PF 6 t/m 10

 

Pigeon Fever 6

 
tekst en foto's Henk Simonsz

 
Duivensport anno nu

Als herintreder signaleer je vaak zaken die sportgenoten, die al lang in de duivensport zitten, vaak al niet meer opvallen. Een van de dingen die op mij het meeste indruk heeft gemaakt is het geklaag en de negatieve benadering van de sport.

Nu bezit vooral Nederland een rijke klaagcultuur, maar als je de fora en columns leest op het internet en in sommige bladen lijkt het alleen maar kommer en kwel in de duivensport. Je ziet zoveel negatieve verhalen en reacties, dat het lijkt alsof de duivensport één grote nare bende is. Gevuld met allerlei excessen en incapabele bestuurders. Dus weinig veranderd ten opzichte van pakweg 25 jaar geleden, alleen komt het nu veel harder aan. De vraag is hoe dat komt.
 
Genieten van de gezondheid van je duiven op het hok
Als je weer een stel van die uiterst negatieve opmerkingen op internet hebt gelezen of een schrijver met een eigen column die de duivensport alleen maar aan het afbreken is, vraag je je soms af waar je weer aan begonnen bent....
 
Ga je het eens op een rijtje zetten blijkt slechts een kleine groep negatievelingen verantwoordelijk voor de grootste bulk aan misselijkmakende opmerkingen en het praten als een kip zonder kop op fora e.d. Niet dat ik mezelf tot de grote denkers wil rekenen, maar het is wel vaak van een niveau om je als duivensporter kapot voor te schamen. Ook lui met een I.Q van een naaktslak kunnen alle aandacht voor zich opeisen via het net. Er zit nauwelijks een rem op zo het lijkt
 
Je vraagt je soms af of we het maar moeten blijven toestaan dat sommige leden de duivensport zoveel schade kunnen berokkenen. Ik ben tegen censuur laat dat duidelijk zijn. Maar als de commentaren overgaan in het selectief beschadigen van mensen én de sport vind ik dat er een grens wordt overschreden. Veel mensen beseffen vaak niet wat je met name op het internet kunt aanrichten en snappen niet dat het je je leven lang via zoekmachines etc. kan blijven achtervolgen
 
Volgens mij is dat ook een van de redenen dat er heel wat mensen met kwaliteiten, niet aan een bestuursfunctie durven te beginnen omdat je voordat je het weet voor alles wordt uitgemaakt wat mooi en vooral wat lelijk is. Uitspraken als zakkenvullers en oplichters zijn niet van de lucht en als jij bv een eigen bedrijf hebt en je doet daarbij iets als bestuurder in de duivensport, mag je blij zijn als je klanten niet googelen op je naam. Doen ze dat wel zouden ze al snel de indruk kunnen krijgen met de grootste oplichter in zee te willen gaan. En dat hoeft maar het werk te zijn van 1 persoon die om welke reden dan ook gefrustreerd is.
 
Zelf ben ik naast duivenliefhebber en sportvisser ook een gepassioneerd motorrijder. Op een gegeven ogenblik wilde ik een nieuwe motor kopen van een ander merk. Dus wat doe je dan? Je gaat het internet op en zoekt naar een forum gerelateerd aan het merk en model dat ik op de korrel had. Na 2 weken op het forum was ik helemaal genezen van de motor waar ik interesse in had. Alleen maar ellende kwam ik tegen. Na enige tijd liet ik mijn oog op een ander merk en type vallen en weer het zelfde ritueel en ook hier werd ik afgeschrikt door allerlei slechte ervaringen van de kwaliteit van de motorfiets en de dealers. Daar deugde er ook niet een van als je de verhalen moest geloven.
 
Dit duivinnetje bleek een van mijn betere kweeksters afgelopen seizoen.
Op de resultaten van 2014 kom ik nog uitgebreid terug maar van zo'n duivin op het hok kan ik intens genieten. Welke sport heeft nu zoiets moois?
Totdat m'n ogen open gingen en ik het forum eens anders ging bekijken. Hoeveel mensen waren er eigenlijk lid van die club, die nooit geen problemen hadden. 98 % had nooit geen problemen zo bleek en waren zeer tevreden met hun motor. Maar die 2% die wel een probleem had, bliezen dat zo op en maakte zoveel tam tam, dat het op het eerste gezicht leek of er van al die motoren niks klopte. Ook de negatieve ervaringen met de dealers werden breed uitgemeten. Nergens een woord over klanten die je als dealer ook het bloed onder je nagels vandaan kunnen halen en nooit tevreden zijn. Van die beroeps terpetijnzeikers zeg maar.
 
En dat is, los van de eveneens grote voordelen, een echt nadeel van het internet. Alles wat negatief is wordt zo uitvergroot dat je vaak een vertekend beeld van de werkelijkheid krijgt. Maar dat zie je op alle forums. Ze worden veel gelezen, maar de vulling komt vaak maar van een relatief kleine groep. Die kunnen de boel echter soms zo gaan domineren dat een goed lopend forum helemaal leegloopt.
In de duivensport lijkt het niet veel anders. Slechts een kleine groep spuit zoveel negativiteit dat de hele sport er onder lijdt. Ik merk het aan mezelf als ik weer een stel van die schreeuwerige berichten heb gelezen. Het raakt je ongewild toch in negatieve zin.
 
Hoe mooi de sport ook is lees je eigenlijk nauwelijks nog iets over. Hoe gelukkig een melker op zijn eigen hok kan zijn en hoeveel vreugde je kunt beleven aan een prachtig gekweekte jonge duif, een mooie prestatie of dat een verloren gewaande topper opeens weer op de klep zit. Hoe leuk kan het niet zijn met gelijkgestemde duivenmelkers over je hobby te praten. Kijk naar de verschillende finales van de eenhoksraces, supergezellige sfeer en kameraadschap.
 
En als ik over de voorjaarsbeurs in Houten loopt en zie de nieuwe materialen, uitvindingen en kwalitatief steeds betere broedkooien, rennen en spoetnikken. Geweldig toch en ook als je ook de vele jonge melkers (tussen de 30 en 40 jaar) ziet lopen.dan ga ik met een prettig en positief gevoel weer naar huis. Echt genieten vind ik dat
 
Kom je thuis en kijk je dan op een of andere site en dan zie je soms weer zo'n afbraakstuk voorbijkomen. Dan vraag ik me echt af wat zo iemand nog zoekt in de duivensport. Jammer maar kennelijk hoort dat bij deze tijd. De boel afkraken krijgt veel meer aandacht als genuanceerd iets beschrijven. Kijk maar naar bepaalde tv programma's. Mensen bouwen een enorme carriëre op met niks anders dan hakken op andere mensen, ongelofelijk vind ik dat.
 
Ook de kranten staan praktisch alleen maar vol met negatief geleuter. Het lijkt wel of de mens niet anders wil.. Dit voorjaar stond ik met mijn vader bij zijn pony's te kijken. Die lopen in een natuurgebied en er liepen een aantal prachtige veulens bij. Een schitterend gezicht die ontluikende natuur, het leek wel een schilderij. Ik zei nog voor de grap dat je eigenlijk de krant zou moeten bellen voor zo'n idyllisch plaatje. Wat mijn vader toen zei was een schot in de roos; “Veel te positief zo iets moois. Daar komt men niet voor. Verkoopt niet. Als er morgen een onverlaat echter de staart van een van de paardjes zou afsnijden komen er 10 fotografen om het vast te leggen” En zo werkt natuurlijk bijna altijd.
 
Een ander fenomeen wat me is opgevallen is de aandacht voor wat een enorm probleem schijnt te zijn en wel het verspelen van de jonge duiven. Het is de laatste jaren erbarmelijk als je de verhalen moet geloven. De meeste hokken houden amper een jonge duif over. Selecteren kan en hoeft bijna niet meer, omdat ze blij mogen zijn überhaupt nog iets over te houden. Sportgenoten stoppen daardoor massaal met de sport zo zegt men
 
Voor pure schoonheid bestaat veel minder belangstelling dan voor negatieve input zo lijkt het.
Een greep uit de oorzaken die je leest over het verspelen: Luchtvervuiling, zonnevlekken, Gps straling, hoogspanningsdraden, pesticiden, nieuwe bacteriën, genetische manipulatie van het voedsel, roofvogels en weet ik al wat niet meer. Het frappante is ook dat er minstens zoveel jonge duiven worden verspeeld vanaf het hok als op de vluchten. De jonge duiven worden op een mooie zomerse dag met strakblauwe lucht uitgelaten en aan het eind van de dag zit er nauwelijks nog een veer op het hok. Gewoon kwijt. Terwijl die jonge duiven er perfect bijzaten en kerngezond waren. Althans dat beweren de melkers zelf.
 
Of tijdens een doodnormale africhting van de jonge duiven schijnt het regelmatig te gebeuren dat nadat ze 10 keer op dezelfde plaats zijn gelost en rap en zonder problemen naar huis kwamen en de 11e keer, bij op het oog dezelfde omstandigheden, plotsklaps het merendeel niet meer terugkeerde op het hok.
Op het internet en in de bladen volgt de ene klaagzang de andere klaagzang op. Maar ook hier is het zaak dat de duivensport zich aan de feiten houdt en niet verdwaald in het woud van mogelijke oorzaken. Ik wil graag in de volgende aflevering eens de advocaat van de duivel spelen over dit onderwerp omdat er met name door emoties, vaak teveel aan de feiten voorbijgegaan wordt. (wordt vervolgd)


 

Pigeon Fever 7
 

tekst en foto's Henk Simonsz
 
Oorzaken verspelen van jonge duiven (1)

Dat er anno 2014 veel jonge duiven worden verspeeld is een ding dat zeker is. Of dat iets van de laatste jaren is, is nog maar de vraag. Ook een 25 jaar geleden waren er genoeg hokken die in het spel met de jonge duiven gedurende de zomer nauwelijks een veer over konden houden. Dus wat dat betreft weinig nieuws onder de zon, alhoewel het momenteel zeer aannemelijk is dat het aantal hokken dat problemen kent tijdens het jonge duivenseizoen veel groter is geworden.
 
Ik schreef al eerder dat de oorzaken die genoemd worden erg divers zijn. Wat je zoal tegenkomt als mogelijke oorzaak: Luchtvervuiling, zonnevlekken, Gps straling, pesticiden, nieuwe bacteriën, hoogspanningsdraden, vervoer van de duiven, genetische manipulatie van het voedsel en weet ik al wat niet meer. Veel van deze veronderstellingen klinken ook best aannemelijk, maar zoals ik in het vorige artikel aangaf wil ik hierin best eens de advocaat van de duivel spelen omdat er volgens mij wel erg makkelijk potentiële oorzaken uit de hoed worden getoverd.
 
Het gevolg is dat er al snel voorbij gegaan wordt aan de harde feiten die er liggen. Het gevaar bestaat dat er veel energie en geld wordt ingezet om bepaalde dingen te onderzoeken en daarvoor maatregelen te nemen, terwijl dat op voorhand de hoofdoorzaak eigenlijk helemaal niet kan zijn. Je krijgt dan beslissingen die worden genomen op basis van gevoelens en emoties en daar kan je het probleem niet doeltreffend mee oplossen. Hooguit de gemoedsrust van de melker voor één of twee jaar.

Van Vrouwe Justitia mag je verwachten dat zij zich binnen de rechtspraak aan de feiten houdt
 
Nu kan ik wel makkelijk roepen dat we als Duivensport analytisch moeten denken en ons aan de feiten moeten houden om bepaalde conclusies te kunnen trekken maar toch lijkt me dat wel verstandig. Hoe belangrijk dat is heb ik wel geleerd tijdens de 25 jaar dat ik bij de Politie heb gewerkt, waarvan zo'n 15 jaar bij de technische recherche. Daarbij begon een onderzoek altijd op de plaats delict en probeerde je aan de hand van de aanwezige sporen een beeld te vormen van wat er precies gebeurd zou kunnen zijn. Sporen waren altijd de meest betrouwbare getuigen, want die liegen namelijk niet.

Getuigen waren vaak ongewild onbetrouwbaar, omdat ze gedeeltes van een misdrijf die ze hadden meegemaakt vaak zelf aanvullen met hun eigen conclusies en veronderstellingen. En daar gaat het vaak fout. Bij inbraken hoorde je 9 van de 10 keer de benadeelden zeggen dat het een bekende moest zijn geweest, omdat ze feilloos de waardevolle spullen konden vinden en bij een een schietpartij was de conclusie ook al vaak getrokken op het moment dat wij ter plaatse kwamen. Het was bijna altijd een afrekening binnen het criminele milieu, tenminste volgens de aanwezige omstanders.
 
Heel bekend binnen het politieapparaat zijn de zg klapgetuigen. Mensen die zeggen getuige te zijn geweest van een aanrijding. Ze beginnen dan hun verklaring met: :”Ik hoorde een klap en keek en zag dat de auto die van links kwam tegen de motorrijder aanreed die rechtdoor wilde.... “ Zo werkt ons brein namelijk. We worden geconfronteerd met een gebeurtenis die in feite al heeft plaatsgevonden en vullen dan zelf in wat er daar gebeurd zal zijn.
 
Na een onderzoek op een plaats delict moet de zaak op papier worden gezet en is het doel de sporen die zijn hadden aangetroffen, te herleiden naar een dader van het misdrijf. De rechter bepaalt dan uiteindelijk of de conclusies die in dat rapport staan hard genoeg zijn om een verdachte te veroordelen.

Voor mezelf heb ik een paar laatjes laten lopen waar ik wat in zie. Bij laatjes leggen we de lat vaak erg hoog. Waarom niet bij voorjaarsjongen vraag ik me dikwijls af?
Zelf had ik een simpel uitgangspunt. Als ik meer dan voldoende onderbouwende feiten had, durfde ik gerust een vergaande conclusie te trekken. Daar tegenover was ik ook heel voorzichtig als die feiten maar magertjes waren. Dan zei ik gewoon dat ik aan de hand van de feiten niet overtuigd was van de schuld van de verdachte. En dat is heel wat anders dan wat je gevoel soms zegt. Door deze instelling heb ik mezelf altijd goed staande kunnen houden tijdens de rechtzittingen en de kritische vragen van advocatuur en rechters die gesteld werden.
Enfin nu even terug naar de duivensport en dan vooral over het verspelen van jonge duivensport. Ook hier zie je de meest wilde, niet of nauwelijks onderbouwde, kreten voorbijkomen van mensen die denken de oorzaak te weten Ze lezen vervolgens alleen nog wat ze willen horen om hun eigen theorie te bevestigen.
 
Zou best zo kunnen zijn dat al die eerdergenoemde oorzaken lokaal of regionaal een negatieve invloed kunnen hebben. Ik zou bv niet graag tegen een akker aan wonen waarvan de boer 3 x per week langskomt om schadelijke pesticiden te vernevelen. Of onder hoogspanningskabels, straalzenders of dat soort ongemak. Kortom er zijn heus wel zaken die niet altijd goed zijn voor je welzijn of gezondheid. Dus ook niet voor de duiven, denk bv aan omstandigheden die bepaalde magnetische velden, die vogels en duiven gebruiken, kunnen verstoren. Dat wil ik niet betwisten maar ook hier betreft dat vaak een lokaal probleem.
 
 
Gezien de voorbeelden in dit onderwerp genoemd wil ik graag als een soort advocaat van de duivel een enkele tegenvraag stellen, net zoals ze die mij ook altijd stelden als ik een onderzoek had gedaan. Niet omdat ik denk het beter te weten, maar wel om wellicht een kleine bijdrage te kunnen leveren aan de denkrichting over eerdergenoemd probleem.
 
De tegenvraag luidt dan ook:

  
Hoe kan het, dat er nog steeds hokken zijn die bv met 30 jongen beginnen en en aan het eind van het seizoen nog bijna alle duiven over hebben. Die hokken zijn er nl nog steeds en de duiven op die hokken zitten opvallend vaak bij “gewone” liefhebbers. Dat gewone bedoel ik niet denigrerend maar om aan te geven dat het geen melkers zijn die mogelijk hun tijd ver vooruit zouden zijn met bepaalde geneesmiddelen, systeem of wat dan ook. Nee vaak gewoon onopvallende melkers.
 
Ik hoorde bij mij in de buurt toevallig over een eenvoudige, oudere liefhebber die zijn hokken en systeem de laatste 30 jaar niet of nauwelijks heeft veranderd. Hij begon dit jaar met 29 jongen en na de laatste vlucht had hij er nog 29 over......De laatste vlucht had hij er 5 niet ingekorfd omdat ze te ver in de rui waren. Die duiven hebben wel alles meegevlogen tussen de duiven van de vereniging, rayon en afdeling en de duiven van hokken die bijna alles kwijtraakten.

M'n huidige stam blaakt van gezondheid. Ik probeer te voorkomen dat dat verstoord wordt met bijgehaalde duiven die een vervelend iets onder de leden hebben. Vandaar dat ik ze allemaal, ongeacht waar ze vandaan komen, een tijd in het quarantainehok plaats.
  
Dus een enorm verschil in resultaat terwijl de duiven exact hetzelfde meemaakten als die van de melker die alles kwijtraakte. En dan hebben we het niet over één vlucht, nee we praten over het volledige jonge duiven programma. In dit licht gezien is het toch niet logisch om al die eerdergenoemde, veelal, “moderne” oorzaken aan te wijzen als hoofdschuldige van de grote verliezen van jonge duiven op veel hokken. Lijkt mij....
 
Waardoor het massale verspelen dan wel veroorzaakt wordt kan je over filosoferen, alleen praat je dan niet meer over feiten. Ik heb er echter wel ideeën over. Dat wil niet zeggen dat ik het ultieme bewijs op tafel kan leggen, maar wel een stel praktische voorbeelden kan aanhalen die dat stevig ondersteunen. Volgens mij zou de teruglopende weerstand tegen ziektes bij de duiven op veel hokken een belangrijke rol kunnen spelen. Een ordinair gezondheidsprobleem dus. Volgende keer wil ik gaarne deze stelling met een aantal praktijkvoorbeelden onderbouwen.



 

 Pigeon Fever 8
 

Tekst en foto's Henk Simonsz
 
Verliezen van jonge duiven (2)
 

De vorige keer was ik geëindigd met het vermoeden wat ik heb geuit mbt het verspelen van jonge duiven. Verminderde weerstand tegen ziektes zou een belangrijke rol kunnen spelen en aan de hand van voorbeelden/argumenten uit de praktijk wil ik proberen dat te onderbouwen.
 
In de huidige tijd doet de mens niets liever als ingrijpen in alles wat hij niet zelf gecreëerd heeft, zo lijkt het wel. Tijdens miljoenen jaren van evolutie is alles wat er op deze planeet rondloopt gevormd tot wat het nu is. Daarbij is altijd het uitgangspunt geweest dat de sterkste zal overleven en blijft muteren tot een organisme met het meeste bestaansrecht. Zo niet valt een deel af, gaat een gemuteerde vorm verder of gaat in sommige gevallen zelfs een complete soort ten onder.
 
Menselijk ingrijpen in de evolutie betekent in veel gevallen dat je de wetten van de natuur geweld aandoet. Genetische manipulatie van dieren en gewassen bijvoorbeeld, lijkt heel rendabel en handig, maar je balanceert er wel mee op het randje. Eén foutje en het kan zo maar gierend uit de hand lopen. En geloof me, spotten met de wetten van de natuur komt op termijn als een boemerang terug.
 
Verstoring
Een ander voorbeeld van verstoring van de natuurwetten is het in leven houden van dieren, die eigenlijk vanwege een bepaalde zwakte, geen bestaansrechts zouden mogen hebben. En nog veel belangrijker; waar eigenlijk niet mee gefokt zou mogen worden.  Met zwakte bedoel ik dan aanleg voor bepaalde ziektes of andere eigenschappen die het voortbestaan van de soort geweld aan kunnen doen.
 

Bij eenhoksraces is de natuurlijke weerstand uitermate belangrijk. Deze doffer van mij genaamd African Boy, is een volle broer van de winnaar van de finale in Zuid Afrika 2012. De natuurlijke conditie van deze duif is ongelofelijk. Nog nooit zat er een veertje verkeerd. Kennelijk een eigenschap uit die familie en ook een belangrijke voorwaarde om te kunnen vlammen op een eenhoksrace.


We kweken niet voor niets uit duiven die bewezen hebben kop te kunnen vliegen waarbij we hopen dat die eigenschap zich voortzet in de navolgende generaties. Dat betekent natuurlijk ook dat er ook minder goede eigenschappen door vererft kunnen worden. Eigenschappen die we met de mantel van medicijnen hebben bedekt en tijdelijk hebben terug gedrongen. Een vorm van symptoombestrijding die op korte termijn prima kan werken, echter zo gauw er gekweekt gaat worden kan het wel degelijk een probleem worden.
 
Pieterburen
Mooi voorbeeld hoe het eigenlijk niet moet vind ik het zeehondencentrum in Pieterburen. Elk aangespoeld zeehondje wordt daar naar toegebracht. De oorzaak van het aanspoelen kan het gevolg zijn van een hevige storm die voorbijgetrokken is. De zeehondenpups raken hun moeder kwijt en mensen die zo'n beestje vinden, bellen een dierenambulance waarna het wordt opgevangen in het zeehondencentrum. Op zich niks mis mee zo lijkt het, echter, het merendeel van de pups is gewoon ziek. Wormen, longproblemen etc.

Zij hebben kennelijk te weinig weerstand om gezond te blijven en vallen af. De moeder laat het jong alleen achter en normaliter zou het sterven omdat het geen bestaansrecht heeft. Een bedreiging voor het voortbestaan van de soort dus. De gemiddelde stadsmens, waarvan er verschillende nog steeds geloven dat hamburgers aan een boom groeien, vindt dat heel zielig en dat beestje moet gered worden uiteraard. Dus wordt het in Pieterburen behandeld in ruimtes waar een middelgroot ziekenhuis met jaloerse blik naar kijkt. Allerlei medicamenten worden toegediend en om het arme diertje te redden blijft als laatste mogelijkheid vaak over om het vol te spuiten met antibiotica. Overleeft ons puppie al deze ellende wordt het vervolgens een paar maanden in de watten gelegd met verse vis, herstelt voorspoedig en kan weer worden uitgezet in zee.

De uitzetting wordt meestal vergezeld van opgetrommelde Pers, die daar vertederende plaatjes van maakt en andere “heel belangrijke” mensen die er tevens een goedbetaalde baan aan overhouden. Allemaal voor het goede doel en de natuur natuurlijk. Onder een bescheiden applausje wordt het mazzelbeestje weer uitgezet in zijn woongebied. Fantastisch toch? Mooi spotje op tv en de centen van donateurs stromen weer binnen, zodat er nog meer zeehondjes en armlastige bestuurders gered kunnen worden!
 
Gevolg is wel dat ze ten opzichte van de zeehondenpopulatie totaal verkeerd bezig zijn. Ze zagen aan de wortels van de natuurlijke basisgezondheid van deze in het wild levende dieren, waarbij geen cadeautjes worden weggegeven. Ziek zijn betekent in 9 van de 10 gevallen immers einde verhaal. Met zwakke, opgelapte dieren mag je natuurlijk nooit verder kweken en door het terugzetten van deze “van de dood geredde” dieren ondermijn je de toekomst van een complete populatie. Maar de zieligheidsindustrie wint het in dit soort gevallen dankzij een goede PR meestal van de realiteitszin.

Doorgefokt
 
In de duivensport, maar ook bij andere huisdierenbezitters, zie je een vergelijkbare ontwikkeling. Veel van wat leeft en eigenlijk niet door gehouden zou mogen worden vanwege aangeboren afwijkingen en vatbaarheid voor bepaalde ziektes, wordt ook “gered” met medicijnen. Het lijkt er soms op dat zo gauw er een (duur) prijskaartje aan iets komt te hangen, er (te) veel concessies worden gedaan mbt tot een falende gezondheid. Het dier zonder bestaansrecht wordt opgelapt en aan de praat gehouden omdat hij of zij een bepaalde waarde vertegenwoordigd. En hoe hoger die waarde, des temeer concessies men lijkt te willen doen.

Je ziet het bv ook bij veel kostbare hondenrassen. Door malafide fokkers wordt er letterlijk door gefokt met alles wat op het basisras lijkt. Elk jong is immers kassa. Het gevolg daarvan kan je wekelijks aanschouwen als je in de wachtkamer kijkt van een gemiddelde dierenartsenpraktijk. Alle plagen van Egypte komen voorbij met dure behandelingen, medicijnen en zelfs ingewikkelde operaties. Het wordt steeds gekker en de industrie speelt handig in op de rechtgeaarde gevoelens van de hondenbezitters, die er alles voor over hebben om hun kameraadje bij zich te houden.


Een van mijn 5 hondjes, ras der Verenigde naties. Eet elke week wel een paar veldmuizen en is altijd levendig. Zo vanaf de boerderij en nog nooit wat gemankeerd gelukkig.
 
Selectie
 
Zelf heb ik 5 hondjes, allemaal gekruiste boerenfokjes,voornamelijk aangeschaft op de boerderij. Die hondjes eten daar meestal met de pot mee, krijgen in principe geen medicamenten en als de teefjes loops zijn krijgen ze bijna altijd wel een roedeltje jongen groot te brengen. De zwakkelingen vallen allemaal af want de gemiddelde boer gaat echt niet met een van zijn hondjes naar de veearts. De stommelingen worden vaak gelijk al doodgereden op de weg die langs de boerderij loopt en anders komen ze wel een keer onder de trekker. Dus wat overblijft zijn kerngezonde, slimme en taaie hondjes. Die van mij zijn bijna nooit ziek, worden gemiddeld 16 jaar oud en zijn superslim. Die harde maar eerlijke selectie brengt wel dit soort hondjes voort. In de duivensport lijkt het er echter steeds meer op dat mede door commerciële invloeden (het prijskaartje van een duif) de selectie een ondergeschoven kindje is geworden.

Jonge duiven Men kweekt een ronde jonge duiven waarvan er enkele een vrij eenvoudige kwaal krijgen. Klein kuurtje en het is opgelost. Een prachtig voorbeeld van symptoombestrijding. Volgens de natuurwetten zouden we met die paar afvallers, terwijl de rest van de jongen gezond blijft, eigenlijk helemaal niet verder moeten. 
Als je 30 jonge duiven hebt en 10-20 % heeft problemen met de gezondheid, dan druist het tegen alle natuurwetten in om die paar met een wankele gezondheid aan de praat te houden. Helemaal erg is het natuurlijk als je daarbij de gezonde dieren ook mee gaat kuren.
 
Zou je echter op een dertig tal duiven die 10 tot 20 % opruimen en de duiven die uit zichzelf gezond bleven niet kuren, dan is het aannemelijk dat de gezondheid en weerstand van die overgebleven duiven alleen maar beter wordt. De besmettingsdruk is aanmerkelijk lager en in de meeste gevallen zullen die duiven steeds gezonder en minder kwetsbaar worden. Ook komen de voor ziekte vatbare duiven op die manier niet in de kweekcyclus terecht.

Opgelapt
Als één van de zieke, opgelapte, duiven dan ook nog eens goed zou gaan vliegen, wordt daar waarschijnlijk ook mee gekweekt en het begin van de achteruitgang is begonnen. Weliswaar heel klein, maar daar begint het wel mee. Kinderen uit die duiven hebben mogelijk ook weer die slechte weerstand tegen een bepaalde kwaal en ook die moet je weer behandelen. Zo boer je dus steeds verder achteruit. Mensen kopen ook jongen uit die, overdreven kunstmatig gezond gehouden duiven, en zullen hetzelfde moeten doen om die stam operationeel te houden.


Soms heb je een koppel dat zo straf op de eieren zit dat er een ei is ingedeukt. Ik heb het pas nog meegemaakt bij een eitje waar ik heel wat kilometers voor had moeten rijden. Later vroeg ik mij af. Zou het ook niet kunnen zijn dat het ei eigenlijk niet sterk genoeg was? En daardoor al afvalt tijdens het broeden? Ik heb het bij dat koppel namelijk nog niet eerder meegemaakt. Zou het niet weten eerlijk gezegd....

Het te pas en te onpas gebruiken van medicijnen verergeren de problemen op termijn. Afwijkingen die via de natuurwetten zouden afvallen worden nu gehandhaafd en middels nakweek in de stam gebracht. In feite evolueren we nog steeds, maar dan achteruit....

Duidelijkheid
En voor de duidelijkheid; ik heb helemaal niks tegen medicijnen en het gebruik daarvan in bepaalde gevallen. Integendeel, als het merendeel van je kolonie ziek wordt zou je wel gek zijn er geen gebruik van te maken. En wanneer je een groep wedstrijdduiven beperkt medisch begeleid omdat ze wekelijks in de mand zitten is ook goed verdedigbaar en natuurlijk helemaal prima. Maar het grootste probleem zit hem in het kuren met van alles en nog wat bij vooral jonge duiven tussen de speentijd en het begin van de wedvluchten. Duiven die eigenlijk geen enkel bestaansrecht hebben worden kost wat kost gespaard en dat leidt op termijn tot alleen maar meer ellende.
 
Hoe vaak lees je geen reportages waarin de desbetreffende melker zegt dat hij zijn duiven geen medicijnen geeft, behalve dan natuurlijk de gebruikelijke worm- en geelkuur in het voorjaar, tijdens het seizoen “iets” tegen de koppen en bij thuiskomst 3 dagen een ontsmettingsmiddel. Verder na het seizoen uiteraard de jaarlijkse 3 weekse kuur tegen paratyphus met inenting.. Maar verder is hij een fel tegenstander van het gebruik van medicijnen... Dit is eigenlijk al een signaal waar we mee bezig zijn met z'n allen....  wordt vervolgd

 

 

Pigeon Fever 9
 

tekst en foto's Henk Simonsz
 
Verspelen van jonge duiven (3)

In deel 2 eindigde ik met het voorbeeld van de melker die in een reportage verwoordde dat hij tegen medicijngebruik bij zijn duiven was en vervolgens een lijst met kuren opsomde die zijn duiven als een soort van vanzelfsprekendheid uiteraard wel kregen... In de praktijk betekent dat echter dat die duiven nauwelijks een dag schoon water krijgen. 


Gevolg is dat wanneer we steeds meer medicijnen gebruiken bij duiven die het niet verdienen, we in een neerwaartse spiraal belanden en uiteindelijk crashen. En dat is niet alleen in de duivensport maar ook bij veel andere huisdieren en zelfs bij mensen zo. De vraag is dan ook niet of we, bij onveranderd beleid, het deksel op de neus krijgen, maar wanneer. 


Bij overbevolking zie je hetzelfde proces. Heb je teveel duiven op je jonge duiven hok zal je er net zoveel blijven verspelen tot het aantal is bereikt dat het hok wél kan trekken. Maar dat geldt bij alles in de natuur waar „te“ voorstaat. Gooi je teveel vis in een vijver gaan de vissen dood tot het aantal is bereikt dat die vijver aankan. Komen er in de natuur op een bepaalde plaats teveel dieren van een bepaalde soort dan krijg je ook binnen no time een natuurlijke correctie.

Wil je op eenhoksraces een beetje kans maken zal de weerstand van de duiven die je instuurt toch van behoorlijk kaliber moeten zijn. (Hokken van de Belgian Masters)


Knelpunten

Ik denk dat je de kern van de problemen mbt gezondheid/slecht presteren/verspelen grotendeels kan terug brengen tot een paar knelpunten die van grote invloed zijn. Waar het vooral fout lijkt te gaan is het onnodige kuren, overbevolking en het niet durven ruimen van waardeloos kweekmateriaal. Men verspeelt niet alleen veel jonge duiven omdat de infectiedruk hoog is, maar ook wanneer men maar blijft kweken uit duiven die geen bruikbare tot goede nazaten voort kunnen brengen. Het jaar er op gaat men er dan maar wat extra kweken omdat er zo weinig overbleven. Met als gevolg nog meer overbevolking, nog zwakkere duiven, nog steeds kwaliteit die eigenlijk ver onder de maat is en nog meer kuren. Knap als je daar dan nog uitkomt....


Toppers

Een mooi voorbeeld van niet durven of willen ruimen maakte ik laatst nog mee. Ik liep een man tegen het lijf waar ik qua karakter en moraal normaal gesproken liever niet mee om zou gaan. Duiven en melker konden me eigenlijk niet boeien maar hij bleef maar doorzeuren of ik een paar van zijn „toppers“ wilde bekijken en kon er eigenlijk niet onderuit. Om ervan af te zijn stemde ik toe. Bij de eerste duif die hij me handen gaf schrok ik. Wát een rotzooi, ongelofelijk. Eerlijk zeggen wat je er van vind riep de melker ook nog hoopvol. Spontaan antwoordde ik dat als er zo'n duif op mijn hok zou zitten ik die een enkele reis naar de duivenhemel zou aanbieden. Ik had al spijt voordat ik was uitgesproken...Zag aan de blik in zijn ogen dat het nu helemaal nooit meer goed zou komen tussen ons.. Sorry hielp niet meer.... De man vertelde me dat de vader van deze duif 2500 euro had gekost, dus dat moest wel een super zijn en dan had ik de stamboom nog niet eens gezien... Tja.......ik was blij dat ik weer kon gaan.


30 jaar geleden zag je op een club van circa 40 leden zeg maar gemiddeld een tiental leden die in die tijd ook al bijna alles kwijtraakten op de jonge duiven vluchten. Vaak als gevolg van een combinatie van een slecht hok en overgevoelige duiven voor kinderziektes, die met name de oriëntatie verstoren. Vooral bij jonge duiven lijkt het hok een nog grotere rol te spelen als bij de oude duiven. En het frappante is dat goede hokken voor oude duiven per definitie geen goede jonge duiven hokken hoeven te zijn. (Een statement dat Bas Verkerk tegenover mij maakte en waar ik graag nog eens op terug kom)


Anno nu lijken de percentages zo'n beetje omgekeerd en zie je op 40 spelende hokken soms tot wel 30 -35 hokken die tijdens het jonge duivenseizoen moeite hebben wat jongen over te kunnen houden. De duiven hebben problemen onder de leden waarvan het lijkt dat die de oriëntatie onder bepaalde omstandigheden bemoeilijken, waardoor je ze verspeeld. Is een oude duif niet in orde komt hij te laat. Een jonge duif die niet 100 % is en er komt een wat moeilijkere vlucht? Die ben je meestal kwijt, zeker hartje zomer.



Trekken

Bij veel van de hokken die het minste last lijken te hebben van het verspelen van de jonge duiven in de zomermaanden, vliegen/trekken de jongen anderhalf tot soms wel 2 uur en zijn daarbij gedurende het grootste gedeelte uit het zicht. Op de vluchten wordt begonnen met minstens 50 % prijs. Veel melkers zeggen dat hun jongen goed trekken, maar als dat één kwartier uit het zicht is en daarna nog een half uurtje in de omgeving kan je je zorgen maken. Geen wet van Meden en Perzen maar wel een aanwijzing dat het niet goed zit.


Je ziet het ook niet altijd aan de duiven en melkers met veel verliezen roepen vaak dat de duiven er perfect bijzitten. Maar in de kop kan je niet zien of er bv een kleine ontsteking zit die er voor zorgt dat ze een onderdeel van hun oriëntatievermogen niet kunen gebruiken als dat nodig mocht zijn, zeker in de zomer met bepaalde weertypen. Vijf keer gaat het goed, de 6e keer is het bingo. De massa verliest een massa, de hokken met supergezondheid niet of nauwelijks een duif.



Deze jonge duif is klaar om te wereld te verkennen. Er staat hem nog veel te wachten maar zijn kansen voor een mooie toekomst nemen sterk toe als hij het geluk heeft uit een sterk geslacht te komen en op een goed jonge duivenhok te mogen vertoeven
 
Medicijnen

En het gekke is dat er volgens mij nauwelijks afdoende medicijnen bestaan tegen dit probleem. Het geschetste jonge duiven probleem in relatie tot het verspelen. lijkt nauwlijks met de huidige beschikbare medicijnen oplosbaar. De melkers gaan dan naar een dierenarts die ze moed inpraat en ze er wel bovenop zal helpen, desnoods met een injectie van een of ander anti bioticum. Ik heb dat vaak gezien en gehoord en zelden of nooit meegemaakt dat ze ze medio zomer weer goed aan de praat kregen. Kan heel soms nog goed komen als je op een bepaald aantal uitkomt of dat ze er over heen groeien doordat het hok bv in de zomer op zijn best is.


Ook het verspelen lijkt erfelijk. Uit bepaalde koppels verspeel je nauwelijks iets, andere koppels soms alles of bijna alles. In feite is het selecteren op verspelen ook een vorm van selectie op gezondheid denk ik.


Er zijn ook een aantal plaatsen in het land waar het gewoon moeilijker is om een jonge duif over te houden dan andere plekken en of dat nu met de trek te maken heeft of andere oorzaak weet ik niet. Maar ook daar heb je altijd weer hokken die er (veel) meer overhouden als de anderen.


Roemenië

Zelf heb ik als intreder van af het begin, soms tot wanhoop van mezelf, een nietsontziende selectie doorgevoerd bij aangeschafte jonge duiven. Alles maar dan ook alles wat ziek werd zonder pardon opgeruimd. En daaronder versta ik ook duiven die last kregen van het geel, coli, nat oog etc. Ik schreef al eerder dat van al mijn aangeschafte duiven circa 25 % deze eerste selctie hebben overleefd, de de rest is opgeruimd. Er waren hokken bij waar ik duiven had aangeschaft waar er niet één deze aanpak overleefde, maar ook hokken waar ik had bijgehaald en er nauwelijks uitval was. Als jonge duif hebben ze, behalve de verplichte entingen, ook geen enkel medicijn gehad.


Met deze duiven ben ik gaan kweken en hoopte daarmee voorspong op te bouwen tov de concurrentie en dan met name op de eenhoksraces. Dit jaar kwam er een eerste aanwijzing dat de strenge selectie zijn vruchten begint af te werpen. Ik had vanwege de lage inschrijfprijs, een stel probeersels naar een eenhoksrace in Roemenië gestuurd. Na een paar maanden kreeg ik een mail van de organisator Bibi Stefanescu, die mij vroeg waarmee mij duiven waren ingeënt voordat ze naar Roemenië werden verstuurd.


In eerste instantie schrok ik van de mail en zag al visioenen van mijn duiven die het moeilijk hadden in dat verre Roemenië, tussen al die oostblokduiven met hun eigen plagen. Maar het omgekeerde was het geval. Ze hadden erg veel problemen met zieke duiven en die van mij gaven geen krimp. Ze wilden de andere duiven dezelfde (paramixo) inentingen geven als die van mij om ze ook gezond te krijgen en te houden. Het bleek echter dat er in de entingen geen verschil zat. Het enige verschil dat ik kon bedenken heb ik hem teruggemaild en dat was de superstrenge selectie die ik de voorgaande 2 jaar had doorgevoerd.  


Veelbelovend

Dit op zichzelf staande geval zegt of bewijst natuurlijk helemaal niets en zeker niet over het verspelen op zich, maar ik vond het wel een veelbelovend signaal. Net zo goed dat opvallend veel melkers in Nederland, die goed met hun oude én jongen spelen, begeleid worden door een Belgische dierenarts die zeer zelden medicijnen voorschrijft. Heel wat melkers die stevig genoeg in hun schoenen staan om daar mee om te kunnen gaan, zie je flinke stappen voorwaarts maken. 



Van deze blauwe doffer kweekte ik 6 jongen waarvan er 4 het jonge duiven programma moesten afwerken bij 2 bevriende melkers op 2 verschillende hokken. Tevens stuurde ik er 2 naar de Belgian Masters 2013 die na 3 asduifraces beiden bij de eerste 10 asduiven stonden geklasseerd. Van de 6 gekweekte jongen uit deze doffer ging er niet een verloren. Je gaat dan vanzelf ook richting erfelijkheid denken...toch?

 



Maar al met al zijn er gelukkig nog steeds hokken die de jongen wel kerngezond kunnen houden, waar ze trekken en trainen als gekken en die zonder ze weg te brengen toch nauwelijks verliezen én een hoog prijspercentage hebben. Dus een enorm verschil in resultaat terwijl de duiven in dezelfde mand zitten als de melker die nagenoeg alles kwijtraakt, Die bij een zg rampvkucht bijna al hun jongen gewoon weer terug krijgen. Het lijkt er daarom veel op dat veelal aangehaalde externe oorzaken landelijk gezien niet of nauwelijks het kernprobleem vormen van het verspelen van de jonge duiven



Kunnen we de gemiddelde weerstand/gezondheid van een kolonie weer omhoog krijgen, dan kunen we het verspelen van jonge duiven wellicht ook weer terug brengen tot minder knellende proporties.

En verduisteren...Was het niet zo dat bij proeven met verduisterde duiven/vogels, waarbij van de dag een nacht was gemaakt, bij het lossen precies de andere kant opvlogen...?!
 
 
 





===============================================================================


Pigeon Fever 10
 

tekst en foto's Henk Simonsz
 

Terugblik  seizoen 2014 


 
 
Medio 2011 besloot ik als herintreder na 20 jaar weer duiven te gaan houden en ging vervolgens op pad om de duiven te vinden die mij aanstonden en bij mijn manier van duiven houden zouden passen. Ik maakte een plan met de bedoeling een stam duiven op te bouwen die op bepaalde onderdelen zou kunnen excelleren. Mijn speerpunten waren kop kunnen vliegen tegen grote aantallen duiven en daarbij van nature een uitstekende gezondheid hebben. Verder moesten de duiven voortkomen uit lijnen die familiebreed reeds meerdere supers hadden gegeven op verschillende hokken. Ook nam ik me voor vanaf het begin geen medicijnen aan de duiven te verstrekken met uitzondering van de verschillende entingen.


Met name het niet verstrekken van medicijnen leidde in aanvang tot aardig wat problemen. Ik was verbaasd over de minimale weerstand bij veel aangeschafte duiven tegen de meest voorkomende ziektes. De oplossing zocht ik in het stelselmatig opruimen van duiven die uit zichzelf niet gezond konden blijven, terwijl de andere duiven op het hok wél gezond bleven. Met name in het begin heeft me dat veel slechte dagen en ook geld gekost, maar ik vertrouwde er op dat ik er uiteindelijk sterker uit zou komen en een groep duiven zou kunnen overhouden waarvan de kwaliteit behouden bleef en van zichzelf een enorme natuurlijke weerstand heeft. Dat vertrouwen is inmiddels aardig bevestigd.

In de verschillende artikelen voor de Duif heb ik aangegeven hoe ik te werk ben gegaan en waarop ik duiven beoordeel die ik aanschaf en welke duiven ik zeker niet op het hok wilde hebben. Allemaal theorie natuurlijk en alleen de praktijk zou me gelijk kunnen geven. Ik stelde me daardoor best kwetsbaar op vond ik zelf. Kijk maar bij jezelf hoe moeilijk het is om duiven bij te halen die een meerwaarde kunnen betekenen voor je stam. Ik kon ook niet terugvallen op oude bewezen lijnen die ik nog achter de hand had en moest helemaal bij nul beginnen. In 2012 heb ik nauwelijks nog wat kunnen kweken omdat de duiven die ik aangeschaft had nog te jong waren en of door de mand vielen bij mijn systeem. In 2013 kon ik voor het eerst een ronde jongen kweken, net als in 2014.

In Pigeon Fever had ik een paar keer aangegeven dat ik terug zou komen op de resultaten van de duiven die ik gekweekt heb. Niet dat ik er zoveel behoefte aan heb om te koop te lopen met e.e.a. maar wel om de theorieën die ik aanhang te toetsen aan de praktijk, het enige dat telt uiteindelijk. De jongen en jaarlingen in 2014 zijn getest op een paar verschillende hokken in het Noorden en Midden van het land en ook een aantal in de Union Antwerpen. Zelf speelde ik met een aantal duiven op verschillende eenhoksraces. Zowel in 2013 als in 2014 heb ik telkens na het seizoen ongeveer de helft van mijn kweekhok vervangen en aangevuld met de lijnen die lieten zien iets in hun mars te hebben. Daardoor kon ik in 2 jaar tijd al aardig progressie maken en hoop ik dat ik komend seizoen weer een paar stapjes voorwaarts kan maken.

Uiteindelijk zijn er van alle aangeschafte duiven 2 hoofdlijnen overgebleven, aangevuld met wat losse duiven van verschillende hokken die kwalitatief veelbelovend zijn. Ook blijf ik ondertussen gewoon doorzoeken/proberen/testen naar lijnen die eventueel ook goed pakken op de 2 hoofdlijnen die op dit moment de ruggegraat vormen van mijn kweekhok van maximaal 20 koppels. Meer koppels wil ik ook niet hebben.
Voorlopig zal ik voor mezelf door andere werkzaamheden die ik ook heb, alleen mee kunnen doen aan eenhoksraces. Er zijn er wereldwijd meer als 500, daarbij, net als in de gewone wereld, ook veel kaf onder het koren. Maar ook een aantal die erg goed georganiseerd zijn, met een goed management en hoogwaardige technische faciliteiten. Voor mij een genot om aan mee te doen. Een goed georganiseerde eenhoksrace biedt melkers, ondanks andere verplichtingen, toch de mogelijkheid duivensport te bedrijven. Daarbij kan hij de huidige technische mogelijkheden zoals internet, optimaal benutten en van de duivensport genieten. Een mooie integratie van de oude sport in de nieuwe high tech wereld. Voor mij is het helder. Waren er geen eenhoksraces dan was duivensport voor mij op dit moment door tijdgebrek, einde verhaal.

Er is onder duivenmelkers die weinig ervaring hebben met eenhoksraces veel onbegrip over dit soort races. Alles wordt al snel over een kam geschoren en de meest gemaakte denkfout is dat men een finale van bv 500 km gaat vergelijken met een normale duivenvlucht van 500 km bij ons. Daar zijn tegenwoordig de prijzen in 10 minuten verdeeld als het een vlot concours is.

De duiven die de finale vliegen van een eenhoksrace hebben het veel zwaarder als die tijdens een reguliere vlucht in een groot peleton naar huis jakkeren. De aankomsten zijn dan ook bijna altijd erg traag en vergelijkbaar met een fondvlucht in ons land op St Vincent of soms zelfs Barcelona. Uiteindelijk komen de duiven op goed georganiseerde eenhoksraces meestal goed na, mede gezien het feit dat er veel voedsel op het land ligt in de tijd van de finales.

Net als je bij het spelen op „normale“ duivenhokken ziet, zit er per eenhoksrace ook veel verschil in het aantal duiven dat verspeeld wordt. De meeste races eindigen met hetzelfde percentage overblijvers als een gemiddeld duivenhok die mee speelt in de nationale competitie met jonge duiven. Daarbij moet je dan ook natuurlijk ook de jonge duiven mee tellen die op veel hokken al verspeeld zijn met het africhten, voordat de echte vluchten beginnen. Ik denk dat er niet veel verschil zal bestaan in percentages.

Ook onderschatten veel deelnemers de zwaarte van zo'n finale en gaan er met duiven naar toe die eigenlijk niet geschikt zijn voor dat werk. Nogmaals een 500 km vlucht bij een gewone duivenvlucht is totaal niet vergelijkbaar met een 500 km eenhoksrace finale. Ik denk dat je er wel 50 % bij kunt tellen qua zwaarte van de vlucht. Dus 500 km in een finale zou je kunnen vergelijken met een „gewone“ 750 km vlucht bij ons. Maar dat zijn aannames van mijzelf.

Ik heb dit jaar aan verschillende races meegedaan en zag grote verschillen. Daar leer je van en voor komend jaar ga ik verder met de races die me goed zijn bevallen. Wat voorbeelden. Ik stuurde naar Griekenland bv 6 duiven van koppels waar ik niks van wist. Na de finale had ik er nog 5 over en die was heel pittig. Ik heb mn eerste duif teruggekocht en was verbaasd over de geweldige conditie waarin dat duifje verkeerde, echt top. Dus na alle trainingen, vluchten en finale 1 duif kwijt van de 6. En dat had vooral alles met de gezondheid en verzorging van de duiven te maken.

In Algarve, Portugal, hetzelfde verhaal. Ik had er 6 probeersels naar toe gedaan en had er voor de finale nog steeds 6 over waarvan ik er 5 geactiveerd heb. Deze race, die pas 3 jaar geleden voor het eerst werd gehouden, dicht ik een grote toekomst toe. De verzorging is zeer professioneel en weinig verliezen. Op de 1e training waren er 2573 duiven, na 7 trainingsvluchten tot 100km waren er nog 2411 duiven over en na alle races muv de finale nog 2176 over. Ik denk dat er maar weinig reguliere hokken procentueel zo hoog scoren, laat staan hokken waar eenhoksraces op worden gehouden. Een prestatie van formaat.
In Roemenie deed ik ook mee en waren de verliezen desastreus. Te wijten aan pech en mindere conditie van de duiven op de hokken denk ik. Dat gebeurde op meer eenhoksraces in de wereld en daar ben ik niet blij mee want die bezorgen ons een slechte naam.

Voor het komend jaar ga ik weer meedoen aan de Belgian Masters, Algarve in Portugal, AS Golden race Griekenland en Dapirace Denemarken. Stuk voor stuk races met een professionele organisatie. Daarnaast worden er net als in 2013 en 2014 ook weer een stel jongen getest door enkele bevriende hokken op de reguliere vluchten. Spannend dus!

Highlights 2014
De highlights heb ik voor mezelf over 2014 (1 seizoen) op een rijtje gezet:

België
De eerste Asduifvlucht tijdens de Belgian Masters 2014 begon erg goed doordat Black Beauty en Phyton, 2 nestbroers, de 10e en 17e prijs pakten. Op de 3e asduifvlucht van 328 km stormden ze binnen 10 seconden na elkaar binnen met de 23e en 24e prijs. In de totale rangschikking na 3 asduifvluchten, voor de Finalevlucht, stond de Python gerangschikt als 3e en Black Beauty als 10e asduif. Ik had als enige 2 duiven bij de eerste 10 staan. In de finale kwam Python, net als veel goed geplaatste asduiven, te laat voor de laatste punten.

Roemenië
Hotspot 1: 2e en 4e
Hotspot 2: 6e en 9e
Hotspot 3: 8e
Semifinale 320 km, 1e dag slechts 42 duiven erdoor. Van mij 2 stuks erdoor uit Forester x Lieke (speelden de 16e en 24e) Beiden zijn nestmaatjes, de 14-040 en 14-041.
Na deze 4 vluchten incl. semifinale stonden de 040 en 041 respectievelijk als 6e en 9e asduif geklasseerd. Na alle vluchten incl. Finale eindigde de 14-041 als 9e asduif en de 040 als 22e

Denemarken
Mijn beste duif in Denemarken was Bradley 74, een dochter van Fireblade x Justy die in de moeilijke, regenachtige, finale de 28e prijs speelde, terwijl ze daarvoor op een knock out race nog de 6e prijs overall had gewonnen.

Griekenland
In Griekenland was een zoon uit Panamera x Justy mijn eerste duif in de verschroeiende hete finale met 33 graden in de schaduw. Dit dappere duifje (Panamera Jr.) liet zich op de 2e hotspotrace al zien met een 10e prijs tegen 958 duiven uit 23 verschillende landen. In de semifinale van 290 km finishte hij slechts 21 seconden achter de winnaar en won de 36e prijs. In de loodzware finale over 415 km won hij de 15e prijs, won tevens de beker voor de eerste Nederlandse duif en werd over alle vluchten 11e asduif. Tijdens de internetveiling heb ik hem weer terug gekocht en zit nu weer waar hij geboren is ....

Reguliere hokken
Mooiste resultaten in 2014 op andere hokken met door mij gekweekte duiven. Veel ouders van deze duiven kwamen in de eerder afleveringen van Pigeon Fever al voorbij, al dan niet met foto.

Spider (13-052) Haar kweekte ik uit de koppeling Legacy x Scheeltje 97
Spider speelde in 2014 als jaarling, op 2 pittige vluchten, maar liefst 2 x teletext in de verre overvlucht.

Champagne 493 km
1e tegen 86d. PV Steeds sneller
1e tegen 730d. Samenspel C
5e NPO tegen 4323 duiven

Sens 603 km
1e tegen 135d PV Steeds sneller
4e tegen 1905d. Samenspel C
10e NPO tegen 8716 duiven Noordelijke Unie Zone 4

Bentley,
In 2014 vlogen op 3 verschillende hokken (kl) kinderen van hem een 1e prijs Alle prijswinnaars werden met verschillende duivinnen uit de Bentley gefokt.

Defender
In 2013 kweekte ik Defender (13-039) uit de Blauwe 92 x Krasje 728
Als jaarling in 2014 speelde 7 x bij de eerste 10 waaronder een 1e.
Werd daardoor:
1e asduif sprint (vit/midf.) SSA
1e duifkampioen natoer SSA

Het BM (Belgian Masters) koppel gaf al meerdere jongen die aangetoond hebben echt kop te kunnen vliegen. Dat deden ze al op verschillende hokken en ook op de Belgian Masters 2013, waarvan ik er 2 jongen naar toe had gedaan die na de 3 asduifvluchten respectievelijk als 2e en 18e asduif stonden geklasseerd. De beste was Wieps Favourite.
Uit een zus van Wieps Favourite komt de 13-084 die als jonge duif al een 1e en 2e speelde. In groot verband was dat de 3e, 5e en 6e tegen gemiddeld 3100 duiven. In 2014 als jaarling ging ze lekker door met 1e, 3e, 3e, 6e, 7e. De 1e was tegen 1294 duiven.

Union Antwerpen
In 2014 werden er ook een stel jongen van mij getest in de Union Antwerpen waaronder 2 kinderen (Murphy en Kevin) uit een koppel van mij, dat sindsdien als het Unionkoppel door het leven gaat. De twee jongen uit Blauwe Cyrus x Lotus vlogen allebei een 1e in de Union, waarvan Kevin (14-433) de 1e speelde op Sourdun tegen 1214 duiven in de Union Antwerpen West en Murphy (14-405) de 1e speelde op Souppes tegen 2127 duiven en daarbij de snelste was van heel de Union Antwerpen, zowel Oost als West....
Leuk detail is dat op de vlucht waar Kevin de 1e speelde, een jong uit de Bentley de 4e prijs pakte en op de vlucht waar Murphy de 1e speelde een jong uit Zoon Hunti de 10e prijs pakte....


Dit was allemaal in 2014, dus al weer geschiedenis. We kijken met veel plezier uit naar 2015!
De eerdere afleveringen van Pigeon Fever heb ik op mijn blog geplaatst waar alles terug te vinden is. Allen een superseizoen 2015 toegewenst!
Henk Simonsz
 

==========================================================================

Terug naar Startpagina:

         http://pigeon-fever.blogspot.nl/