Tot nu ongelofelijk veel regen maar weinig tot geen vorst en sneeuw. Het vele regenwater doet de sloten bijna overstromen, met als gevolg - door het loskomen van kleideeltjes- een stevige verkleuring van het water. Voor de IJsvogel een extra handicap om te vissen, maar altijd nog beter dan de vorst die eraan zit te komen. Dichtgevroren water is al snel funest voor hem, want hij moet iedere dag eten. Hopelijk zet de vorst niet door. Afgelopen week maakte ik nog een foto van hem en hij zag er nog prima uit tot nu toe…
Inmiddels hebben we rond de kerstdagen gekoppeld in 2 groepen, met 3 dagen er tussen. Ik kan op die manier beter het overzicht houden en ze langer aandacht geven in de eerste 3 dagen. Eén dominante doffer is over gehuisd.
In 1 afdeling, waar 4 koppels zaten, zagen 3 koppels meer heil in de buurvrouw, zo het leek. Omdat ik een hekel heb aan geforceerd koppelen heb ik alles maar in de jaren Seventies-modus gezet; dwz vrije paring. Zoek maar de partner die je leuk vind en ik moet zeggen dat het goed uitpakte. Na 3 dagen lukt het meestal wel om alle koppels tegelijk los te laten, dus dan is de grootste druk wel van de ketel als het om begeleiding gaat.
Daarna kon
ik me op groep 2 focussen en die zijn inmiddels ook allemaal happy en
druk bezig met het sjouwen van nestmateriaal. Daarvan pak ik sávonds
het grootste deel weer vanaf de schotel en leg het op een veilig
hoekje op de grond, zodat ze de volgende dag weer verder kunnen met
sjouwen. Ik denk zelf dat dit een heel belangrijk en onderschat
onderdeel is in de aanloop naar de kweek. Ze leren niet alleen bijna
blindelings naar het juiste broedvak vliegen, maar het is ook gewoon
een belangrijk onderdeel bij het natuurlijke proces van de kweek.
Kijk maar eens in de natuur hoeveel tijd er besteed wordt aan het
bouwen van een nest. En is ook belangrijk voor de binding met het
broedvak. Dat is toch de plek waar ze zich thuis moeten voelen en
super gemotiveerd moeten zijn om het te verdedigen.
Dit is zo'n zomerjong uit de Casanovalijn van Goorbergh-Couwenberg die nog op wat oude pennen staat. Ondanks dat, helemaal klaar om gekoppeld te worden en dat is dan vorige week ook gebeurd |
Ik heb aardig wat
zomerjongen gekoppeld die ik zelf erg mooi vond en sommige staan nog
op wat oude pennen. Als de conditie goed is en ze voelen volwassen
aan qua lichaamsbouw, heb ik daar geen enkele moeite mee. Sterker
nog… Des te eerder je kunt kweken met een duif des te meer kans op
een echte super denk ik. Met jonge duivinnen moet je natuurlijk wel
voorzichtig zijn en niets forceren, maar doffers mogen van mij zsm
aan de bak. Ik heb er goede ervaringen mee.
Om goede
vliegers te kweken heb ik de ouders het liefst de eerste 1, 2 tot 3
jaar. Daarna op een leeftijd van plm 3 jaar zet ik er weer graag een
jonge duif tegen om de vitaliteit zo hoog mogelijk te houden. Om de
bloedlijn vast te leggen vind ik de leeftijd iets minder belangrijk.
Maar persoonlijk denk ik dat er veel te veel jonge duiven voor de
vluchten gekweekt wordt uit (te) oude roem. En dan lees je ook nog
vaak dat ze de eieren van de jaarling weduwnaars weg gooien… Nooit
begrepen. Juist als je verrassingen wil kweken wat de sportieve
waarde aangaat, zijn die jaarlingen natuurlijk super interessant.
Maar goed, dat zijn nu eenmaal van die oude wijsheden binnen onze sport waar op
veel hokken nog steeds aan vast wordt gehouden..