t/m 5
Lees verder PigeonFever deel 6 t/m 10 bovenaan de pagina:
http://pigeon-fever.blogspot.nl/p/p-f-6-tm-10.html
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
=========================================================================
Pigeon Fever 6
tekst en foto's Henk Simonsz
Duivensport anno nu
Als herintreder signaleer je vaak
zaken die sportgenoten, die al lang in de duivensport zitten, vaak
al niet meer opvallen. Een van de dingen die op mij het meeste indruk
heeft gemaakt is het geklaag en de negatieve benadering van de sport.
Nu bezit vooral Nederland een rijke
klaagcultuur, maar als je de fora en columns leest op het internet en
in sommige bladen lijkt het alleen maar kommer en kwel in de
duivensport. Je ziet zoveel negatieve verhalen en reacties, dat het
lijkt alsof de duivensport één grote nare bende is. Gevuld met
allerlei excessen en incapabele bestuurders. Dus weinig veranderd ten
opzichte van pakweg 25 jaar geleden, alleen komt het nu veel harder
aan. De vraag is hoe dat komt.
Als je weer een stel van die uiterst
negatieve opmerkingen op internet hebt gelezen of een schrijver met
een eigen column die de duivensport alleen maar aan het afbreken is,
vraag je je soms af waar je weer aan begonnen bent....
Ga je het eens op een rijtje zetten
blijkt slechts een kleine groep negatievelingen verantwoordelijk voor
de grootste bulk aan misselijkmakende opmerkingen en het praten als
een kip zonder kop op fora e.d. Niet dat ik mezelf tot de grote
denkers wil rekenen, maar het is wel vaak van een niveau om je als
duivensporter kapot voor te schamen. Ook lui met een I.Q van een
naaktslak kunnen alle aandacht voor zich opeisen via het net. Er zit
nauwelijks een rem op zo het lijkt.
Je vraagt je soms af of we het maar
moeten blijven toestaan dat sommige leden de duivensport zoveel
schade kunnen berokkenen. Ik ben tegen censuur laat dat duidelijk
zijn. Maar als de commentaren overgaan in het selectief beschadigen
van mensen én de sport vind ik dat er een grens wordt overschreden.
Veel mensen beseffen vaak niet wat je met name op het internet kunt
aanrichten en snappen niet dat het je je leven lang via zoekmachines
etc. kan blijven achtervolgen
Volgens mij is dat ook een van de
redenen dat er heel wat mensen met kwaliteiten, niet aan een
bestuursfunctie durven te beginnen omdat je voordat je het weet voor
alles wordt uitgemaakt wat mooi en vooral wat lelijk is. Uitspraken
als zakkenvullers en oplichters zijn niet van de lucht en als jij bv
een eigen bedrijf hebt en je doet daarbij iets als bestuurder in de
duivensport, mag je blij zijn als je klanten niet googelen op je
naam. Doen ze dat wel zouden ze al snel de indruk kunnen krijgen met
de grootste oplichter in zee te willen gaan. En dat hoeft maar het
werk te zijn van 1 persoon die om welke reden dan ook gefrustreerd
is.
Zelf ben ik naast duivenliefhebber en
sportvisser ook een gepassioneerd motorrijder. Op een gegeven
ogenblik wilde ik een nieuwe motor kopen van een ander merk. Dus wat
doe je dan? Je gaat het internet op en zoekt naar een forum
gerelateerd aan het merk en model dat ik op de korrel had. Na 2 weken
op het forum was ik helemaal genezen van de motor waar ik interesse
in had. Alleen maar ellende kwam ik tegen. Na enige tijd liet ik
mijn oog op een ander merk en type vallen en weer het zelfde ritueel
en ook hier werd ik afgeschrikt door allerlei slechte ervaringen van
de kwaliteit van de motorfiets en de dealers. Daar deugde er ook niet
een van als je de verhalen moest geloven
Totdat m'n ogen open gingen en ik het
forum eens anders ging bekijken. Hoeveel mensen waren er eigenlijk
lid van die club, die nooit geen problemen hadden. 98 % had nooit
geen problemen zo bleek en waren zeer tevreden met hun motor. Maar
die 2% die wel een probleem had, bliezen dat zo op en maakte zoveel
tam tam, dat het op het eerste gezicht leek of er van al die motoren
niks klopte. Ook de negatieve ervaringen met de dealers werden breed
uitgemeten. Nergens een woord over klanten die je als dealer ook het
bloed onder je nagels vandaan kunnen halen en nooit tevreden zijn.
Van die beroeps terpetijnzeikers zeg maar.
En dat is, los van de eveneens grote
voordelen, een echt nadeel van het internet. Alles wat negatief is
wordt zo uitvergroot dat je vaak een vertekend beeld van de
werkelijkheid krijgt.
Maar dat zie je op alle forums. Ze
worden veel gelezen, maar de vulling komt vaak maar van een relatief
kleine groep. Die kunnen de boel echter soms zo gaan domineren dat
een goed lopend forum helemaal leegloopt.
In de duivensport lijkt het niet veel
anders. Slechts een kleine groep spuit zoveel negativiteit dat de
hele sport er onder lijdt. Ik merk het aan mezelf als ik weer een
stel van die schreeuwerige berichten heb gelezen. Het raakt je
ongewild toch in negatieve zin.
Hoe mooi de sport ook is lees je
eigenlijk nauwelijks nog iets over. Hoe gelukkig een melker op zijn
eigen hok kan zijn en hoeveel vreugde je kunt beleven aan een
prachtig gekweekte jonge duif, een mooie prestatie of dat een
verloren gewaande topper opeens weer op de klep zit.
Hoe leuk kan het niet zijn met
gelijkgestemde duivenmelkers over je hobby te praten. Kijk naar de
verschillende finales van de eenhoksraces, supergezellige sfeer en
kameraadschap.
En als ik over de voorjaarsbeurs in
Houten loopt en zie de nieuwe materialen, uitvindingen en kwalitatief
steeds betere broedkooien, rennen en spoetnikken. Geweldig toch en
ook als je ook de vele jonge melkers (tussen de 30 en 40 jaar) ziet
lopen.dan ga ik met een prettig en positief gevoel weer naar huis.
Echt genieten vind ik dat
Kom je thuis en kijk je dan op een of
andere site en dan zie je soms weer zo'n afbraakstuk voorbijkomen.
Dan vraag ik me echt af wat zo iemand nog zoekt in de duivensport.
Jammer maar kennelijk hoort dat bij deze tijd. De boel afkraken
krijgt veel meer aandacht als genuanceerd iets beschrijven. Kijk maar
naar bepaalde tv programma's. Mensen bouwen een enorme carriëre op
met niks anders dan hakken op andere mensen, ongelofelijk vind ik
dat.
Ook de kranten staan praktisch alleen
maar vol met negatief geleuter. Het lijkt wel of de mens niet anders
wil.. Dit voorjaar stond ik met mijn vader bij zijn pony's te kijken.
Die lopen in een natuurgebied en er liepen een aantal prachtige
veulens bij. Een schitterend gezicht die ontluikende natuur, het leek
wel een schilderij. Ik zei nog voor de grap dat je eigenlijk de
krant zou moeten bellen voor zo'n idyllisch plaatje. Wat mijn vader
toen zei was een schot in de roos; “Veel te positief zo iets moois.
Daar komt men niet voor. Verkoopt niet. Als er morgen een onverlaat
echter de staart van een van de paardjes zou afsnijden komen er 10
fotografen om het vast te leggen” En zo werkt natuurlijk bijna
altijd.
Een ander fenomeen wat me is opgevallen
is de aandacht voor wat een enorm probleem schijnt te zijn en wel het
verspelen van de jonge duiven. Het is de laatste jaren erbarmelijk
als je de verhalen moet geloven. De meeste hokken houden amper een
jonge duif over. Selecteren kan en hoeft bijna niet meer, omdat ze
blij mogen zijn überhaupt nog iets over te houden. Sportgenoten
stoppen daardoor massaal met de sport zo zegt men
Een greep uit de oorzaken die je leest
over het verspelen: Luchtvervuiling, zonnevlekken, Gps straling,
hoogspanningsdraden, pesticiden, nieuwe bacteriën, genetische
manipulatie van het voedsel, roofvogels en weet ik al wat niet meer.
Het frappante is ook dat er minstens
zoveel jonge duiven worden verspeeld vanaf het hok als op de
vluchten. De jonge duiven worden op een mooie zomerse dag met
strakblauwe lucht uitgelaten en aan het eind van de dag zit er
nauwelijks nog een veer op het hok. Gewoon kwijt. Terwijl die jonge
duiven er perfect bijzaten en kerngezond waren. Althans dat beweren
de melkers zelf.
Of tijdens een doodnormale africhting
van de jonge duiven schijnt het regelmatig te gebeuren dat nadat ze
10 keer op dezelfde plaats zijn gelost en rap en zonder problemen
naar huis kwamen en de 11e keer, bij op het oog dezelfde
omstandigheden, plotsklaps het merendeel niet meer terugkeerde op het
hok.
Op het internet en in de bladen volgt
de ene klaagzang de andere klaagzang op. Maar ook hier is het zaak
dat de duivensport zich aan de feiten houdt en niet verdwaald in het
woud van mogelijke oorzaken. Ik wil graag in de volgende aflevering
eens de advocaat van de duivel spelen over dit onderwerp omdat er met
name door emoties, vaak teveel aan de feiten voorbijgegaan wordt.
(wordt vervolgd)
=============================================================================
Pigeon Fever 7
tekst en foto's Henk Simonsz
Oorzaken verspelen van jonge duiven
(1)
Dat er anno 2014 veel jonge duiven
worden verspeeld is een ding dat zeker is. Of dat iets van de laatste
jaren is, is nog maar de vraag. Ook een 25 jaar geleden waren er
genoeg hokken die in het spel met de jonge duiven gedurende de zomer
nauwelijks een veer over konden houden. Dus wat dat betreft weinig
nieuws onder de zon, alhoewel het momenteel zeer aannemelijk is dat
het aantal hokken dat problemen kent tijdens het jonge duivenseizoen
veel groter is geworden.
Ik schreef al eerder dat de oorzaken
die genoemd worden erg divers zijn. Wat je zoal tegenkomt als
mogelijke oorzaak: Luchtvervuiling, zonnevlekken, Gps straling,
pesticiden, nieuwe bacteriën, hoogspanningsdraden, vervoer van de
duiven, genetische manipulatie van het voedsel en weet ik al wat niet
meer. Veel van deze veronderstellingen klinken ook best aannemelijk,
maar zoals ik in het vorige artikel aangaf wil ik hierin best eens de
advocaat van de duivel spelen omdat er volgens mij wel erg makkelijk
potentiële oorzaken uit de hoed worden getoverd.
Het gevolg is dat er al snel voorbij
gegaan wordt aan de harde feiten die er liggen. Het gevaar bestaat
dat er veel energie en geld wordt ingezet om bepaalde dingen te
onderzoeken en daarvoor maatregelen te nemen, terwijl dat op voorhand
de hoofdoorzaak eigenlijk helemaal niet kan zijn. Je krijgt dan
beslissingen die worden genomen op basis van gevoelens en emoties en
daar kan je het probleem niet doeltreffend mee oplossen. Hooguit de
gemoedsrust van de melker voor één of twee jaar.
Van Vrouwe Justitia mag je verwachten dat zij zich binnen de rechtspraak aan de feiten houdt |
Nu kan ik wel makkelijk roepen dat we
als Duivensport analytisch moeten denken en ons aan de feiten moeten
houden om bepaalde conclusies te kunnen trekken maar toch lijkt me
dat wel verstandig. Hoe belangrijk dat is heb ik wel geleerd tijdens
de 25 jaar dat ik bij de Politie heb gewerkt, waarvan zo'n 15 jaar
bij de technische recherche. Daarbij begon een onderzoek altijd op de
plaats delict en probeerde je aan de hand van de aanwezige sporen een
beeld te vormen van wat er precies gebeurd zou kunnen zijn. Sporen
waren altijd de meest betrouwbare getuigen, want die liegen namelijk
niet.
Getuigen waren vaak ongewild
onbetrouwbaar, omdat ze gedeeltes van een misdrijf die ze hadden
meegemaakt vaak zelf aanvullen met hun eigen conclusies en
veronderstellingen. En daar gaat het vaak fout. Bij inbraken hoorde
je 9 van de 10 keer de benadeelden zeggen dat het een bekende moest
zijn geweest, omdat ze feilloos de waardevolle spullen konden vinden
en bij een een schietpartij was de conclusie ook al vaak getrokken op
het moment dat wij ter plaatse kwamen. Het was bijna altijd een
afrekening binnen het criminele milieu, tenminste volgens de
aanwezige omstanders.
Heel bekend binnen het politieapparaat
zijn de zg klapgetuigen. Mensen die zeggen getuige te zijn geweest
van een aanrijding. Ze beginnen dan hun verklaring met: :”Ik hoorde
een klap en keek en zag dat de auto die van links kwam tegen de
motorrijder aanreed die rechtdoor wilde.... “ Zo werkt ons brein
namelijk. We worden geconfronteerd met een gebeurtenis die in feite
al heeft plaatsgevonden en vullen dan zelf in wat er daar gebeurd zal
zijn.
Na een onderzoek op een plaats delict
moet de zaak op papier worden gezet en is het doel de sporen die zijn
hadden aangetroffen, te herleiden naar een dader van het misdrijf. De
rechter bepaalt dan uiteindelijk of de conclusies die in dat rapport
staan hard genoeg zijn om een verdachte te veroordelen.
Voor mezelf heb ik een paar laatjes laten lopen waar ik wat in zie. Bij laatjes leggen we de lat vaak erg hoog. Waarom niet bij voorjaarsjongen vraag ik me dikwijls af? |
Zelf had ik een simpel uitgangspunt.
Als ik meer dan voldoende onderbouwende feiten had, durfde ik gerust
een vergaande conclusie te trekken. Daar tegenover was ik ook heel
voorzichtig als die feiten maar magertjes waren. Dan zei ik gewoon
dat ik aan de hand van de feiten niet overtuigd was van de schuld
van de verdachte. En dat is heel wat anders dan wat je gevoel soms
zegt. Door deze instelling heb ik mezelf altijd goed staande kunnen
houden tijdens de rechtzittingen en de kritische vragen van
advocatuur en rechters die gesteld werden.
Enfin nu even terug naar de duivensport
en dan vooral over het verspelen van jonge duivensport. Ook hier zie
je de meest wilde, niet of nauwelijks onderbouwde, kreten
voorbijkomen van mensen die denken de oorzaak te weten Ze lezen
vervolgens alleen nog wat ze willen horen om hun eigen theorie te
bevestigen.
Zou best zo kunnen zijn dat al die
eerdergenoemde oorzaken lokaal of regionaal een negatieve invloed
kunnen hebben. Ik zou bv niet graag tegen een akker aan wonen waarvan
de boer 3 x per week langskomt om schadelijke pesticiden te
vernevelen. Of onder hoogspanningskabels, straalzenders of dat soort
ongemak. Kortom er zijn heus wel zaken die niet altijd goed zijn voor
je welzijn of gezondheid. Dus ook niet voor de duiven, denk bv aan
omstandigheden die bepaalde magnetische velden, die vogels en duiven
gebruiken, kunnen verstoren. Dat wil ik niet betwisten maar ook hier
betreft dat vaak een lokaal probleem.
Gezien de voorbeelden in dit onderwerp
genoemd wil ik graag als een soort advocaat van de duivel een enkele
tegenvraag stellen, net zoals ze die mij ook altijd stelden als ik
een onderzoek had gedaan. Niet omdat ik denk het beter te weten, maar
wel om wellicht een kleine bijdrage te kunnen leveren aan de
denkrichting over eerdergenoemd probleem.
De tegenvraag luidt dan ook:
Hoe kan het, dat er nog steeds hokken
zijn die bv met 30 jongen beginnen en en aan het eind van het seizoen
nog bijna alle duiven over hebben. Die hokken zijn er nl nog steeds
en de duiven op die hokken zitten opvallend vaak bij “gewone”
liefhebbers. Dat gewone bedoel ik niet denigrerend maar om aan te
geven dat het geen melkers zijn die mogelijk hun tijd ver vooruit
zouden zijn met bepaalde geneesmiddelen, systeem of wat dan ook. Nee
vaak gewoon onopvallende melkers.
Ik hoorde bij mij in de buurt toevallig
over een eenvoudige, oudere liefhebber die zijn hokken en systeem de
laatste 30 jaar niet of nauwelijks heeft veranderd. Hij begon dit
jaar met 29 jongen en na de laatste vlucht had hij er nog 29
over......De laatste vlucht had hij er 5 niet ingekorfd omdat ze te
ver in de rui waren. Die duiven hebben wel alles meegevlogen tussen
de duiven van de vereniging, rayon en afdeling en de duiven van
hokken die bijna alles kwijtraakten.
Dus een enorm verschil in resultaat
terwijl de duiven exact hetzelfde meemaakten als die van de melker
die alles kwijtraakte. En dan hebben we het niet over één vlucht,
nee we praten over het volledige jonge duiven programma. In dit licht
gezien is het toch niet logisch om al die eerdergenoemde, veelal,
“moderne” oorzaken aan te wijzen als hoofdschuldige van de grote
verliezen van jonge duiven op veel hokken. Lijkt mij....
Waardoor het massale verspelen dan wel
veroorzaakt wordt kan je over filosoferen, alleen praat je dan niet
meer over feiten. Ik heb er echter wel ideeën over. Dat wil niet
zeggen dat ik het ultieme bewijs op tafel kan leggen, maar wel een
stel praktische voorbeelden kan aanhalen die dat stevig ondersteunen.
Volgens mij zou de teruglopende weerstand tegen ziektes bij de duiven
op veel hokken een belangrijke rol kunnen spelen. Een ordinair
gezondheidsprobleem dus. Volgende keer wil ik gaarne deze stelling
met een aantal praktijkvoorbeelden onderbouwen.
============================================================================
============================================================================
Pigeon Fever 8
Tekst en foto's Henk Simonsz
Verliezen van jonge duiven (2)
De vorige keer was ik geëindigd met
het vermoeden wat ik heb geuit mbt het verspelen van jonge duiven.
Verminderde weerstand tegen ziektes zou een belangrijke rol kunnen
spelen en aan de hand van voorbeelden/argumenten uit de praktijk wil
ik proberen dat te onderbouwen.
In de huidige tijd doet de mens niets
liever als ingrijpen in alles wat hij niet zelf gecreëerd heeft, zo
lijkt het wel. Tijdens miljoenen jaren van evolutie is alles wat er
op deze planeet rondloopt gevormd tot wat het nu is. Daarbij is
altijd het uitgangspunt geweest dat de sterkste zal overleven en
blijft muteren tot een organisme met het meeste bestaansrecht. Zo
niet valt een deel af, gaat een gemuteerde vorm verder of gaat in
sommige gevallen zelfs een complete soort ten onder.
Menselijk ingrijpen in de evolutie
betekent in veel gevallen dat je de wetten van de natuur geweld
aandoet. Genetische manipulatie van dieren en gewassen bijvoorbeeld,
lijkt heel rendabel en handig, maar je balanceert er wel mee op het
randje. Eén foutje en het kan zo maar gierend uit de hand lopen. En
geloof me, spotten met de wetten van de natuur komt op termijn als
een boemerang terug.
Verstoring
Een ander voorbeeld van verstoring van
de natuurwetten is het in leven houden van dieren, die eigenlijk
vanwege een bepaalde zwakte, geen bestaansrechts zouden mogen hebben.
En nog veel belangrijker; waar eigenlijk niet mee gefokt zou mogen
worden.
Met zwakte bedoel ik dan aanleg voor
bepaalde ziektes of andere eigenschappen die het voortbestaan van de
soort geweld aan kunnen doen.
We kweken niet voor niets uit duiven
die bewezen hebben kop te kunnen vliegen waarbij we hopen dat die
eigenschap zich voortzet in de navolgende generaties. Dat betekent
natuurlijk ook dat er ook minder goede eigenschappen door vererft
kunnen worden. Eigenschappen die we met de mantel van medicijnen
hebben bedekt en tijdelijk hebben terug gedrongen. Een vorm van
symptoombestrijding die op korte termijn prima kan werken, echter zo
gauw er gekweekt gaat worden kan het wel degelijk een probleem
worden.
Pieterburen
Mooi voorbeeld hoe het eigenlijk niet
moet vind ik het zeehondencentrum in Pieterburen. Elk aangespoeld
zeehondje wordt daar naar toegebracht. De oorzaak van het aanspoelen
kan het gevolg zijn van een hevige storm die voorbijgetrokken is. De
zeehondenpups raken hun moeder kwijt en mensen die zo'n beestje
vinden, bellen een dierenambulance waarna het wordt opgevangen in het
zeehondencentrum. Op zich niks mis mee zo lijkt het, echter, het
merendeel van de pups is gewoon ziek. Wormen, longproblemen etc.
Zij hebben kennelijk te weinig
weerstand om gezond te blijven en vallen af. De moeder laat het jong
alleen achter en normaliter zou het sterven omdat het geen
bestaansrecht heeft. Een bedreiging voor het voortbestaan van de
soort dus. De gemiddelde stadsmens, waarvan er verschillende nog
steeds geloven dat hamburgers aan een boom groeien, vindt dat heel
zielig en dat beestje moet gered worden uiteraard. Dus wordt het in
Pieterburen behandeld in ruimtes waar een middelgroot ziekenhuis met
jaloerse blik naar kijkt. Allerlei medicamenten worden toegediend en
om het arme diertje te redden blijft als laatste mogelijkheid vaak
over om het vol te spuiten met antibiotica. Overleeft ons puppie al
deze ellende wordt het vervolgens een paar maanden in de watten
gelegd met verse vis, herstelt voorspoedig en kan weer worden
uitgezet in zee.
De uitzetting wordt meestal vergezeld
van opgetrommelde Pers, die daar vertederende plaatjes van maakt en
andere “heel belangrijke” mensen die er tevens een goedbetaalde
baan aan overhouden. Allemaal voor het goede doel en de natuur
natuurlijk. Onder een bescheiden applausje wordt het mazzelbeestje
weer uitgezet in zijn woongebied. Fantastisch toch? Mooi spotje op tv
en de centen van donateurs stromen weer binnen, zodat er nog meer
zeehondjes en armlastige bestuurders gered kunnen worden!
Gevolg is wel dat ze ten opzichte van
de zeehondenpopulatie totaal verkeerd bezig zijn. Ze zagen aan de
wortels van de natuurlijke basisgezondheid van deze in het wild
levende dieren, waarbij geen cadeautjes worden weggegeven. Ziek zijn
betekent in 9 van de 10 gevallen immers einde verhaal. Met zwakke,
opgelapte dieren mag je natuurlijk nooit verder kweken en door het
terugzetten van deze “van de dood geredde” dieren ondermijn je
de toekomst van een complete populatie. Maar de zieligheidsindustrie
wint het in dit soort gevallen dankzij een goede PR meestal van de
realiteitszin.
Doorgefokt
In de duivensport, maar ook bij andere
huisdierenbezitters, zie je een vergelijkbare ontwikkeling. Veel van
wat leeft en eigenlijk niet door gehouden zou mogen worden vanwege
aangeboren afwijkingen en vatbaarheid voor bepaalde ziektes, wordt
ook “gered” met medicijnen. Het lijkt er soms op dat zo gauw er
een (duur) prijskaartje aan iets komt te hangen, er (te) veel
concessies worden gedaan mbt tot een falende gezondheid. Het dier
zonder bestaansrecht wordt opgelapt en aan de praat gehouden omdat
hij of zij een bepaalde waarde vertegenwoordigd. En hoe hoger die
waarde, des temeer concessies men lijkt te willen doen.
Je ziet het bv ook bij veel kostbare
hondenrassen. Door malafide fokkers wordt er letterlijk door gefokt
met alles wat op het basisras lijkt. Elk jong is immers kassa. Het
gevolg daarvan kan je wekelijks aanschouwen als je in de wachtkamer
kijkt van een gemiddelde dierenartsenpraktijk. Alle plagen van Egypte
komen voorbij met dure behandelingen, medicijnen en zelfs
ingewikkelde operaties. Het wordt steeds gekker en de industrie
speelt handig in op de rechtgeaarde gevoelens van de hondenbezitters,
die er alles voor over hebben om hun kameraadje bij zich te houden.
Een van mijn 5 hondjes, ras der Verenigde naties. Eet elke week wel een paar veldmuizen en is altijd levendig. Zo vanaf de boerderij en nog nooit wat gemankeerd gelukkig. |
Selectie
Zelf heb ik 5 hondjes, allemaal
gekruiste boerenfokjes,voornamelijk aangeschaft op de boerderij. Die
hondjes eten daar meestal met de pot mee, krijgen in principe geen
medicamenten en als de teefjes loops zijn krijgen ze bijna altijd wel
een roedeltje jongen groot te brengen. De zwakkelingen vallen
allemaal af want de gemiddelde boer gaat echt niet met een van zijn
hondjes naar de veearts. De stommelingen worden vaak gelijk al
doodgereden op de weg die langs de boerderij loopt en anders komen ze
wel een keer onder de trekker. Dus wat overblijft zijn kerngezonde,
slimme en taaie hondjes. Die van mij zijn bijna nooit ziek, worden
gemiddeld 16 jaar oud en zijn superslim. Die harde maar eerlijke
selectie brengt wel dit soort hondjes voort. In de duivensport lijkt
het er echter steeds meer op dat mede door commerciële invloeden
(het prijskaartje van een duif) de selectie een ondergeschoven
kindje is geworden.
Jonge duiven
Men kweekt een ronde jonge duiven
waarvan er enkele een vrij eenvoudige kwaal krijgen. Klein kuurtje en
het is opgelost. Een prachtig voorbeeld van symptoombestrijding.
Volgens de natuurwetten zouden we met die paar afvallers, terwijl de
rest van de jongen gezond blijft, eigenlijk helemaal niet verder
moeten.
Als je 30 jonge duiven hebt en 10-20 %
heeft problemen met de gezondheid, dan druist het tegen alle
natuurwetten in om die paar met een wankele gezondheid aan de praat
te houden. Helemaal erg is het natuurlijk als je daarbij de gezonde
dieren ook mee gaat kuren.
Zou je echter op een dertig tal duiven
die 10 tot 20 % opruimen en de duiven die uit zichzelf gezond bleven
niet kuren, dan is het aannemelijk dat de gezondheid en weerstand
van die overgebleven duiven alleen maar beter wordt. De
besmettingsdruk is aanmerkelijk lager en in de meeste gevallen zullen
die duiven steeds gezonder en minder kwetsbaar worden. Ook komen de
voor ziekte vatbare duiven op die manier niet in de kweekcyclus
terecht.
Opgelapt
Als één van de zieke, opgelapte,
duiven dan ook nog eens goed zou gaan vliegen, wordt daar
waarschijnlijk ook mee gekweekt en het begin van de achteruitgang is
begonnen. Weliswaar heel klein, maar daar begint het wel mee.
Kinderen uit die duiven hebben mogelijk
ook weer die slechte weerstand tegen een bepaalde kwaal en ook die
moet je weer behandelen. Zo boer je dus steeds verder achteruit.
Mensen kopen ook jongen uit die, overdreven kunstmatig gezond
gehouden duiven, en zullen hetzelfde moeten doen om die stam
operationeel te houden.
Het te pas en te onpas gebruiken van
medicijnen verergeren de problemen op termijn. Afwijkingen die via
de natuurwetten zouden afvallen worden nu gehandhaafd en middels
nakweek in de stam gebracht. In feite evolueren we nog steeds, maar
dan achteruit....
Duidelijkheid
En voor de duidelijkheid; ik heb
helemaal niks tegen medicijnen en het gebruik daarvan in bepaalde
gevallen. Integendeel, als het merendeel van je kolonie ziek wordt
zou je wel gek zijn er geen gebruik van te maken. En wanneer je een
groep wedstrijdduiven beperkt medisch begeleid omdat ze wekelijks in
de mand zitten is ook goed verdedigbaar en natuurlijk helemaal
prima. Maar het grootste probleem zit hem in het kuren met van alles
en nog wat bij vooral jonge duiven tussen de speentijd en het begin
van de wedvluchten. Duiven die eigenlijk geen enkel bestaansrecht
hebben worden kost wat kost gespaard en dat leidt op termijn tot
alleen maar meer ellende.
Hoe vaak lees je geen reportages waarin
de desbetreffende melker zegt dat hij zijn duiven geen medicijnen
geeft, behalve dan natuurlijk de gebruikelijke worm- en geelkuur in
het voorjaar, tijdens het seizoen “iets” tegen de koppen en bij
thuiskomst 3 dagen een ontsmettingsmiddel. Verder na het seizoen
uiteraard de jaarlijkse 3 weekse kuur tegen paratyphus met inenting..
Maar verder is hij een fel tegenstander van het gebruik van
medicijnen... Dit is eigenlijk al een signaal waar we mee bezig
zijn met z'n allen....
wordt vervolgd
==========================================================================
==========================================================================
Pigeon Fever 9
tekst en
foto's Henk Simonsz
Verspelen van
jonge duiven (3)
In deel 2
eindigde ik met het voorbeeld van de melker die in een reportage
verwoordde dat hij tegen medicijngebruik bij zijn duiven was en
vervolgens een lijst met kuren opsomde die zijn duiven als een soort
van vanzelfsprekendheid uiteraard wel kregen...
In de praktijk
betekent dat echter dat die duiven nauwelijks een dag schoon water
krijgen.
Gevolg is dat
wanneer we steeds meer medicijnen gebruiken bij duiven die het niet
verdienen, we in een neerwaartse spiraal belanden en uiteindelijk
crashen. En dat is niet alleen in de duivensport maar ook bij veel
andere huisdieren en zelfs bij mensen zo. De vraag is dan ook niet of
we, bij onveranderd beleid, het deksel op de neus krijgen, maar
wanneer.
Bij
overbevolking zie je hetzelfde proces. Heb je teveel duiven op je
jonge duiven hok zal je er net zoveel blijven verspelen tot het
aantal is bereikt dat het hok wél kan trekken. Maar dat geldt bij
alles in de natuur waar „te“ voorstaat. Gooi je teveel vis in een
vijver gaan de vissen dood tot het aantal is bereikt dat die vijver
aankan. Komen er in de natuur op een bepaalde plaats teveel dieren
van een bepaalde soort dan krijg je ook binnen no time een
natuurlijke correctie.
Wil je op eenhoksraces een beetje kans maken zal de weerstand van de duiven die je instuurt toch van behoorlijk kaliber moeten zijn. (Hokken van de Belgian Masters) |
Knelpunten
Ik
denk dat je de kern van de problemen mbt gezondheid/slecht
presteren/verspelen grotendeels kan terug brengen tot een paar
knelpunten die van grote invloed zijn. Waar het vooral fout lijkt te
gaan is het onnodige kuren, overbevolking en het niet durven ruimen
van waardeloos kweekmateriaal. Men verspeelt niet alleen veel jonge
duiven omdat de infectiedruk hoog is, maar ook wanneer men maar
blijft kweken uit duiven die geen bruikbare tot goede nazaten voort
kunnen brengen. Het jaar er op gaat men er dan maar wat extra kweken
omdat er zo weinig overbleven. Met als gevolg nog meer overbevolking,
nog zwakkere duiven, nog steeds kwaliteit die eigenlijk ver onder de
maat is en nog meer kuren. Knap als je daar dan nog uitkomt....
Toppers
Een
mooi voorbeeld van niet durven of willen ruimen maakte ik laatst nog
mee. Ik liep een man tegen het lijf waar ik qua karakter en moraal
normaal gesproken liever niet mee om zou gaan. Duiven en melker
konden me eigenlijk niet boeien maar hij bleef maar doorzeuren of ik
een paar van zijn „toppers“ wilde bekijken en kon er eigenlijk
niet onderuit. Om ervan af te zijn stemde ik toe. Bij de eerste duif
die hij me handen gaf schrok ik. Wát een rotzooi, ongelofelijk.
Eerlijk zeggen wat je er van vind riep de melker ook nog hoopvol.
Spontaan antwoordde ik dat als er zo'n duif op mijn hok zou zitten ik
die een enkele reis naar de duivenhemel zou aanbieden. Ik had al
spijt voordat ik was uitgesproken...Zag aan de blik in zijn ogen dat
het nu helemaal nooit meer goed zou komen tussen ons.. Sorry hielp
niet meer.... De man vertelde me dat de vader van deze duif 2500 euro
had gekost, dus dat moest wel een super zijn en dan had ik de
stamboom nog niet eens gezien... Tja.......ik was blij dat ik weer
kon gaan.
30 jaar geleden
zag je op een club van circa 40 leden zeg maar gemiddeld een tiental
leden die in die tijd ook al bijna alles kwijtraakten op de jonge
duiven vluchten. Vaak als gevolg van een combinatie van een slecht
hok en overgevoelige duiven voor kinderziektes, die met name de
oriëntatie verstoren. Vooral bij jonge duiven lijkt het hok een nog
grotere rol te spelen als bij de oude duiven. En het frappante is dat
goede hokken voor oude duiven per definitie geen goede jonge duiven
hokken hoeven te zijn. (Een statement dat Bas Verkerk tegenover mij
maakte en waar ik graag nog eens op terug kom)
Anno nu lijken de
percentages zo'n beetje omgekeerd en zie je op 40 spelende hokken
soms tot wel 30 -35 hokken die tijdens het jonge duivenseizoen moeite
hebben wat jongen over te kunnen houden. De duiven hebben problemen
onder de leden waarvan het lijkt dat die de oriëntatie onder
bepaalde omstandigheden bemoeilijken, waardoor je ze verspeeld. Is
een oude duif niet in orde komt hij te laat. Een jonge duif die niet
100 % is en er komt een wat moeilijkere vlucht? Die ben je meestal
kwijt, zeker hartje zomer.
Trekken
Bij veel van de
hokken die het minste last lijken te hebben van het verspelen van de
jonge duiven in de zomermaanden, vliegen/trekken de jongen anderhalf
tot soms wel 2 uur en zijn daarbij gedurende het grootste gedeelte
uit het zicht. Op de vluchten wordt begonnen met minstens 50 % prijs.
Veel melkers zeggen dat hun jongen goed trekken, maar als dat één
kwartier uit het zicht is en daarna nog een half uurtje in de
omgeving kan je je zorgen maken. Geen wet van Meden en Perzen maar
wel een aanwijzing dat het niet goed zit.
Je ziet het ook
niet altijd aan de duiven en melkers met veel verliezen roepen vaak
dat de duiven er perfect bijzitten. Maar in de kop kan je niet zien
of er bv een kleine ontsteking zit die er voor zorgt dat ze een
onderdeel van hun oriëntatievermogen niet kunen gebruiken als dat
nodig mocht zijn, zeker in de zomer met bepaalde weertypen. Vijf
keer gaat het goed, de 6e keer is het bingo. De massa verliest een
massa, de hokken met supergezondheid niet of nauwelijks een duif.
Medicijnen
En het gekke is
dat er volgens mij nauwelijks afdoende medicijnen bestaan tegen dit
probleem. Het geschetste jonge duiven probleem in relatie tot het
verspelen. lijkt nauwlijks met de huidige beschikbare medicijnen
oplosbaar. De melkers gaan dan naar een dierenarts die ze moed
inpraat en ze er wel bovenop zal helpen, desnoods met een injectie
van een of ander anti bioticum. Ik heb dat vaak gezien en gehoord en
zelden of nooit meegemaakt dat ze ze medio zomer weer goed aan de
praat kregen. Kan heel soms nog goed komen als je op een bepaald
aantal uitkomt of dat ze er over heen groeien doordat het hok bv in
de zomer op zijn best is.
Ook het verspelen
lijkt erfelijk. Uit bepaalde koppels verspeel je nauwelijks iets,
andere koppels soms alles of bijna alles. In
feite is het selecteren op verspelen ook een vorm van selectie op
gezondheid denk ik.
Er zijn ook een
aantal plaatsen in het land waar het gewoon moeilijker is om een
jonge duif over te houden dan andere plekken en of dat nu met de trek
te maken heeft of andere oorzaak weet ik niet. Maar ook daar heb je
altijd weer hokken die er (veel) meer overhouden als de anderen.
Roemenië
Zelf heb ik als
intreder van af het begin, soms tot wanhoop van mezelf, een
nietsontziende selectie doorgevoerd bij aangeschafte jonge duiven.
Alles maar dan ook alles wat ziek werd zonder pardon opgeruimd. En
daaronder versta ik ook duiven die last kregen van het geel, coli,
nat oog etc. Ik schreef al eerder dat van al mijn aangeschafte duiven
circa 25 % deze eerste selctie hebben overleefd, de de rest is
opgeruimd. Er waren hokken bij waar ik duiven had aangeschaft waar er
niet één deze aanpak overleefde, maar ook hokken waar ik had
bijgehaald en er nauwelijks uitval was. Als jonge duif hebben ze,
behalve de verplichte entingen, ook geen enkel medicijn gehad.
Met deze duiven
ben ik gaan kweken en hoopte daarmee voorspong op te bouwen tov de
concurrentie en dan met name op de eenhoksraces. Dit jaar kwam er een
eerste aanwijzing dat de strenge selectie zijn vruchten begint af te
werpen. Ik had vanwege de lage inschrijfprijs, een stel probeersels
naar een eenhoksrace in Roemenië gestuurd. Na een paar maanden kreeg
ik een mail van de organisator Bibi Stefanescu, die mij vroeg waarmee
mij duiven waren ingeënt voordat ze naar Roemenië werden verstuurd.
In eerste
instantie schrok ik van de mail en zag al visioenen van mijn duiven
die het moeilijk hadden in dat verre Roemenië, tussen al die
oostblokduiven met hun eigen plagen. Maar het omgekeerde was het
geval. Ze hadden erg veel problemen met zieke duiven en die van mij
gaven geen krimp. Ze wilden de andere duiven dezelfde (paramixo)
inentingen geven als die van mij om ze ook gezond te krijgen en te
houden. Het bleek echter dat er in de entingen geen verschil zat.
Het enige verschil dat ik kon bedenken heb ik hem teruggemaild en dat
was de superstrenge selectie die ik de voorgaande 2 jaar had
doorgevoerd.
Veelbelovend
Dit op zichzelf
staande geval zegt of bewijst natuurlijk helemaal niets en zeker niet
over het verspelen op zich, maar ik vond het wel een veelbelovend
signaal. Net zo goed dat opvallend
veel melkers in Nederland, die goed met hun oude én jongen spelen,
begeleid worden door een Belgische dierenarts die zeer zelden
medicijnen voorschrijft. Heel wat melkers die stevig genoeg in hun
schoenen staan om daar mee om te kunnen gaan, zie je flinke stappen
voorwaarts maken.
Maar
al met al zijn er gelukkig nog steeds hokken die de jongen wel
kerngezond kunnen houden, waar ze trekken en trainen als gekken en
die zonder ze weg te brengen toch nauwelijks verliezen én een hoog
prijspercentage hebben. Dus een enorm verschil in resultaat terwijl
de duiven in dezelfde mand zitten als de melker die nagenoeg alles
kwijtraakt, Die bij een zg rampvkucht bijna al hun jongen gewoon weer
terug krijgen. Het lijkt er daarom veel op dat veelal aangehaalde
externe oorzaken landelijk gezien niet of nauwelijks het kernprobleem
vormen van het verspelen van de jonge duiven
Kunnen
we de gemiddelde weerstand/gezondheid van een kolonie weer omhoog
krijgen, dan kunen we het verspelen van jonge duiven wellicht ook
weer terug brengen tot minder knellende proporties.
En
verduisteren...Was het niet zo dat bij proeven met verduisterde
duiven/vogels, waarbij van de dag een nacht was gemaakt, bij het
lossen precies de andere kant opvlogen...?!
=============================================================================
=============================================================================
© Copyright Henk Simonsz 2014-2015. Alle rechten voorbehouden. Gehele of gedeeltelijke overname, plaatsing op andere sites, verveelvoudiging op welke andere wijze dan ook en/of commercieel gebruik van deze informatie is niet toegestaan, tenzij hiervoor uitdrukkelijk schriftelijke toestemming is verleend door Henk Simonsz of tenzij aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
Het linken en verwijzen naar de pagina’s op deze website is toegestaan. De webmaster stelt het op prijs hiervan in kennis te worden gesteld via pigeonfever@gmail.com
===============================================================================